Hoofdstuk 9

20 0 6
                                    

'Het is gewoon lang geleden dat ik iemand zo graag wilde kussen.' Ik staar hem aan voordat hij zich naar voren buigt en zijn lippen op de mijne legt. Ik schrik, maar dan leg ik mijn armen om zijn nek. Wat heb ik naar dit moment uitgekeken. Hij drukt zich tegen me aan en ik voel zijn hart kloppen tegen mijn borst. Wacht. Ik mag niet zoenen. Niet verliefd worden. Ruw verbreek ik de kus en druk mijn ogen dicht. Ik ben zo stom.

'Het spijt me.', fluister ik in zijn oor. Hij laat me zachtjes los. Ik steun nu alleen nog op de paal achter me en het voelt loodzwaar. 'Ik kan het niet.' Ik durf hem niet meer aan te kijken, er is niks van de oude, zelfverzekerde Robin over sinds ik hier ben. 'Breng me terug naar de tribune.', beveel ik afwezig. 

'Robin, wat is er?', vraagt hij niet-begrijpend.

'Het gaat niet om jou.', antwoord ik alleen maar. 

'Ben je sterk genoeg om naar school te gaan vandaag?' Is dat een serieuze vraag? Nee, ik heb wel genoeg meegemaakt, ik hoef niet nog een trauma mee te maken. Anderzijds, ik wil Hailey en Louise zien om mezelf ervan te verzekeren dat ze allebei niks hebben.

'Ja, het gaat. Ga jij me brengen?', vraag ik, ze knikt. Ik haal alle lagen dekens weg en pak mijn krukken om op te staan.

Na een half uur stap ik moeilijk in de politiewagen en rijden we naar school. Ik heb nog nooit voorin gezeten en voor de verandering vormt het een goed gevoel. Bij elke bobbel of oneffenheid in de weg krimp ik wel even zachtjes in elkaar van pijn. De regen valt met bakstenen uit de lucht en klettert op de ruiten. Dat doet me denken aan mijn moeder en mijn maag dreigt zich om te keren. Ik voel me claustrofobisch worden. Na een paar minuten doorrijden ben ik op school en daar ben ik dankbaar voor.

Er staat natuurlijk niemand bij de ingang en ik til onhandig mijn tas mee, terwijl ik evenwicht probeer te houden met mijn krukken. Ik heb ook alleen een spijkerjasje en het jurkje van gister aan, dus ben helemaal doorweekt van de twintig meter die ik afgelegd heb.

Binnen ruikt het naar vocht en natte honden en ik trek mijn neus op. Ik begeef me naar mijn kluisje en laat mijn tas er even in rusten, ik ben uitgeput van het sjouwen. Ik kan niet te lang wachten, want de bel gaat en kreunend dring ik de drukte in. Ik word vaker dan ik gewild heb aangestoten en kleine pijnkreten verlaten mijn mond waarna een uitbundig excuses volgt. Met een van pijn vertrokken gezicht kom ik het biologie lokaal binnen.

Ik heb dit uur met Louise noch Hailey en zit alleen aan mijn huiswerk te werken. Mijn been zit net als gister omhoog en blokkeert het voetpad. Het tweede uur verga ik niet meer zo van de pijn en klets ik met Nina die naast me zit. Ze lijkt minder benauwd dan de eerste keer dat ik iets tegen haar zei, ze lijkt zelfs blij met me te kunnen praten. Ze vraagt me naar mijn verpleegde bovenbeen en mijn nieuwe kledingstijl. Daarna komt ze dichter bij me zitten en ik begin me ongemakkelijk te voelen.

'En is het waar dat Joshua Shelton je gered heeft?', vraagt ze nieuwsgierig. Joshua. Ik sla mezelf inwendig voor mijn hoofd, niet verliefd worden. Alleen ik heb zijn bevestiging al gekregen. Ik zucht. Ik vind het stom om toe te geven dat ík gered ben.

'Hmhm.', ik doe alsof ik de paragraaf druk bestudeer.

Snel scan ik in mijn hoofd alle schoolfoto's van de mensen die bij de schoolkrant werken en kom tot de conclusie dat zij er niet bij hoort. Waarom moet ze dan al die ongemakkelijke vragen stellen? 

'Hebben jullie al wat? Ik ben echt jaloers.'

'Nee, we hebben niks.' Haar gezicht betrekt een beetje.

'Nu heb jij meer kans.', zeg ik, terwijl ik doe alsof dat mij interesseert. Nee, Joshua is van mij.

'Denk je dat echt? Hij kijkt echt alleen naar jou, ik heb wel geprobeerd zijn aandacht te trekken-' Ik luister al niet meer. Ik wacht gewoon tot de bel gaat. Misschien is het wel beter als hij een vriendin krijgt, dan krijg ik ten minste geen gebroken hart. Ik hoor het bekende geluid.

'Ik hoop dat jullie gelukkig worden samen.', zeg ik midden in een van Nina's zinnen en ze kijkt me vreemd aan. Ik haast me zo snel mogelijk met mijn krukken het lokaal uit. Louise staat bij mijn kluisje te wachten en trekt me tegen zich aan. 

'Hoe gaat het, Rob?' 

'Goed, alleen de mensen die me omver duwen in de gangen zijn irritant.' Ze glimlacht en laat me los. Ze kijkt over mijn schouder naar iets achter me en ik draai mijn nek om. Joshua komt in een rechte lijn naar ons toe gelopen.

'Joshua.' Ik sla mijn ogen neer. Hij tilt mijn kin op, zodat ik hem wel aan moet kijken. Hij glimlacht en ik doe hetzelfde alleen mijn ogen lachen niet mee. 

'Het spijt me van gister.' Het kost me moeite om mijn armen niet weer om zijn nek te slaan en hem dicht tegen me aan te drukken. 

 'Moet ik je boeken dragen?', vraagt hij, mijn opmerking negerend. Dankbaar laat ik mijn tas van mijn rug afglijden.

'Er komt een nieuwe jongen op school. Ook uit New York en in dezelfde positie als jij. Nieuwe kansen en zo.' Ik voel het bloed uit mijn gezicht wegtrekken.



The Badgirls Good Diary (nederlandsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu