Hoofdstuk 11

676 13 0
                                    

Eva
We zijn imiddels aankomen rijden bij het ziekenhuis. Wolfs stap uit de auto en loopt naar mijn deur. Hij doet het open en tilt me eruit. 'Wolfs, ik kan wel lopen hoor'. 'Geen spraken van'! Krijg ik als antwoord. Hij loopt met mij in zijn armen het ziekhuis in, richting de balie. 'We zijn opzoek naar dokter Visser'. Het schiet me te binnen dat dat die dokter is die me de vorige keer ook heeft geholpen toen ik in het ziekhuis lag. 'Kamer 127, afdeling verloskundige', antwoord de vrouw achter de balie. Wolfs pakt een rolstoel die bij de ingang staat en zet me erin. Daarna rent hij lichtelijk richting de kamer. Als we in de lift staan voel ik dat er weer een wee komt. 'Wolfs'! Ik pak zijn hand en begin te puffen en te kreunen. 'Rustig Eef', we zijn er bijna. We lopen de kamer van de dokter binnen. Hij loop gelijk met ons mee naar een kamer met 1 bed. Ik word in bed gelegd door Wolfs. De dokter gaat een verloskundige halen. Wolfs is inmiddels al naast mij komen zitten. 'Eef, is de wee van net al weer over'? vraagt Wolfs. Ik knik, ik heb mijn ogen dicht, ben zo moe, nu al. 'Ga maar even lekker slapen', zegt Wolfs nadat hij me een kus op mijn voorhoofd heeft gegeven.

Een paar minuten later komt de verloskundige binnen. Ze gaat allerlei onderzoekjes bij me doen. Als laatst kijkt ze hoeveel ontsluiting ik heb. 'U heeft 5 cm ontsluiting', vertelt ze. '5 cm pas'? Vraag ik geschokt. Ik kijk Wolfs wanhopig aan. Hij geeft een knijpje in mijn hand die hij al vast had. 'We moeten nog even geduld hebben, over 2 uurtjes kom ik terug om te kijken hoever u dan bent'. Met een vermoeiend gezicht knik ik maar.

'Wolfs, ik ben bang', zeg ik na een tijdje. Wolfs kijkt me vragend aan. 'Ik ben bang weer mijn kind te verliezen, en het duurt zo lang telkens heb ik al z'n pijn bij een wee', vertel ik hem. Hij kijkt me aan met zijn bezorgde ogen. 'Ik blijf de hele tijd bij je Eef. Je mag ik mijn hand knijpen als je pijn hebt je mag schreeuwen je mag alles doen. Ik blijf hoe dan ook bij je'. Vertelt Wolfs mij lief waardoor ik tranen in mijn ogen krijg, maar ze nog wel binnen kan houden. 'Ik ben pas 30 weken Wolfs. 10 weken te vroeg, dat kan toch niet goed zijn'. 'Eef, vertrouw de doktoren. En ik weet zeker dat jij over een paar uur met jou kindje in je armen ligt. Echt je moet je niet teveel zorgen maken, ga maar even rusten tussen de weeën door'. Terwijl hij dat laatste zegt gaat hij met zijn hand over mijn wang. 'Dan......' Ik kon mijn zin niet afmaken of ik begon alweer te puffen. Af en toe puft Wolfs mee, zo heb ik extra steun. Wolfs helpt mij heel goed, dan krijg ik weer wat water, dan gaat hij met een washandje over mijn voorhoofd en hij heeft de hele tijd mijn hand vast ookal is die helemaal nat van het zweten.

Na een lange en zware uren komt de verloskundige eindelijk weer binnen. 'Ik ga even kijken hoeveel ontsluiting u nu heeft', zegt ze. '9 cm, u moet nog even. Ik pak vast alle spullen en dan kom ik weer terug. Hopelijk heeft u dan genoeg ontsluiting'. Ik knik, maar ben niet blij. Ik heb er geen zin meer in. En was al moe voordat we begonnen en dan moet het ergste nog komen.

Wolfs
'Kom op Eef, je bent er bijna'. Het hoofdje van de baby is al te zien, ze moet een een klein stukje en dan kan ik 'ons' kindje in m'n armen houden. 'Het gaat niet goed', hoor ik in eens een verloskundige tegen een ander verloskundige die niet binnen komt zeggen. 'Wat is er dan', bemoeid die andere mevrouw zich ermee. 'Ze verliest te veel bloed'. 'Oww, ja ik zie het. De baby moet nu echt zo snel mogelijk komen'. De verloskundigen proberen het volgens mij te fluisteren maar ik hoor het duidelijk. En ja hoor daar is weer een wee. Eva knijpt weer hard in mijn hand, dat het bijna pijn doet. Maar dat maakt me helemaal niks uit. Ik wou dat ik haar kon helpen. Eerst wou ze helemaal niet dat ik hier zo naast haar kwam zitten, ze stuurde me naar de gang waar ik een tijd heb gezetten. Ik hoorde Eva alleen maar schreeuwen van de pijn. Toen ze eindelijk mocht gaan persen kon ze niet meer zonder me en mocht ik eindelijk komen. Nu kan ze alleen mij hand vast houden en dip ik af en toe met een nat washandje op haar voorhoofd. Ik vind dit maar niks, ik zit hier een beetje niks te doen terwijl Eva bijna doodgaat van de pijn.

Eva
'Kom op, u bent er bijna', zegt de verloskundige. 'Nee, ik kan niet meer', zeg ik in paniek. 'Jawel Eef, je kan wel, ik weet het zeker', probeert Wolfs mij gerust te stellen. Ik pers zo hard als ik kan, en schreeuw er af en toe bij. Het doet zo veel pijn. Ik weet niet of het zo hoort, maar er komt ook veel bloed eruit. En ja hoor, na 5 vermoeiende uren is mijn kleintje daar eindelijk. Net op het laatste moment dat de baby eruit komt gaat er veel bloed mee. De baby word opgepakt door de verloskundigen en een aantal doktoren die er bij zijn gekomen. Ik hoor de baby niet, hij of zij maakt geen geluid. En doktoren hebben mijn kindje mee genomen naar een tafel waar ze allerlei dingetjes met haar doen. Ik ben nog steeds ik shock dat ik mijn baby niet hoor. Ik kijk Wolfs bang aan en z'n blik krijg ik ook terug. 'Het komt goed Eef, echt alles komt altijd goed'!

Fleva ~ Alles Komt Altijd Goed! Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu