Proloog
New York, drie maanden eerder
Robin
Mijn longen branden, ondanks dat ik een prima conditie heb, en mijn voeten schreeuwen om aandacht. Ik kan nu niet stoppen, de sirenes volgen me nog steeds en ik ben er bijna. Ik ren langs een steegje en ik voel dat iemand zijn hand om mijn bovenarm klemt en me meetrekt. Een eeltige hand sluit zich om mijn mond. 'Robin Adams die zich laat verassen? Dat is nieuw.'
Ik schud de hand weg. 'Hou je kop, Andrew. Ik kan niet op twintig dingen tegelijk letten.' Ik voel zijn grijns in mijn rug branden en ik moet me inhouden om hem geen klap te verkopen. Ik kijk voorzichtig om de hoek, gelukkig is er niemand te zien.
'Heb je het pakketje?', vraagt hij.
'Ja, ik heb het.', antwoord ik ongeduldig. Ik pak het pakketje met wiet onder mijn leren jack vandaan. 'Ik snap nog steeds niet wat je hier nou mee wil, je kan er helemaal niets mee.'
Hij negeert me en pakt het pakketje gretig uit. 'Goed zo, lekker man.' Hij pakt een aansteker uit zijn zak en houdt het bij het doosje. Ik kijk minachtend toe, terwijl hij wiet zit te roken. 'Oh, kom op Robin, wil je het niet een keer proberen?' Ik haal mijn neus op.
'Ik zou dat nog niet snuiven, ook al valt de maan uit de lucht.' Hij grijnst en ik rol met mijn ogen. Mijn broer is echt een idioot die elke dag wel stoned is. 'Ik ga naar huis.', deel ik mee.
'Oké, haal je onderweg nog wat avondeten?', roept hij me na. Ik steek mijn hand op ten teken dat ik het goed vind. Halen vinden wij een beter woord dan stelen. Ik loop de supermarkt in en haal een tas onder mijn jas vandaan. Ik loop regelrecht naar het pad met chips en pak een zak met paprika smaak. Daarna ga ik naar de groente en fruit afdeling en pak de benodigde spullen, ik heb zin in Indiaas vanavond. Je zou het bijna niet geloven als ik zou zeggen dat sommige criminelen nog aardig kunnen koken. En daar ben ik er een van, ook al zeg ik het zelf. We hebben thuis nog rijst en currysaus, dus dat hoef ik niet mee te nemen.
Het is druk bij de balies, net wat ik had gehoopt. Er is er altijd een bij die niet open is en nu staat daar een karretje voor om mensen zoals ik tegen te houden. Niet dat het mij kan stoppen, desnoods spring ik erover heen. Maar ik neem niet die kassa, ik ga in de rij staan zoals alle andere gewone mensen doen. Dat is het trucje dat ik sinds de dood van mijn moeder heb geleerd en toegepast. Eerst ging ik samen met Andrew en nu ga ik alleen. Met z'n tweeën is het wel veel gemakkelijker.
Ik ben al bijna aan de beurt en dit is mijn sterrenmoment. Ik schuifel langzaam naar voren, tot ik achter een dikke mevrouw sta, die chips, cola, nootjes, chocola en nog meer etenswaren op de balie legt waar zo mogelijk nog meer calorieën in zitten. Ik snuif, ze zou wel eens op dieet mogen, maar jammer genoeg heb je er genoeg in New York, over heel Amerika trouwens. Ik ben langs de balie, nu sta ik achter een man die zijn spullen inpakt en mijn oog valt op een zak kroepoek. Die kan ik prima gebruiken, want de vrienden van Andrew blijven ook eten. Ik ga onopvallend achter hem staan en pak de zak uit zijn mand, die gelukkig achter hem staat. Daarna loop ik op mijn gemak de winkel uit, dat is ook iets wat ik geleerd heb, doen zoals iedereen doet. Niemand heeft het door. 'Hee, waar ga je heen? Je hebt nog niet betaald!', schreeuwt de mevrouw achter de kassa. Maar ik heb het mis. Nu is er nog maar één optie. Rennen. Ik sprint de straat op en ren het zebrapad over. Daar aangekomen doe ik weer normaal, niemand die gemerkt heeft dat ik iets gestolen heb. Het is hier veel te druk om op te vallen, op de mensen na die me boos aankijken, omdat ik hen omver gelopen heb. Mijn huis is vlakbij Harlem River. Mijn broer is nog een of andere zaak aan het afhandelen met een maffiabaas in Mexico en is nu ongetwijfeld druk in gesprek in een illegale club. 'Ben thuis!', schreeuw ik als ik de deur heb dichtgedaan, maar zoals gewoonlijk is er niemand die antwoord geeft. Andrew komt haast alleen voor het eten thuis. Zuchtend en mokkend begin ik de groente te koken, de kip te snijden en de rijst af te meten in een kopje. Ik mag niet bij de bende horen van hem, de rotzak. En me ondertussen wel allerlei klusjes opdragen. Ik moet toegeven dat zijn vriendengroep me ook niet erg aanspreekt. Maar ach, wat maakt het ook uit, ik zit hier en er is niets dat dat zou kunnen veranderen.
En alweer heb ik het nog nooit zo mis gehad.
Louise
De bal komt recht op me af. Oh god, niet weer. Voordat ik weg kan springen (wat bij mij op de een of andere manier altijd in slow motion gaat) smakt de bal al tegen mijn bril aan. De football is zo hard dat ik mijn evenwicht verlies en val. Dit kan ook alleen mij gebeuren. Hailey komt naast me staan en helpt me overeind. 'Volgende keer beter.', zegt ze optimistisch en geeft me een klap op de schouder.
'Ja, en weet je hoe vaak je dat al gezegd hebt? Duizend keer? Ik gok op een miljoen.' Ze lacht.
Kom op, jij bent goed in zingen, tennis...', somt ze op.
'Haha, nee, gewoon niet.', antwoord ik sarcastisch.
'Tekenen, dansen, turnen. Oja, en je bent creatief.', gaat ze verder. Ik kijk haar met opgetrokken wenkbrauwen aan.
'Hee, dames, het is hier geen theekransje. Meedoen!', roept coach Deaton over het veld. Gym is altijd weer een hel. Het fluitje gaat, wat betekent dat we (helaas!) doorgaan.
'Even wat peper d'erin!' Hij is, zoals de naam al aangeeft, ook coach van ons school footballteam en erg fanatiek. Hij begrijpt mensen zoals ik gewoon niet, die niets liever willen doen dan gewoon tijdens de gymeles gewoon in het gras willen liggen en genieten van de zon. Na een half uur doodgaan zijn we dan eindelijk klaar. Ik en Hailey lopen samen naar de kleedkamers. Daarna lopen we terug naar het hoofdgebouw. Het volgende uur heb ik scheikunde, mijn lievelingsvak. Ik maak mijn kluisje open en ruil mijn gymtas in voor mijn normale tas en mijn dagboek. 'Hee, Louise, Heb je scheikunde huiswerk? Kan ik het even overschrijven?'
'Hmhm.', geef ik als antwoord. Ze geeft me een knuffel.
'I love you, girl.', zegt ze en ik glimlach.
JE LEEST
The Badgirls Good Diary (nederlands
Roman pour AdolescentsAls ik drie dingen zou mogen wensen zijn dat: 1. een villa 2. een sportauto 3. en een normaal gezin dat geen drugs dealt Maar de wereld bestaat nou eenmaal niet uit sprookjes, dus dat gaat never nooit gebeuren. Ik zit niet op school e...