Hoofdstuk 8.

405 20 5
                                    

------- een dag later-------

Ik word wakker. Is het nog steeds waar? is het eerste wat ik denk. Twee vloeken? Heb ik Bloody Mary ontmoet? OMG! Ja het is waar. Ah fack! Ik ga omhoog zitten. Ik lig in mijn eigen bed. Hoe the hell kom ik hier nou weer dan? En woooow. Het voelt echt alsof mijn hersenen los zitten of ontploffen ofzo. Oh, lekker die komen er nu uit. Ik ren naar de badkamer en buig over de wc. Net op tijd. Maar waar ben ik nou ziek van? Ik heb eergisteren niet zo veel gedronken toch? Misschien kan je lichaam niet tegen de vloek? Tuurlijk wel, die vloek zit in mij. Niet in mijn lichaam? Dit is best raar... Wacht? Vloek? Ik kots? Omg... "Neeeeeeeeeeeeeeee!" gil ik.

Ik sprint naar Stan toe. "Stan!" gil ik terwijl ik op de deur bons. Na een minuut doet hij open. "Wtf is er met jou aan de hand? Is je kat dood ofzo?" ik schenk hem een sarcastische glimlach en duw hem aan de kant. Slaperig wrijf hij nog even in zijn ogen. "Ik... ik... Fack! Ik moest kotsen!" de tranen stromen over mijn wangen. Als ik weer naar Stan kijk zie ik dat hij blij is. "Ben je blij? GVD Stan! Snap je niet dat ik dit niet wil? Dat ik er nog niet aan toe ben?" verward kijkt hij me aan. "Huh? Je wilt niet? Denk eens na Lotte! Zoveel ongeluk in zo'n korte tijd kan ik niet aan hoor! Dit helpt het tenminste nog een beetje." ik zak op de grond tegen de muur. "Ik kan niks in mijn leven, behalve iets met jou! Een kind! Wauw!" ik zie zijn ogen glinsteren. Ik schud mijn hoofd. "Nee Stan. Het kan niet. En ik wil niet. Het spijt me." snik ik. Zal ik hem alles vertellen? Van de vloek? Kan hij het aan?

"In mijn droom zat Bloody Mary. En ik heb nog een vloek. Door haar. Het kind dat nu in mijn buik zit, zal de nacht niet halen heeft ze me verteld. Als bescherming." ik maak haakjes met mijn vingers. Ik zie Stan wit worden. "Nog een vloek?" ik zie een traan over zijn wang rollen. "Waarom? Dit is echt ongelooflijk! Waarom hebben wij dat nou weer!" hij vloekt weer. Ik sla mijn armen om hem heen en probeer hem te troosten. "Het komt wel goed schat... Ooit zullen wij vrij zijn van vloeken." ooit... denk ik... "Wanneer? Als we dood zijn?" huilt Stan.

Ghost nightWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu