Ik werd wakker in mijn bed.
Meteen stond ik op.
"Auw!" gilde ik.
Ik zag dat ik op mijn knie een flinke schaafwond had.
Ik strompelde naar de badkamer, pakte een stuk wc papier, en maakte het flink nat.
Ik hinkelde weer terug naar mijn kamer, en liet me zakken op bed.
Terwijl ik met het wc papier op mijn schaafwond depte, zat ik te denken en hopen dat het nog goed ging met Wolf.
Straks was hij nog geraakt.
Ik probeerde het uit mijn hoofd te zetten, en niet aan alle erge dingen die er zouden kunnen gebeurd zijn te denken.
Toen hoorde ik beneden de deur dicht knallen.
"Wie is daar?" riep ik.
"Papa!" hoorde ik mijn vader roepen.
Meteen hoorde ik hem naar boven slenteren.
"Wat was je aan het doen?" Vroeg ik vanuit mijn kamer.
"Oh, even boodschapjes." antwoordde hij.
Yes, dacht ik.
Eindelijk had hij weer eens de boodschappen gedaan.
Het vieze wc papier, waarmee ik mijn knie had schoon gemaakt gooide ik weg, en liep naar beneden.
Ik ging kijken wat hij had gekocht.
Misschien zat er wel iets lekkers bij.
Ik keek de keuken in.
Geen tas.
Hij had dus niks gekocht, maar kwam wel ergens vandaan.
Ik liep weer naar boven, naar de kamer van mijn vader.
"Pap, er staan geen boodschappen." zei ik een beetje boos.
"Je bent ook blind!" zei hij boos terug.
"Waar ligt het dan?" vroeg ik voorzichtig.
"In de voorraadkast heb ik alles gestopt." zei hij weer boos.
Ik liep zijn kamer uit om te kijken.
"En voortaan niet zo dom doen!" riep hij er achteraan.
De tranen schoten in mijn ogen.
Waarom kon niemand aardig doen?
Alleen Wolf was zo iemand, die wel aardig kon zijn.
Ik zou willen dat ik voor altijd bij Wolf
Kon zijn.
Maar ik had geen idee wat er zou kunnen gebeuren als ik er bleef totdat de zon opkwam.
Misschien zou ik dan wel verdwijnen ofzo.
Met tranen in mijn ogen liep ik naar de voorraadkast.
Er lag niks nieuws bij.
Raar.
Het zal wel. dacht ik.
Ik keek naar de klok.
"Shit!" riep ik.
Ik moest al op school zijn.
"Kan het wat zachter!" hoorde ik mijn vader roepen.
Ik negeerde hem en rende naar boven.
"He! niet zo stampen!" schreeuwde hij.
Met een klap gooide ik mijn deur dicht.
Ik hoorde hem schelden.
Het had gewoon geen zin meer.
Ik wilde voor altijd bij Wolf blijven.
Het maakte me niks uit als ik daarna zou verdwijnen.
Ik wilde voor altijd bij hem
Blijven.
Wat moest ik met een vader die alleen maar schelde, sliep, en altijd chagrijnig was?
Ik had ook geen zin meer om
Naar school te gaan.
Het maakte me nu ook even niet uit.
Ik zat op mijn bed naar buiten te staren.
Ik voelde me zwaar en moe.
Ik wilde net liggen, toen ik de telefoon hoorde gaan.
Straks was het de docent nog om te bellen waar ik bleef.
Als mijn vader op zou nemen zou hij ontzettend boos worden.
Snel haastte ik me naar beneden.
Gelukkig hij had de telefoon nog niet opgenomen.
"Met Senna." zei ik.
"Hallo, met meneer van Banken, waarom ben jij niet op school?"
Shit, de rector.
"Eh, sorry meneer, ik ben ziek en ben helemaal vergeten te bellen." ik schrok van hoe geloofwaardig het klonk.
"Mag ik dan even jou vader of moeder spreken?" vroeg hij.
"Eh, sorry maar die zijn even niet thuis." verzon ik.
"Wanneer komen ze?" Vroeg hij.
Maar toen hoorde ik mijn vader naar beneden komen.
JE LEEST
Wolf
FantasyLET OP: dit is mijn tweede boek ooit geschreven en dus slecht! Senna heeft haar eigen wereld. Daar woont Wolf. Maar als Wolf op een dag verdwenen is gaat ze op onderzoek uit. Maar ze moet in die wereld blijven. Wat zal er gebeuren?