H18 | Bekentenis
Sebastian Ryder Romeo JonesIK HOEFDE MIJN ogen niet open te doen om te weten dat hij het wist. Ik kon zijn verdriet voelen aan het prikken in mijn ogen en de brok in mijn keel. Er waren deuren met geheimen in mijn hoofd geopend, en Danny had ze zelfstandig opengemaakt.
Iemand anders had het hem verteld, en ik wist niet wie, en ik wilde het eigenlijk ook helemaal niet weten. Ik wilde zelfs mijn ogen niet openen om de confrontatie aan te gaan.
Ik kon zijn ademhaling in mijn oor voelen. Zijn hand lag zorgvuldig op de plaats van mijn hart en hij had een van zijn benen om de mijne heen gewikkeld alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.
"Ik weet dat je wakker bent, Ryder," fluisterde hij, geruisloos en gebroken. Ik wilde verdomme niet horen dat hij gehuild had. Waarom had hij überhaupt gehuild? Het was mijn leven, niet dat van hem. Had hij recht op het verspillen van tranen aan mijn klote-historie? Hij had het niet mee hoeven maken, ík wel. Hij stond hier ver buiten.
Danny haalde diep adem en leek iets te overwegen "Ryder, het... ik kan me gewoon niet voorstellen hoe moeilijk dit voor je is geweest. Ik ben niet blij dat je het me niet zelf vertelt hebt, maar ik denk dat ik het wel begrijp. Je wist vast niet eens hoe je dit moest verwoorden of wanneer je zoiets kon vertellen en-"
Mijn ogen schoten abrupt open en ik duwde mezelf omhoog. Een felle pijn schoot als een mes door mijn lichaam, maar ik negeerde het. "Waag het niet," siste ik. "Ik hoef je medelijden niet en ik was sowieso al niet van plan je dit te vertellen. Dit ligt ver achter me en het blijft ver achter me. Je hebt hier helemaal niets mee te maken."
"Ik heb hier niets mee te maken?" fluisterde Danny ongelovig. "Ik ben je Mate! Ik hoor dit soort dingen te weten! En ik snap dat je me het niet verteld hebt, hoor, maar nu ik het weet, hoef je niet te doen alsof ik het níét weet! Want dat is het hele punt, toch? Je zou willen dat ik nooit iets over je te weten zou komen en dat je alles kon begraven onder een berg leugens. Daar gaat het om, is het niet?"
Ik besloot niet te reageren en hem alleen in stilte aan te staren, wachtend op het moment dat hij weg zou kijken. Dat moment kwam ruim vijf minuten later, toen hij eindelijk de intimidatie voelde en zijn blik naar de grond liet vallen.
"Ryder... waarom laat je me niet gewoon binnen?" Hij schudde langzaam zijn hoofd. "Ik hou van je, maar ik kan dit echt niet blijven doen. Ik kan er niet mee omgaan, de constante ruzies en de afstand tussen ons..." Hij zuchtte. "Ik wil het gewoon niet meer. Het heeft gewoon geen zin. We zitten in zo'n cirkel en ik-"
"Danny, niet nu," zuchtte ik vermoeid. "Ik snap dat het allemaal moeilijk is, maar dat hele empathie-gedoe lukt me nu gewoon even niet, oké? Kunnen we dit gewoon morgen doen of zo? Ik had een zware dag en ik wil geen gecompliceerde praatjes nu."
Danny zond me een beschuldigende blik voordat hij opstond. "Ik moet toch naar huis. Ik spreek je nog wel." Met dat liep hij de kamer uit, maar hij hield halt bij de deur en leek nog iets te willen zeggen. Hij schudde echter zijn hoofd en vervolgde zijn weg.
Ik begroef mijn hoofd in mijn handen en haalde diep adem. Er volgde een korte, intense stilte waarin ik de kans kreeg om me schuldig te voelen over het feit dat ik tegen mijn Mate had geschreeuwd en hem had pijn gedaan. Waarom moest ik dat in godsnaam altijd doen? En waarom moest Danny altijd alles zo gecompliceerd maken? Waarom kon ik niet gewoon van hem houden en hem alles vertellen?
De stilte werd doorbroken door geruisloze voetstappen. In de eerste instantie dacht ik dat het Aisha was, maar daarvoor waren de stappen te hard en te groot.
Mijn matras zakte iets in vlakbij mijn lichaam en enkele seconden later drong de sterke vanillegeur tot me door. Ik voelde hoe zijn gespierde armen om mijn middel gleden en zijn kin plaatste hij op mijn hoofd. Ik kon zijn hartslag in mijn oor voelen dreunen. Het was bijna alsof ik bedwelmt werd... op een goede manier.
JE LEEST
Collisie [Onder het Gouden Maanlicht II]
Werewolf*Lees eerst 'Onder het Gouden Maanlicht I: Confessie'. Dit boek sluit namelijk naadloos aan op het eerste deel, waardoor het absoluut niet apart gelezen kan worden. Ik zal daarom ook de beschrijving van dit boek niet hier plaatsen, maar in het boek...