Ik werd wakker op dezelfde plek als daarnet.
Maar wat was er gebeurd?
Ik keek om me heen.
Op het eerste gezicht zag ik niks.
Toen keek ik naar mezelf.
Ik viel bijna flauw van schrik.
Mijn ogen werden groter.
Mijn benen waren geen benen meer, maar poten.
Ik was in een dier veranderd.
Ik stond op.
Ik probeerde op mijn twee achterpoten te staan, maar viel meteen.
Ik moest dus op vier poten gaan lopen.
Ook zag ik dat ik een staart had.
Ik had een grijze vacht, met een witte hals.
Het puntje van mijn staart ook wit, en ook de puntjes van mijn poten.
Nog steeds was ik in een shock.
Ik wist wat ik was.
Een wolf.
Met trillende poten stond ik op.
Het was raar om ineens zo te lopen.
Ook zag ik dat ik geen wond meer had op mijn knie.
Ik keek om me heen en zag dat ik een stuk beter kon zien.
Het was al een stuk lichter geworden.
Ik wilde uitvinden wat ik wel en niet kon.
Ik begon hardop te praten.
Het geluid was wolvengejank.
Dat was vreemd.
Ook probeerde ik te rennen.
Ik zette me af en rende vooruit.
Ik voelde de regen op mijn gezicht waaien, en zag mijn glanzende vacht.
Het waaide hard.
Gelukkig voelde ik me nu een stuk veiliger.
Ik kon ineens veel harder rennen.
Ik voelde me vrij.
Het was heerlijk om een Wolf te zijn.
Ik vergat dat ik verder moest zoeken.
Toen kreeg ik een idee.
Ik had natuurlijk een goede neus om te ruiken.
Ik kon misschien ruiken van wie het spoor was.
Ik snoof de geur op.
Het kwam me bekent voor.
Maar ik wist niet van wie het was.
Ik hoorde geritsel achter me, en draaide me snel om.
Ik voelde mijn oren draaien, maar ik zag verder niks.
Ik besloot door te rennen.
Het ging ontzettend hard en ik raakte maar niet uitgeput.
Het voelde zo vertrouwd, wat ik overigens wel een beetje vreemd vond.
Na een tijdje rennen zag ik van ver af iets glinsteren.
Ik rende er op af.
Ik bekeek het goed.
Het was een bloemetje van zilver, met gouden glitters er op.
Zo een mooie bloem had ik nog nooit gezien.
Ik probeerde met een poot het bloemetje te pakken, maar dat ging natuurlijk niet.
Dat was irritant, ik kon niks meer goed vastpakken.
Ik rende weer terug naar het pad van voetstappen, en rende verder.
Hoe verder ik rende, hoe meer bloemetjes ik zag.
Toen zag ik iets verder op, waardoor ik mijn ogen tot spleetjes moest knijpen om te zien wat het was.
Ik rende er op af, toevallig gingen de voetstappen ook die richting op.
Toen stond ik er.
Ik stapte van verbazing een stap achteruit.
JE LEEST
Wolf
FantasyLET OP: dit is mijn tweede boek ooit geschreven en dus slecht! Senna heeft haar eigen wereld. Daar woont Wolf. Maar als Wolf op een dag verdwenen is gaat ze op onderzoek uit. Maar ze moet in die wereld blijven. Wat zal er gebeuren?