hoofdstuk 15

506 30 0
                                    

Opgedragen aan een BFF, Did, je bent altijd zo leuk. Bedankt om er voor mij te zijn!!! ❤❤❤❤❤❤

I love you awesome potterhead!!!!!

We lopen naar de perrons en we lopen naar een treinconducteur.
'Dag meneer, we zoeken perron 9 3/4. Weet u waar we het kunnen vinden?' vraagt Harry zo beleefd mogelijk.

De man kijkt ons scheef aan en roept vervolgens boos: 'Denken jullie dat ik een idioot ben!? Dat perron bestaat niet!! Ga iemand anders lastiggevallen!!!! En nu wegwezen!!'

Ik kijk hem geschokt aan en snel mompelt Harry: 'Sorry.'

We lopen verder over het perron en bij een muur zien we een groot gezin, iedereen heeft rood haar, best wel leuk, eigenlijk.

We gaan een beetje dichterbij. De vrouw, overduidelijk de moeder, geeft een preek aan haar zonen. 'Fred, George, dit jaar wil ik dat jullie je gedragen op Zweinstein. Let ook op Ronald. Ronald, gedraag je.' De jongens knikken verveeld. Ik wil me net omdraaien tot ik me iets inbeeld.

Zei ze nou net Zweinstein!? Kennelijk heeft Harry het ook door, want hij loopt op ze af en zegt, natuurlijk beleefd: 'Dag mevrouw, weet u waar ik en mijn zusje perron 9 3/4 kunnen vinden?'

De vrouw glimlacht lief en antwoordt: 'Jullie eerste jaar op Zweinstein, hé?'
We knikken verlegen.
'Dit is ook zo voor Ronald, kijk jullie lopen dwars door de muur heen en stoppen niet. Fred en George zullen het jullie voortonen.'
De jongens knikken en lopen op de muur af, ze verdwijnen gewoon! Ongelofelijk!! En niemand anders heeft het zo te zien door!

De jongen, Ronald, geloof ik, loopt er ook doorheen. 'Nu jullie,' zegt de vrouw.

Ik neem diep adem en loop erdoorheen. Niet veel later, bevind ik me op een heel druk perron, op een bordje staat: Zweinstein Express.

Harry staat naast me, met open mond bewonderen we het hele gebeuren. Ik voel een tikje op mijn schouder en zie de tweeling van net grijnzend staan.

'Hulp nodig?' ik knik en de jongens helpen mij en Harry van onze bagage. Azrael en mijn eastpak neem ik nog vlug van het karretje.

We zitten in een leeg hokje. Ik kijk naar buiten en zie ouders hun kinderen uitzwaaien en knuffelen. Sommige moeders huilen een beetje, sommige vaders kijken trots naar hun zonen en dochters.

Ik voel een steek van jaloezie en kijk weg.

Ik hoor metalen bewegingen tegen mijn been. Azrael beweegt heen en weer en ik begrijp dat ze uit haar kooi wil, haar gifgroene oogjes kijken me smekend aan. Ik glimlach liefdevol en open het deurtje. Ze springt er direct enthousiast uit en stoot zich tegen de zetel. Waar ik van moet lachen.

Ze wankelt een beetje en springt op mijn schoot, ze geeft me kopjes en gaat rustig op mijn schoot liggen.

Ik voel de trein langzaam in beweging komen.

Nog geen vijf minuten later komt er een roodharige jongen binnen.

'Alle coupés zijn vol, mag ik hier komen zitten?'
'Tuurlijk,' zegt Harry. Ik knik.

De jongen gaat naast me zitten en stelt zichzelf voor: 'Ik ben Ron, Ron Wemel.'
'En ik ben Harry, Harry Potter.'
Ron kijkt mijn broer met open mond aan. 'H-heb jij dan...?'
'Dan wat?'
'Het litteken?' fluistert Ron.

Harry glimlacht en schuift zijn haren opzij.
'Wow! En jij bent?' vraagt Ron ongeïnteresseerd.

'Elisabeth...'
'Je hebt dezelfde naam als Harry's overleden zusje!'
'...Potter.'

Ron hapte naar adem.
'Hoe...? ... Dit is vet gaaf!!' roept hij uiteindelijk.

'Kijk, dit is Schurfie, pathetisch is hij, niet?' Ik knik.

Ik aai Azrael nog steeds en algauw heb ik door dat het beestje ligt te slapen.

Ik hoor Ron spreken op de achtergrond,aar het boeit me niet. Ik kijk door het raam. Ik zie een eenhoorn lopen. Wauw, dat is echt een mooi dier.

Ik hoor de schuifdeur van het coupé opengaan. Ik wend mijn blik van het raam weg en kijk naar de deur.

Er staat een meisje met donkerblond, eerder lichtbruin, heel krullende haren en ze heeft haar uniform al aangetrokken.

'Hallo, ik ben Hermelien Griffel. Heeft iemand van jullie een pad gezien? Marcel Lubbermans is de zijne kwijt. En jullie zijn...?'

'Harry Potter.'
'Wauw! Ik heb superveel over jou gelezen, het was echt interessant!'
'Ron Wemel.'
'Aangenaam,' ze trekt een vies gezicht en vervolgt: 'Er is een vlek op jouw neus.'
Ron probeert hem meteen weg te vegen.

'En jij bent...?' vraagt Hermelien, ongeïnteresseerd, wat hebben mensen toch met ongeïnteresseerd zijn!?
Ik zucht en zeg luid en duidelijk: 'Elisabeth Potter.'

'Zij is dood. Zeg je echte naam alsjeblieft.'
'Ik zei mijn naam net!'

Ik vind dit meisje niet al te sympathiek.

Ik richt mijn aandacht terug op het raam en hoor vaag een ontploffing. Hermelien hoor ik ook opscheppen.
'Nou, jullie zouden beter alledrie jullie uniform aantrekken, we gaan er bijna zijn.'

'Ik ga even naar het toilet,' zeg ik, ook neem ik mijn rugtas mee.

Ik bots ook nog eens tegen iemand aan. 'Sorry,' zeg ik snel. 'Geen probleem,' piept een stem.
'Ik ben Elisabeth Potter, en jij?'
'Marcel Lubbermans.'

Ik knik en loop verder naar het toilet, waar ik snel mijn uniform aantrek.

I'm his halfsister VOLTOOIDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu