Drie maanden later
'Robin Adams.', zucht inspecteur Johnson. Ik zit in de verhoorstoel op het politiebureau. 'Wat moet ik toch met je?' Ik kijk hem weifelend aan. Zou hij een antwoord verwachten? Ik neem aan van niet en speel op safe.
'Elke keer dat je hier weer zit, lijk je onzekerder.'
'Dat lijkt dan maar zo.', zeg ik, mijn kalmte bewarend. God, wat ben ik slecht in liegen.
'Waar is je broer? En vertel me niet dat hij niet bij je was, ik herken jullie even goed als mijn eigen kinderen.'
'Als je iets over ons zou weten, is dat dat we elkaar niet verraden.'
'Vroeger of later weten we jullie verstop plaats te vinden en dan is het beter als hij niet nog meer misdrijven begaat.'
'Ach, hou toch op.'
Het is stil. Ik heb hier al zo vaak gezeten dat ik weet dat hij nadenkt over iets belangrijks.
'Kom mee, ik wil je een voorstel doen.'
Ik volg hem door een gangenstelsel met glazen ramen met uitzicht op de stad en medewerkers. Bij een glazen deur houdt de agent halt en draait de knop om. Ik loop behoedzaam naar binnen en plof in een stoel. De man achter het bureau kijkt me met opgetrokken wenkbrauwen aan. Volgens mij had ik moeten wachten met zitten.
'Goedendag, mevrouw Adams. Ik ben commissaris Flintstone. Ik heb het dossier van u doorgekeken. Het staat er niet zo goed voor.', begint hij spijtig. Nee, echt? Dat had ik nog níet door.
'Dat wisten we volgens mij al.', reageer ik bot. Hij trekt een serieus gezicht.
Hij negeert mijn opmerking.
'Wat wilde je me vertellen. Je had een voorstel?'
'Ja, of eigenlijk, we willen dat je naar school gaat in Middletown.', legt hij serieus uit.
'Wat zeg je ervan, Robin?', ik kom er nu pas achter dat ik vanaf het moment dat hij dit voorstel deed naar hem staar.
'Ik kan school niet betalen. En ik loop vier jaar achter.'
'Dan zal je dat moeten inhalen. Wij betalen je Senior highschool.', antwoord hij simpel. Ik kijk hem alleen ongelovig aan.
'Als je het niet probeert, weet je ook niet of het lukt.', zegt de rechercheur. Ik denk diep na. Als ik naar school ga, kan ik gaan studeren. Maar dan kan ik niet meer alle regels aan mijn zool lappen en doen en laten wat ik wil. En ik kan niet meer met mijn vrienden omgaan. Oh wacht. Die heb ik niet. 'Ik heb niks te verliezen.'
De agenten glimlachen allebei. 'Dat betekent wel dat je moet verhuizen. Het is niet zo ver van hier, ongeveer een uurtje rijden. Als je wil kunnen we je nu inschrijven en kan je morgen al naar Middletown toe.' Nouuu, liever niet.
'I don't care. Alleen hoe zit het met mijn broer? En hoe moet ik daar komen? Ik heb geen geld...', ik voel me nu echt een dakloze.
'Een politieauto brengt je naar daar, je kunt voorlopig bij een gastgezin van de politie wonen. We verwachten je morgenochtend om... Laten we zeggen negen uur?', hij kijkt mijn kant op en ik knik. Een gastgezin van de politie... dat gaat nog leuk worden. Hij kijkt me vrolijk aan. 'En wat je broer betreft, hij zit bij de bende, voor hem is er geen verdere toekomst meer.' WAT? en daarmee wijst hij me de deur.
'Hoe kunt u dat zeggen! Het is mijn godverdomme broer!' Hij negeert me weer volkomen.
'Als jullie willen dat ik stop met de misdadiger uithangen en naar school ga, kunnen jullie maar beter zorgen dat als jullie mijn broer oppakken, hij een laag vonnis krijgt.'
Ik sta direct op en wandel naar huis.
'K ben thuis!', schreeuw ik, maar zoals gewoonlijk antwoord er niemand. Het is niet dat ik nog geloof dat mijn vader thuis komt, het is gewoon dat het me een gevoel geeft dat ik niet helemaal alleen ben, het is een automatisme geworden. Ik loop de steile trap op en en pak mijn enorme weekendtas. Mijn kamer hangt vol met tekeningen die ik door de jaren heen heb gemaakt en ik stop ze in een map om mee te nemen. Ik stop mijn knalroze kisten in mijn tas en hou mijn zwarte biker boots aan. Ook prop ik al mijn hoodies, t-shirts, broeken, blousejes en ondergoed die ik de laatste jaren bij elkaar gekocht en gejat heb in mijn tas. Ik pak mijn rugtas en stop er mijn tandenborstel en haarborstel in. Ik weet niet goed waarom ik hier zo opgewonden van word. Het is school, dat is niet leuk. En daarbij moet ik bij politieagenten gaan wonen die ik niet ken. En daarbij laat ik Andrew alleen achter. En ik weet dat dit overprotective klinkt, maar ik weet niet of hij het red in zijn eentje.
Als ik klaar ben ga ik naar de keuken en maak eten voor mezelf. Daarna pak ik mijn telefoon en ga langs mijn social media (ja, criminelen hebben dat ook). Ik douche snel en vervolgens doe ik het licht uit en ga naar bed, nadat ik heb tandengepoetst en de wekker heb gezet.
Volgende ochtend
Slaperig druk ik op mijn wekker. Het is ook zo vroeg, waarom heb ik hier ooit mee ingestemd? Ik hijs mezelf uit bed en begin me aan te kleden. Opeens heb ik er veel minder zin in. Ik neem een ontbijt dat bestaat uit brood en spek en pluk nog snel al mijn kamerkastjes leeg. Als ik alle belangrijke dingen heb gedaan, neem ik een kijkje in Andrew's kamer. Hij ligt nog vredig te slapen en dat laat ik maar zo. Ik wendt me nog één keer naar mijn 'oude' huis en loop dan richting het politiebureau. De commissaris zit al te wachten en begeleid me naar een auto. Voor ik de auto instap draai ik me nog een keer om naar de grote, levendige stad die zonder mij verder gaat in zijn gewoonlijke drukte en glorie. Hij pakt me bij mijn schouder. 'Het gaat je lukken, Robin. En vergeet niet: Hoe harder je voor iets werkt, des te gelukkiger je wordt als je het haalt.' Onbewust moet ik glimlachen. Dan stap ik in de auto en rijden we weg. Ik pak mijn oortjes uit mijn Adidas rugzak en plug ze in mijn telefoon. De rest van de reis neem ik afscheid van de stad waar ik ben opgegroeid.
Zo ze is onderweg hoor! Hoe zullen de kindjes haar vinden?
Comment en vote!
JE LEEST
The Badgirls Good Diary (nederlands
Teen FictionAls ik drie dingen zou mogen wensen zijn dat: 1. een villa 2. een sportauto 3. en een normaal gezin dat geen drugs dealt Maar de wereld bestaat nou eenmaal niet uit sprookjes, dus dat gaat never nooit gebeuren. Ik zit niet op school e...