Hoofdstuk 3

50 2 0
                                    

Robin

Ik loop langs de groep heen die me verbaasd staan op te nemen. Ik laat mijn rugtas in een lekkere houding langs mijn arm bungelen en loop verder. Louise volgt me. Kan ze me niet gewoon alleen laten? Er komt een jongen uit de wc gelopen. Verstomd loop ik zijn richting op. Gosh, hij is knap. Donkerblond haar, lichtbruine ogen en hoge jukbeenderen. Volgens mij staar ik naar hem, want hij kijkt me grijnzend aan. Ik haal mijn ongeïnteresseerde blik snel tevoorschijn om hem niet te laten merken wat ik eigenlijk van hem vind. 

Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan, word ik nou verliefd? Dacht het niet. 'Hé, jij bent toch dat nieuwe meisje? Ik ben Joshua, maar iedereen noemt me Joe.' 

'Ik ben Robin.', antwoord ik kort. Ik maak aanstalten om weer verder te lopen.

'Ben jij niet die misdadiger? ', vraagt hij.

'Zo zou je het kunnen noemen, ja.'

'Dus jij bent de nieuwe badgirl?'

'Nee, dat klinkt kinderachtig.'

'Hoe wil je dan genoemd worden?' Ik trek een wenkbrauw op.

'Robin?', antwoord ik. Ik ben niet in staat een gepaster antwoord te bedenken, ik word teveel in beslag genomen door zijn uiterlijk. Hij grijnst weer. Dan ziet hij er gewoon nog beter uit.

'Oke, Robin,', hij legt de nadruk op dat woord en het ergert me kapot. 'Welk vak heb je zo?'

'Geschiedenis, en ik hoop dat dat niet met jou is.' Heer, laat het alsjeblieft met hem zijn! 

'Oh, hoezo niet?' Denkt hij dat ik vijf ben?

'Omdat je irritant bent en ik geen vijf jaar oud.' 

'Volgens mij vind je me gewoon leuk.' Jupp, helemaal waar.

'Dat zou je willen. Ik ben toevallig wel de knapste van ons twee. En daarbij val ik niet op players.' Dat is nou het eerste wat niet helemaal gelogen is.

'Dus je weet heel zeker dat je me niet leuk vind?' Nee. Nee. Nee. De leugenmeter in mijn hoofd springt bijna uit elkaar.

'Voor duizend procent.'

'Vroeg of later kom je wel achter het juiste antwoord. Maar je wil vast wel een weddenschap met me sluiten, als drugsdealer moet je daar toch wel goed in zijn.' Ik kijk hem vuurspuwend aan.

'Ik ben geen DRUGSDEALER. Maar kom maar op met die weddenschap.', antwoord ik. Hij kijkt goedkeurend.

'We hebben samen het laatste uur gym. Waarschijnlijk moeten we rondjes rennen op de atletiekbaan, wie het snelste rent heeft gewonnen. Als dief moet je daar wel goed in zijn, want ja, je moet natuurlijk wel hard wegrennen voor de politie.' Wat denkt hij wel niet?

'Je weet niks van stelen, dus doe niet alsof je er alles van weet.'

'Maar wat is je antwoord? Ben je bang dat je hem verliest?', vraagt hij treiterend. EH, JA. Mijn conditie mag dan wel goed zijn, maar zijn uiterlijk zegt precies hetzelfde.

'Nee, natuurlijk niet.', zeg ik in volslagen wanhoop en ik weet niet op welke van de twee vragen ik nou antwoord geef. Hij neemt de tweede aan.

'Nou, dan heb je niks te verliezen.', hij zegt dat woord extra sarcastisch. Ik wil geen watje zijn en ook geen verliezer.

'Wat moet de verliezer doen?'

'Die moet bij de footballwedstrijd zaterdag  zeggen dat de ander knap is.', antwoord hij. Ik grijns. Ik stel me al voor hoe dat is.

'Deal.' Hij steekt zijn hand uit en ik schud hem.

'Tot later.', fluistert hij geamuseerd.

 Ik loop maar gewoon weg, niet wetend wat ik anders zou moeten doen.

The Badgirls Good Diary (nederlandsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu