9.

154 9 1
                                    

Kane

We liggen met z'n tweeën op onze rug naar sterren te kijken. Het lijkt alsof het nooit anders is geweest, we nooit elkaar moesten neerschieten.

'Kane,' Ik draai mijn hoofd naar haar toe.

'waarom heb je niet geschoten?' Ze draait nu ook haar hoofd, zodat we elkaar aankijken. Ik probeer iets nuttigs te verzinnen... niet dat dat lukt.

'Wil je dood dan?' Ik kan mezelf wel voor mijn kóp slaan. Wat een ei ben ik soms toch ook. Wie vraagt er nu weer aan een meid of ze dood wil?! Sowieso, je vraagt niet aan íemand of diegene dood wil. Tot mijn opluchting lacht ze om mijn verschrikkelijk domme opmerking.

'Nee, natuurlijk niet! Ik vraag het me gewoon af. Je had net zo goed meteen kunnen handelen toen ik de hoek om kwam. Dan had je hier alleen gelegen.' Ja, wat ga ik nu zeggen... Niet dat ik een zwak voor haar heb, niet dat ik haar mooi vindt. Dat gaat me een beetje te snel.

'Dat geld ook voor jou. Als jij meteen had geschoten, was je nu waarschijnlijk thuis geweest. En ik dood.' Ze laat een emotieloos lachje horen. Uiteindelijk geeft niemand van ons antwoord op de vraag. Voor mijn idee liggen we hier al uren. Ik ga rechtop zitten en kijk om me heen. Nog geen spoor van de zon, maar die zal over een uurtje wel komen, gok ik. Alexis gaat ook rechtop zitten.

'Wat doen we, Kane?' Ik zucht.

'Het enige wat ik me nu zo snel kan bedenken, is dat we beide tegen onze vader zeggen dat we dood zijn. We lopen risico, maar dat loop je altijd in de maffia.' Ze knikt.

'Je hebt gelijk. Maar als ze hierachter komen, zijn we flink de pineut.'

'Dat komen ze niet.' We gaan staan en lopen de trap af. Als ik weg wil lopen roept ze mijn naam.

'Kane?' Ik draai me om.

'Zullen we dit vaker doen?' Er staat een flink aantal meters tussen ons in, maar het lijkt alsof we heel dichtbij elkaar staan. Ik heb zat vriendinnetjes gehad, maar niemand is als zij. Ze is speciaal, maar ik ben er nog niet achter op welke manier.

'Ja, om de dag? 's Avonds om een uur of twaalf?' Ze knikt. Ik kan vanbinnen wel springen, maar ik houd me in. Ik draai me om en loop richting huis. Ik kijk nog een keer achterom. Ze loopt de andere kant op. Ik haal een hand door mijn haar en zet stevig de pas erin. Mijn vader moet geloven dat ze dood is, als hij het niet geloofd, ben ik de klos.

Als ik thuis aankom, zit mijn vader op me te wachten. Ik open de deur en zie hem aan de keukentafel zitten. Hij staat op als ik naar binnen loop.

'Hoe was het?'

'Ze is dood.' Ik haal het pistool uit de houder en geef hem terug aan mijn vader.

'Goed zo, jongen. Het was dus blijkbaar toch een meid. Hm, dit verklaart wel weer dat Smith nog steeds vol verrassingen zit.' Mijn vader kijkt naar het pistool dat ik hem voorhoud.

'Hou maar, het zal je nog eens goed van pas komen.' Ik knik en bedank mijn vader.

'Ganaar bed, jongen. Je zal wel moe zijn.' Ik loop naar boven en kleed me om. Hetpistool leg ik in mijn nachtkastje, voor het geval dat. Ik doe het licht uit enkruip in bed. Ik draai me om een kijk op mijn wekker. 03:12. Ik kan de slaapmaar niet te pakken krijgen; het enige wat door mijn hoofd spookt, is haarnaam. Alexis. Alexis. Alexis.    

Het bloed dat door onze aderen stroomt (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu