Hoofdstuk 11 ~ Steven

22 5 5
                                    


Steven


 


Verbijsterd staarde ik naar de lege emmer, een emmer waar een paar seconden geleden nog ingewanden in zaten. Ik durfde mijn ogen niet op te richten, ik wilde Daniëls figuur niet zien. Zelfs met gesloten ogen wist ik wat ik kon verwachten; zijn magere, kleine lichaam, besmeurd met bloed en lichaamssappen van dode dieren. Vernederd tot op het bot.

Door mij.

Mijn handen begonnen te trillen; het schuldgevoel kwam opzetten. Waarom had ik het niet gewoon geweigerd? Waarom was ik niet tegen de Alpha in gegaan? Ik had al zovele keren bevelen genegeerd, waarom nu niet?

De bebloede emmer glipte uit mijn handen. Met een donderend geluid viel die op de grond en rolde van me af, naar de figuur toe die voor me zat. De emmer kwam tot stilstand voor de besmeurde knieën van Daniël.

Een oorverdovende stilte vulde de open plek in het bos. Enkel de hijgende adem van Daniël bereikte mijn oren. Het klonk alsof hij een heel eind had gelopen, maar ik wist dat hij woedend was. Woedend en vernederd.

Door mij.

Een uitbundig gejuich doorbrak de stilte, een gejuich dat ik maar gedempt kon horen. Het was alsof alles door een dikke mist van gevoelens naar me toe zweefde. Het ontzag voor de Alpha, de opluchting van mijn moeder, de verontwaardiging van enkele vrouwen, maar bovenal de woede van Daniël. Het dreef als een zware, donkere wolk boven de open plek, als een verstikkende mist. Zijn vernedering had een haast ontembare woede opgeroepen en voor de eerste keer zag ik een echte wolf in zijn ogen.

'Gefeliciteerd, Steven,' zei de Alpha Marcus, maar het drong amper door me heen. Enkel de ineengekrompen figuur van Daniël bleef op mijn netvlies branden.

'Je hebt alle testen afgelegd, met succes,' vervolgde Marcus, maar nog steeds keek ik hem niet aan. 'In de eerste test bewees je dat je je kunt inhouden als het nodig moest zijn. Een van de weinige minpunten aan wolven is hun impulsiviteit. Vandaag bewees je dat dat bij jou niet altijd het geval hoort te zijn. Ook bewees je je loyaliteit aan de Alpha in de laatste test.'

De menigte was opnieuw stil geworden en luisterde geboeid naar Marcus, die zich nog langer maakte dan hij was. 'Over precies één minuut ben je zeventien en ben je een volwaardig lid van de roedel. Dat is het moment waarop het ritueel zal uitgevoerd worden. Alle mate-bare vrouwen van de roedel zullen je passeren en hopelijk zit je mate in deze roedel.' Ik voelde me onrustig worden naarmate de seconden verstreken. Ondertussen was Daniël opgestaan en hadden ze zijn polsen losgemaakt. Met zijn gezicht naar de grond gericht wreef hij over zijn polsen, waar het touw in zijn vel had gesneden. Langzaam schuifelde hij naar achter en verdween hij in de menigte, waar iedereen voor hem week. Hun gezichten waren met afschuw op hem gericht. Zelfs Daniëls ouders keken hun zoon niet aan.

Op dat moment scheen de maan vol op de open plek in het bos, en ik voelde me sterker worden, alsof mijn lichaam het zilveren maanlicht absorbeerde. Ik haalde diep adem, sloot mijn ogen en draaide mijn gezicht naar de maan. Niets bestond er nog, niets.

Behalve ik, en de zilveren stralen van de maan.

~

Toen ik mijn ogen weer opende, keken alle roedelleden me aan, allemaal vol ontzag. Maar Daniëls lichte ogen waren nergens te bekennen.

'Tijd om je nieuwe huis te zien.' De stem van één van de Ouderlingen klonk. Het was de vrouw van de vorige Alpha, Aemelia. Haar witte haren en gerimpelde gezicht wezen op haar hoge leeftijd. Ze wenkte me en draaide zich om naar de menigte. Zij weken voor haar en keken mij eerbiedig aan. Een plotseling besef deed me bijna struikelen. Ik was zeventien jaar.

De Geliefden van de NachtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu