Intro: 'Een Bekend Gezicht'

711 47 13
                                    

*De foto's boven de hoofdstukken zijn de foto's waar ze naar kijken als ze een foto toegewezen krijgen*

EBGEBGEBGEBGEBGEBGEBGEBGEBG

"Kan deze storm niet overwaaien of zo?" zeurde James. Hij zat op een stoel met zijn kin op de vensterbank naar buiten te treuren. Het regende nu al een paar weken en de schoolvakantie was bijna voorbij. "Ik wil sowieso nog één zwerkbalwedstrijd spelen!"

"James, zeur niet zo. Lees anders een boek." zei Lily die zelf ook helemaal in een goed boek zat.

James rolde met zijn ogen. "Ik houd niet van lezen. Dat weet je."

"Wat hebben we de hele vakantie gedaan, James?" zei Remus grijnzend. "Dat was geen koekjes bakken of zwerkballen, dat was lezen."

"Dat weet ik ook wel, Remus. Aan wiens kant sta jij eigenlijk?" James keek weer terug naar buiten en schrok niet eens toen de donder en bliksem hun aanwezigheid lieten tonen.

Een paar minuten later was alles nog precies hoe het was totdat er iemand hard op de houten deur bonsde. "James? Verwacht jij iemand?" vroeg Lily.

James schudde zijn hoofd. "Nee."

"Misschien zijn het je ouders," zei Sirius die naast James ging staan. "Die iets vergeten zijn."

James keek zijn vriend raar aan. "Dan gebruiken ze de sleutel toch? Of weet ik veel.. hun toverstok!" Zei hij nadrukkelijk.

"Misschien waren ze dat juist vergeten." mompelde Sirius.

"Nou wie het ook is, je kan ze toch niet zo maar in de regen laten staan!" Lily legde haar boek naast haar neer en stond op, richting de deur.

"Lily!" zei James. "Je doet toch niet zo maar open voor een vreemde?"

Lily keek haar uhum - vriendje - kuch, aan. "Hoe oud ben je? Zes? We mogen heus wel de deur open doen voor iemand die het nodig heeft, James."

Lily kwam bij de deur en keek door het raampje. Ze zag alleen een donkere schim voor de deur en kon niet zien of ze de persoon herkende.

"Hallo?" riep het figuur. "Is daar iemand? Ik heb een pakketje!"

"Zie?" zei Lily opgelucht. "Het is gewoon de postbode."

De jongens keken elkaar sceptisch aan. "De postbode, Lils? We zijn tovenaars. Wij hebben post-uilen."

"Nou, misschien heeft een uil jullie pakketje laten vallen en brengt hij of zij achter deze deur het terug. Dus het minste wat we kunnen doen is hij of zij binnen laten,"

Lily opende de deur en zag dat het figuur een meisje was van ongeveer haar leeftijd, helemaal ingepakt in Dreuzel-regenbestendige kleding. "Kom snel binnen." zei Lily aardig.

"Dank u." zei het meisje.

Het meisje haalde een stoffen tas onder haar regenjas vandaan en zette het op de grond neer. "Kom maar, ik neem je je jas wel," zei Lily gastvriendelijk.

Het meisje leek om iets te lachen, maar gaf haar jas toch. "James, als jij nou even thee voor ons allen zet, dan kunnen we uitzoeken wat deze jongedame hier komt doen?"

James stond nog steeds in shock naar Lily en de vreemdeling te kijken. "O-oké, Sirius, Remus? Help - helpen jullie me e-even?"

"Dus, wat is je naam?" Vroeg Lily toen ze gingen zitten.

Het meisje kwam een beetje gespannen over en leek iemand te zoeken. "Oh, sorry. Ik ben - ik ben een beetje moe." Zei ze snel.

Lily speelde wel mee. "Oh dat maakt niet uit, wat kom je hier doen?" Als het meisje haar naam niet wou zeggen, moest ze wel zeggen waarom ze hier was.

"Ik - ik kwam iets brengen en ik wou het liever persoonlijk geven."

"Oh," zei Lily verast. "Wat is het?"
Net toen het meisje iets wou gaan zeggen, kwamen James, Sirius en Remus binnen met koppen thee op een dienblad.

"Thee met melk zonder suiker voor Lily, met suiker voor Remus, normaal voor mij, extra sterk voor Sirius en deze is voor jou. Ik- ik wist niet hoe je het dronk."

"Dit is goed, dank je," Zei het meisje beleefd. Ze nam een slok thee en schraapte haar keel. "Ik zal me even voorstellen. Ik ben Hermelien Griffel."

Lily verslikte zich in haar thee. "Herm-Hermelien Griffel? Als in Hermelien Griffel uit ons boek?"

Hermelien glimlachte en leek zich weer wat te herinneren. "Ik had nog een verrassing voor jullie." Ze stak haar hand in de stoffen tas van eerder en haalde er een boek uit. Ze gaf het aan Remus die naast haar zat.

"Harry Potter en de Gevangene van Azkaban? Is dat niet heel gevaarlijk?" Zei Remus verbaasd. "Een dertienjarige die vecht met iemand uit Azkaban?"

"Vergeleken met de rest van zijn leven ligt dit nog op het randje. Oh! Dit had ik ook nog," Ze gaf James een foto en glimlachte. "Dit is Harry in zijn eerste jaar op Zweinstein. Volgens mij rond Kerst of zo."

Sirius en Remus gingen bij James en Lily staan die naar de foto in James' handen lag.

"Hij is zó schattig!" Zei Lily opeens. "Kijk nou naar dat kleine brilletje, helemaal in zijn uniform en ook nog.."

BIJGEWERKT

Een Bekend Gezicht (Langzame Updates)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu