~4~

700 67 15
                                    


Ik liep over het station met mijn spullen. 'Pas goed op jezelf Lilian,' zei mevrouw Wemel toen ze me een knuffel gaf. Ik glimlachte. 'Zal ik doen, doei!' riep ik en ik stapte met Ginny een coupé in. Even later kwamen Ron en Hermelien ook. 'Waar blijft Harry?' vroeg Ginny. Ik glimlachte. 'Hij is aan het praten met meneer Wemel,' zei ik. De conducteur schoof de deuren dicht. 'Waarom is Harry er nog niet?' vroeg Hermelien angstig. De trein begon te rijden, ik gooide de deur dicht en Harry sprong naar binnen, met zijn spullen. 'Doe dat nooit meer idioot,' zei ik beduusd toen we weer veilig zaten.

'Ik moet jullie onder vier ogen spreken,' zei Harry toen tegen Hermelien, Ron en mij. We knikten. 'Maak dat je wegkomt Ginny!' zei Ron bot. Ik sloeg hem tegen zijn achterhoofd.

'O, wat zijn we weer aardig!' zei Ginny beledigt en ze liep met grote passen weg. 'Kom, wij zoeken ook een andere coupé,' zei ik. Ze knikten en samen stonden we op, op zoek naar een coupé.

Ze waren echter allemaal vol, behalve de allerlaatste, waar één man bij het raam zat te slapen.

'Wie zou dat nou zijn?' vroeg Ron, maar ik had mijn ex-huisgenoot al kerkend.

'Remus!' riep ik en ik ging naast hem zitten, en begon hem te porren. Maar hij werd niet wakker.

'Waarom word 'ie niet wakker?' zei ik dramatisch. Harry glimlachte. 'Dus dit is de man waar je een jaar bij hebt gewoond?' vroeg hij. Ik knikte. 'Welk vak zou hij geven?' vroeg Ron. 'Dat lijkt me duidelijk,' fluisterde Hermelien. 'Verweer Tegen De Zwarte Kunsten natuurlijk! De enige vacature.'

Ik zuchtte diep, terwijl ik Remus nog steeds aan het porren was.

'Ik hoop dat hij het aan kan,' zei Ron twijfelachtig. 'Zo te zien, zou je denken dat een vervloeking hem al teveel kan zijn.'

Ik glimlachte flauwtjes. 'Geloof me, Remus ziet er misschien vermoeid en ziek uit. Hij is sterker dan je denkt,' zei ik. Ze knikten.

'Maar nu, ik heb jouw ouders Ron horen praten over Sirius Zwarts,' zei Harry. Ik slaakte een diepe zucht en plofte dramatisch neer op de bank. 'Niet weer Harry!' riep ik dramatisch. Hij bedaarde me tot stilte. 'Laat me het eerst uitleggen, dan mag je oordelen,' zei hij.

Ik snoof maar liet hem praten. Ik begon gewoon simpelweg een boek te lezen, zonder me ook maar iets aan te trekken van Harry's gebrabbel over Sirius.

'Is Sirius Zwarts ontsnapt om op zoek te gaan naar jou? O Harry, weer alsjeblieft heel, heel voorzichtig. Stort je niet in de problemen,' zei Hermelien bezorgd.

'Ik stort me nooit in de problemen!' zei Harry gepikeerd. 'De problemen storten zich meestal op mij.'

Ik zuchtte en deed mijn boek dicht. 'Het is nog steeds complete onzin dat jullie Sirius verdenken,' mompelde ik. Ze keken me aan. 'Een normaal iemand ontsnapt niet uit Azkaban Lili,' zei Ron.

Ik keek hem droog aan.

'Nee, omdat de mensen in Azkaban schuldig zijn. Sirius was onschuldig. En dat wist hij, dat is niet een bepaald gelukkige gedachte. Ik weet niet precies hoe het hem gelukt is. Maar ik heb een vermoeden,' zei ik.

Hermelien keek me twijfelachtig aan, het was alsof, ze iets doorhad.

Maar dat kon gewoon niet. Ik was te goed in mijn emoties verbergen.

'We minderen vaart,' zei Ron ineens. Hermelien keek op haar horloge. 'Maar we kunnen er nog helemaal niet zijn – Aah!'

De lichten waren uitgevallen. 'Wat gebeurd er?' vroeg Ron in paniek.

Ik voelde op dat moment alles koud worden. 'Dementors,' fluisterde ik.

'Jongens, denk niet aan iets gelukkigs maar ook niet aan iets wat je bang maakt. Er komen Dementors binnen, de bewakers van Azkaban,' zei ik. Ik hoorde Hermelien zuchten. 'Hoe weet jij van Demendinges?' vroeg Harry. Ik glimlachte flauwtjes, niet dat hij dat kon zien. 'Mijn ouders waren dooddoeners weet je nog wel?' vroeg ik. 'Heb je het opgezocht?' vroeg Hermelien verbaasd.

'Nee,' zei ik met een stem die droop van de sarcasme. 'Sirius Zwarts is gekomen op een theekransje om me te vertellen hoe gezellig die wezens wel niet zijn!'

Op dat moment ging de deur binnen. 'Sorry, weten jullie wat er aan de hand is? – Au – Sorry!' Marcel was tegen mijn benen aan gevallen. 'Geeft niks,' zei ik terwijl ik hem omhoog hielp.

'Ik ga de machinist vragen wat er aan de hand is,' zei Hermelien.

Ik voelde haar langs me heen schuifelen, hoorde de deur weer openglijden en toen een bonk en twee kreten van pijn.

'Wie is dat?'

'Wie is dat?'

'Ginny?'

'Hermelien?'

'Wat doe je daar?'

'Ik zocht Ron-'

'Kom binnen en ga zitten-'

'Niet hier!' zei ik haastig. 'Ik zit hier!'

'Au!' zei Marcel.

'Stil!' zei een hese stem plotseling.

'Remus!' riep ik en ik omhelsde hem. 'Het was erg onbeleefd om de hele rit te "slapen"' zei ik dramatisch. Ik zag hem licht glimlachen, voor zover dat kon.

Op dat moment schoof de deur open, en ik wist wat er ging komen. Al het geluk begon uit me weg te stromen en het ik voelde hoe ik verstijfde – ik kon simpelweg nooit meer gelukkig zijn, zo voelde het tenminste. Ik hoorde hoe Roxanne gilde en daarna kreunde van pijn. 'Ik hou van je Lils, Always,' klonk er in mijn hoofd, ik dwong mezelf om wakker te blijven.

Iets wat mislukte.

Ik voelde hoe alles zwart werd en ik neer viel.

'Lilian,' fluisterde iemand. Ik schrok wakker. Ik ging direct rechtop zitten. Remus gaf me een stuk chocolade. Ik at het dankbaar op. 'Ik heb mezelf nog zo gedwongen niet flauw te vallen,' jammerde ik. Remus glimlachte. 'Je hebt het ook lang volgehouden hoor,' zei hij. 'Ik had het al wel verwacht. Maar goed, ik ga nu even met de machinist praten.'

Hij gaf Harry een stukje chocola en liep weg, ik ging weer zitten op het bankje.

'Wat was dat?' vroeg Ron. Ik rolde met mijn ogen. 'Een Dementor, zoals ik ook al gezegd had. Een bewaker van Azkaban. De vreselijkste wezens die er zijn,' zei ik.

'Viel een van jullie, ook – eh – flauw?' vroeg hij. Ik glimlachte zwak en knikte. 'Nee, maar het voelde wel alsof we nooit meer gelukkig zijn. En het was heel koud,' zei Ron. 'Ik viel ook flauw,' zei ik en ik glimlachte waterig. 'Hoorden jullie die gil ook?' vroeg Harry daarna.

Ik slikte, ik wist dat hij zijn moeder had horen gillen, het was logisch.

'Niemand gilde Harry,' zei Hermelien in paniek. 'Ik hoorde ook iemand gillen,' zei ik en ik glimlachte waterig. Hij keek me aan. 'Wie hoorde je?' vroeg hij. 'Ismene,' zei ik bars. Ginny en ik wisselden een blik van verstandshouding, we wisten allebei dat ik Roxanne had gehoord.

'Wacht een even – Lilian, in het eerste jaar toen jij mij aanraakte zagen we – ' zei Harry met stokkende stem.

'Inderdaad, en nu had je hetzelfde, maar dan zonder beeld,' zei ik. Hij knikte. 'Dan is het logisch dat de rest de gil niet hoorde,' zei hij. Ik knikte. Hermelien, Marcel en Ron keken ons niet-begrijpend aan.

'Hij hoorde zijn moeder gillen toen ze werd vermoord door Marten,' zei ik. 'Marten?' vroeg Marcel. Ik keek hem aan. 'Voldemort,' zei ik. Hij knikte angstig.

Op dat moment kwam Remus weer terug, hij gaf de rest nog wat chocola. 'Ik heb de chocola niet vergiftigd hoor, Harry,' zei hij met een flauwe grijns.

En hij liep weg. 'Hoe weet hij mijn naam?' vroeg Harry. Ik glimlachte. 'Je ogen,' zei ik. Iedereen in de coupé keek me aan. 'Je hebt de ogen van je moeder Harry,' zei ik glimlachend. Op dat moment stopte de trein echt.

Ik stond op en pakte mijn spullen.

En samen liepen we de trein uit.


Cursed 3 / Harry PotterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu