Alexis
Ik zit op mijn kamer mijn huiswerk voor verdediging te maken, als mijn moeder ineens binnenkomt. Ik blijf naar mijn huiswerk kijken, totdat mijn moeder begint te praten.
'Alex, je vader en ik willen met je praten. Nu.' Ik kijk haar aan en ze loopt weer naar beneden. Ik heb werkelijk geen idee waar het over zou kunnen gaan, maar ik besluit om mijn moeder te volgen. Als ik beneden ben, zitten mijn vader en moeder naast elkaar aan de eettafel. Mijn vader leunt met een elleboog op tafel en kijkt de andere kant op. Mijn moeder zit met haar armen over elkaar. Het lijkt net alsof ze weer drie jaar zijn en ruzie hebben. Ze kijken beide op als ze mij aan zien komen. Ik ga tegenover ze zitten en wacht af. Waarop weet ik niet. Er wordt een hele tijd niets gezegd, totdat mijn moeder mijn vader aanstoot.
'Zeg het dan, Nico.' Mijn vader haalt zijn elleboog van tafel en kijkt me recht aan. Hij schraapt zijn keel.
'Waarom leeft de zoon van McCort nog?' Voor mijn idee stopt mijn hart even met kloppen en mijn gedachten zijn er niet meer. Hij heeft me door. Hij heeft ons door. Hoe ga ik me hieruit redden, is de grote vraag. Mijn ouders kijken me allebei strak aan.
'Alex, waarom leeft hij nog?' zegt mijn vader nu wat dwingender. Nu móet ik wel antwoord geven.
'Ik... ik weet het niet! Hij was dood, zeker weten!' Mijn vader wendt zijn blik af en ademt diep in en uit. Hij is furieus, maar probeert het te verbergen. Hij kijkt me weer aan.
'Je loopt uit je nek te lullen, Alex.' Met volle vaart gaat hij staan en schuift hij zijn stoel naar achter, die vervolgens hard op de grond klettert. Hij heeft een zware ademhaling. Ik probeer me voor te bereiden op alles.
'Alex, je had het beloofd! Waarom heb je het niet gedaan!' Mijn vaders stem klinkt boos en wanhopig. Het enige wat ik kan doen is mijn schouders ophalen.
'Ik kon het niet, pa.'
'Wat nou ''ik kon het niet''! Je bent een Smith, Alex!' Mijn vader schreeuwt en staat hevig te gebaren. Mijn vader haalt wanhopig een hand door zijn haar. Hij ademt diep in en uit.
'Weet je wel niet wat dit betekend?' zegt hij rustiger. Ik krijg een brok in mijn keel. Ik weet het dondersgoed.
'Ik moet je schieten, Alex! Wíj moeten je schieten! Waarom heb je er niet aan gedacht!?' Het enige wat ik kan doen is mijn hoofd schudden. Hoe kón ik ooit zo stom geweest zijn. Mijn vader pakt zijn stoel weer op en gaat zitten.
'Ik wil je niet kwijt. Je bent het enige kind dat we hebben. Waarom heb je hem laten gaan?' zegt hij met een trilling in zijn stem. Er trekt een rilling over mijn rug heen. Mijn gedachten zijn compleet weggevaagd, mijn stem lijkt te zijn verdwenen, mijn tong lijkt verlamd. Ik weet het niet. Mijn moeder, die het al die tijd wel prima leek te vinden, begint te praten.
'Alex, je bent echt heel, heel erg dom geweest.' Dat besef ik zelf ook maar al te goed. Ik wordt binnen nu en een week geliquideerd, omdat ik me niet aan de regels heb gehouden van mijn werkgever. In dit geval moet één iemand van de hele aanhang van mijn vader me schieten.
'Ga naar je kamer.' zegt mijn vader. Ik sta op en loop de trap op. De brok in mijn keel wordt steeds groter en tranen branden in mijn ogen. Ik sluit de deur van mijn kamer zacht achter me dicht en draai de deur op slot. Ik ga midden in mijn kamer zitten en er rolt een traan over mijn wang naar beneden. En nog één. Daar gaat alles, net als mijn tranen. Mijn toekomt, mijn leven, mijn Kane, mijn alles. Ik sta op en ga op mijn bed liggen. Ik staar naar het plafond en schrik op als ik mijn telefoon hoor piepen. Ik sta op en pak mijn mobiel van het bureau. Terwijl ik het berichtje open, loop ik terug naar mijn bed. Het is van een onbekend nummer.
-Loods. Nu. K.-
Ik pak een vest uit mijn kast en trek het aan. Ik stop mijn mobiel in een zak en veeg mijn tranen weg. Ik open het raam en een golf van kou komt naar binnen. Ik klim door het raam en klim het dak op. Als ik op het dak ben, loop ik door de dakgoot naar het schuurtje. Het schuurtje is een stuk lager en kan ik makkelijker vanaf springen. Als ik op de grond sta, begin ik te rennen. Ik kom een paar minuten later hijgend bij de loods aan. Ik vertraag mijn pas en loop naar binnen. Kane staat al in het midden van de loods, waar we elkaar voor het eerst aantroffen. Ik loop op hem af en schrik als ik zie dat hij zijn pistool aan zijn broek heeft hangen.
'Kane?' Hij draait zich om en ik loop op hem af.
'Sorry voor het berichtje, ik had je niet moeten laten komen. Het spijt me.'
'Je hoeft geen sorry te zeggen, het is oké.' Er valt een stilte.
'Mijn vader weet het.' zegt hij ineens. Mijn ogen worden groot.
'Dus de jouwe ook al?' zegt hij, waarna hij een emotieloos lachje laat horen. Ik knik.
'We zijn de Sjaak, Alexis, en niet zo'n klein beetje ook.' Ik zucht. Hij heeft gelijk.
'En nu?' besluit ik maar te vragen. Hij haalt zijn schouders op.
'Afwachten.' Ik ga zitten en hij volgt mijn voorbeeld.
'Afwachten tot onze dood.' We zijn beide weer stil. We staren beide voor ons uit. Na een tijdje kijk ik hem aan.
'Angst en geluk zijn een tweeling. Ze komen daarom ook altijd samen.' zegt hij. Het klopt. Hij en ik, geluk, maar ook angst. Angst om ontdekt te worden. Hij went zijn blik af en kijkt me nu ook aan. Hij zucht.
'Verdomme. Waarom heb ik je niet gewoon neergeschoten, Alex.' Ik wil zijn vraag beantwoorden, maar ik weet niet hoe.
'Ik kon het niet. Ik kon het gewoon niet. De manier hoe je daar de hoek om kwam. Hoe je stond de trillen op je benen. Hoe je uit je ogen keek. Hoe je jezelf bent. Hoe je praat, lacht, neuriet, weet ik wat doet.' Hij zucht.
'Je maakt me echt knettergek, Alex. Werkelijk.' Ik wend mijn blik af en kijk naar de grond. Hij raakt me op de juiste plekken.
'Jebent zo anders, zo anders op de juiste manier.' Zonder dat ik het besef leg ikmijn hoofd op zijn schouder en sluit mijn ogen. Zo wil ik eeuwen blijvenliggen, afgezonderd van de wereld om me heen. Afgezonderd van dieverschrikkelijke maffia.
JE LEEST
Het bloed dat door onze aderen stroomt (Voltooid)
Short StoryBeiden komen ze uit een maffiafamilie die hoog in de rangorde staat. Beiden geen idee wat hun te wachten staat. Lees hier het verhaal van Kane en Alexis, een verhaal dat eigenlijk onmogelijk is. Hoogste ranking: #37 in Kort Verhaal