Het afscheid ?

478 23 9
                                    

De rit naar het ziekenhuis verliep razendsnel. Met loeiende sirenes baande de ambulance zich een weg tussen het drukke verkeer in de stad en al snel bereikten ze de spoedafdeling van het ziekenhuis. Evert had de hele tijd Fenna's schouder vastgehouden en er zachtjes in geknepen maar er kwam geen enkele reactie. Alleen een onregelmatige hartslag op de monitor toonde aan dat er nog leven was, maar haar ademhaling gebeurde nog steeds kunstmatig. Toen ze Fenna op de brancard naar de onderzoekskamer rolden, hoorde Evert een luid piepend signaal, gevolgd door luid geroep van één van de dokters :"hartstilstand, iedereen klaar voor reanimatie." Evert werd ruw opzij geduwd en weer werd er met hartmassage begonnen en werden er electroshocks toegediend. Een aangelopen verpleegster vroeg aan Evert om in de wachtkamer plaats te nemen."U kan nu niets meer doen, meneer", zei ze terwijl ze hem met lichte dwang naar de wachtkamer begeleidde, "alleen wachten en bidden dat ze sterk genoeg is om hierdoor te komen."
Evert schudde huilend het hoofd, hij kon deze helse situatie niet meer aan. "Zeg me alsjeblief dat ze het zal halen", snikte hij.
"We doen alles wat we kunnen, meneer", antwoordde de verpleegster sussend en bij het weggaan zei ze nog snel: "ik beloof dat we u op de hoogte zullen houden."
En toen stond hij daar, alleen in een ziekenhuiswachtkamer. Zijn hoofd draaide helemaal weg van de emoties en Evert moest snel gaan zitten. Hij keek voor hem naar de gang, langs waar ze net binnen gekomen waren. Hij observeerde de in- en uitloop van dokters en verplegers, allemaal druk in de weer om Fenna te redden, zijn Fenna...
Een tiental minuten later kwamen ook Bram en Liselotte binnen gerend. Hun gezicht stond bezorgd en ze namen langs weerskanten van Evert plaats. Bram sloeg zijn arm over Everts' schouders, "niet opgeven, Evert", bemoedigde hij zijn beste vriend, "Fenna is een vechter, die haalt het wel, ze moet gewoon." Terwijl Bram de woorden sprak, brak zijn stem en de eerste tranen tekenden zich op zijn wangen af. Liselotte staarde voor zich uit maar haar betraande ogen spraken voor zich. "Wat weet je nog van het ongeval ?" probeerde Evert de stilte te doorbreken, door zich op het werk te concentreren, kon hij eventjes die allesverscheurende gedachten van zich afzetten.
Bram veegde zijn tranen weg en zei :" Samantha is om één of andere reden de controle over het stuur verloren maar vind je het eigenlijk niet gek dat zij en Fenna nog 's avonds samen op stap waren ?"
"Ja, nu je het zegt," reageerde Evert alsof hij een inval kreeg, "ten eerste konden die twee mekander niet uitstaan, ten tweede had ik net met Fenna afgesproken dat ik naar haar huis kwam, waarom zou ze dan alsnog weg gegaan zijn ?"
Bram keek vragend voor zich, zijn hersenen draaiden op volle toeren. Tenslotte zei hij : "één van de brandweermannen liet nog verstaan dat Samanthas' revolver naast haar linkerhand lag, alsof ze hem nog in de hand had net voor de fatale crash."
Liselotte reageerde nu voor het eerst :"ze was toch niet van plan om Fenna te vermoo....?"
Verder kwam ze niet want daar kwam een dokter in de gang naar hun toe en de bezorgde uitdrukking op zijn gezicht zag er allerminst hoopgevend uit.
"Zijn jullie familie van mevrouw Kremer ?" vroeg hij meteen.
"We zijn de vrienden van Fenna, ze heeft geen familie meer." antwoordde Bram als eerste.
"Wel, ik vrees dat ik voorlopig nog geen goed nieuws heb," vervolgde de arts. Evert zakte in elkaar op zijn stoel en staarde naar zijn schoenen, wou hij dit wel horen ?
De dokter ging rustig verder :" mevrouw Kremer heeft meerdere breuken en inwendige bloedingen. Haar linkerlong is geperforeerd door enkele gebroken ribben en door een zware schedelbreuk en hersenbloeding is er, vrees ik, een groot deel van haar hersenen beschadigd. Voorlopig is er bijna geen hersenactiviteit en noch haar ademhaling, noch haar hart functionneren zelfstandig op dit moment, we houden haar dus eigenlijk kunstmatig in leven. De kans dat ze hier levend uit komt, is heel klein, het spijt me."
Evert liet zijn hoofd in zijn handen zakken, hij was helemaal in shock door deze harde realiteit. Bram probeerde hem zo goed en zo kwaad als kon te ondersteunen maar had de grootste moeite om zelf niet in te storten. De anders zo koele Liselotte liet nu ook haar tranen de vrije loop.
De arts was echter nog niet uitgepraat :"ik weet dat dit enorm wreed lijkt op dit moment maar ik moet de vraag stellen."
Evert, Bram en Liselotte keken hem vragend aan.
"Weten jullie of mevrouw Kremer zich ooit heeft opgegeven als orgaandonor ?"
De vraag sloeg in als een bom en Evert's verdriet sloeg om in woede. Hij ging recht voor de arts staan, keek hem recht in de ogen en zei ferm :"kijk dokter, zolang Fenna Kremer nog leeft, wordt er hier niet over donatie van organen gepraat, begrepen ?"
De dokter was door de plotse uitval van Evert niet uit zijn lood geslagen, hij had zulke situaties al wel meer meegemaakt. Op het einde van het traject had hij altijd gelijk gehad en deze keer was niet anders, volgens hem. Alleen een wonder kon die mevrouw Kremer nog redden en als er iets was waar hij niet in geloofde, waren het wel wonderen.
Hij liet het gezelschap nog weten dat ze tien minuutjes bij Fenna mochten gaan en nam toen beleefd afscheid.
Fenna was intussen op de intensive care unit ondergebracht. Haar lichaam was verbonden met draadjes en buisjes, die elk respectievelijk naar verschillende monitoren leidden. Een grote pomp aan haar linkerkant bewoog simultaan met haar borstkas en verried de kunstmatige ademhaling. Toen Evert de ruimte binnentrad, ging hij dadelijk naast haar zitten en nam haar koude hand in de zijne. De tranen stroomden over zijn wangen bij het aanzicht van zijn levensloze partner. Bram en Liselotte bleven stil aan het voeteneind staan. Hier waren geen woorden voor. Liselotte kneep zacht in Brams' arm en deed hem teken om terug naar buiten te gaan. Het was, volgens haar, beter dat Evert even alleen met Fenna kon zijn. Evert merkte zelfs niet dat ze buiten gegaan waren. Hij kneep in Fenna's hand, stak haar blonde haren liefdevol achter haar oor en gaf een zacht kusje op haar ingezwachtelde voorhoofd. Ze zag er, ondanks alle machines, zo mooi en rustig uit. Het leek wel alsof ze sliep. Evert bracht zijn mond tot vlakbij haar linkeroor en fluisterde :"je moet vechten, Fenna, doe het voor mij. Verlaat me alsjeblief niet, ik heb je nodig."
Met een droeve zucht stond hij weer op en vervoegde hij zijn collega's. De verpleegster had nog gezegd dat de eerste vierentwintig uur allesbepalend waren. "Verzorg haar goed", had Evert haar benadrukt en toen waren de drie rechercheurs naar huis gegaan, in de hoop wat slaap te kunnen vatten.

Moordvrouw : wat gebeurde er na de explosie ? (seizoen 5)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu