School

101 14 0
                                    

Na een tijdje stond ik op.

Ik rekte me uit, en deed mijn kleren aan.

Met mijn tas over mijn schouder, liep ik naar beneden.

In gedachten verzonken over vanacht, maakte ik een boterham voor school klaar.

Daarna maakte ik er een voor het ontbijt.

Ik ging zitten en startte de laptop op.

Terwijl ik at, keek ik naar de schoolsite, voor roosterwijzigingen.

Ik zag geen roosterwijziging.

Als ik aan school dacht werd ik chagarijnig.

Ik keek uit het raam en zag dat het regen met bakken uit de hemel viel.

maar als ik aan mijn vader zou vragen of hij me wilde brengen, wist ik toch dat hij nee zou gaan zeggen.

Ik wilde weer bij Wolf zijn.

Dan maakte het niet uit of het regende.

Ik voelde me heel erg moe.

Ik was natuurlijk de hele nacht op.

Toen ik alles had klaargemaakt, stapte ik op de fiets.

Op weg naar school.

Snel parkeerde ik mijn fiets in de fietsenstalling, en rende het schoolgebouw in.

Doorweekt liep ik naar de kluisjes.

Daarna ging ik naar het lokaal.

Engels, als ik ergens geen in had was het Engels wel.

Daar zat ik dan.

Een kwartier leek wel uren te duren.

Mijn ogen werden zwaar.

Ik dacht aan Wolf, en vergat even alles.

"Senna wat is de past simple ook alweer?" vroeg de leraar.

"Huh? o sorry, ik lette even niet op meneer." zei ik.

"Nou Senna dat is niet zo slim he?

Ga jij maar even bladzijde dertig vertalen." Zei de leraar.

Ik hoorde de klas lachen, en voelde me rood worden.

Ik wilde weg gaan.

Weg uit deze rot klas.

Weg uit deze rot school.

Dan zou het al veel beter zijn.

"Senna ben je nou nog niet bezig?

Weet je wat? Ga jij je maar even melden. bij de rector." zei de leraar boos.

Ik voelde tranen komen.

Ik pakte mijn tas, en stopte mijn boeken erin.

Zonder ook maar iets te zeggen liep ik het lokaal uit.

Ik ging niet naar de rector.

Ik ging weg.

Langzaam begon ik harder te rennen.

Een leraar vroeg wat ik aan het doen was.

Ik antwoordde niet.

Ik probeerde niet te huilen.

Ik zag dat hij achter me aan liep.

Ik begon nog harder te rennen.

Ik rende naar de deur.

En was de school uit.

Ik haastte me naar mijn fiets.

Nog steeds plensde het ontzettend hard.

Toen hoorde ik:"hè Senna! kom terug! je bent toch nog niet uit?"

Het was een van de leraren.

Ik negeerde hem, en fietste zo snel mogelijk weg.

Het enige wat ik wilde was naar Wolf gaan.

Naar de wereld van Wolf.

WolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu