6: De Lekke Ketel #2

404 45 3
                                    

Harry Potter is niet van mij!!!

------------------------------------------

Er viel een briefje tussen de bladzijdes door en het was een nieuwe foto. "Waar is dit van?" vroeg Remus die de foto bekeek en doorgaf naar de rest.
Toen Hermelien het zag keek ze Ron aan om het uit te leggen.
"Oh! Dit was onze vakantie naar Egypte! Dat was gaaf! Dat zijn mijn broers, Bill, Charlie, Fred en George en Percy. Ma en pa, mijn zusje, Ginny en ik."

Ginny, die altijd een zwak voor Harry had gehad, bloosde hevig en mompelde  'Hallo' zonder hem aan te kijken, maar Percy stak plechtig zijn hand uit, alsof hij Harry nog nooit eerder had ontmoet.
"Harry. Wat leuk je te zien."
"Hallo, Percy," zei Harry, die zijn best moest doen om niet in lachen uit te barsten.
"Alles goed met je, neem ik aan?"
"Prima, dank je-"
"Harry!" zei Fred. Hij wrong zich langs Percy en maakte een diepe buiging. "Verdomd leuk je weer te zien, beste kerel-"
"Fantastisch!" zei George, terwijl hij Fred opzij duwde en Harry's hand greep. "Werkelijk mieters!"
Percy keek nijdig toe. "Zo is het wel genoeg." zei mevrouw Wemel.
"Ma!" zei Fred alsof hij haar nu pas ontdekt had en pakte haar hand. "Wat ongelóóflijk enig om u weer eens te zien-"
"Zo is het wel genoeg, zei ik."

Ron schudde lachend zijn hoofd. "Fred en George toch.."
"Ja, hoe oud waren ze toen?" vroeg Hermelien.
Ron dacht na. "Nou, wij waren dertien, dus zij waren vijftien."
Hermelien keek Ron droevig aan. "Soms vergeet ik hoe jong we waren. Hoe jong hij was."
Ron trok haar op schoot en legde zin kin op haar hoofd. "Ik ook."
James, Lily, Remus en Sirius keken elkaar een beetje ongemakkelijk aan, maar zeiden niks.

Ginny giechelde.
"Jullie mogen wel eens een beter voorbeeld zijn voor jullie zusje!" beet mevrouw Wemel hem toe.
"Ginny heeft andere broers aan wie ze een boorbeeld kan nemen, moeder. Ik ga me omkleden voor het avondeten.."
Hij ging naar boven en George zuchtte diep. "We hebben nog geprobeerd om hem in een piramide op te sluiten," zei hij tegen Harry. "Maar ma had ons in de gaten."

...

Toen Harry halverwege de aardedonkere gang naar de bar was, hoorde hij opnieuw boze stemmen maar deze keer kwamen ze uit de eetkamer. Een tel later hoorde hij dat het meneer en mevrouw Wemel waren. Hij aarzelde even, want hij wilde niet laten merken dat hij hen had horen ruziën, maar opeens hoorde hij zijn eigen naam.
".. echt onzin om het geheim te houden," zei meneer Wemel. "Harry heeft het recht om het te weten. Ik heb geprobeerd dat aan Droebel duidelijk te maken, maar die blijft Harry als een klein kind behandelen - hij is dertien jaar oud en-"
"Arthur, hij zou doodsbang zijn als hij wist wat er aan de hand was. Wil je echt dat Harry naar school gaat in de wetenschap dat hem dat boven het hoofd hangt?"
"Je weet zelf hoe Harry en Ron zijn. Ze gaan er constant stiekem op uit - ze zijn zelfs een keer in het Verboden Bos geweest! Als hij niet door de Collectebus was opgepikt, was hij vast al dood geweest!"
"Maar hij is niet dood, het gaat uitstekend met hem, dus wat heeft het voor zin-"
"Molly, ze zeggen dat Sirius Zwarts gek is en misschien is dat wel zo, maar toch was hij slim genoeg om uit Azkaban te ontsnappen en dat zou onmogelijk moeten zijn."

"Maar niemand weet zeker of Zwarts het nou werkelijk op Harry gemunt heeft of niet."

Lily's ogen stonden wijd open en ze ademde diep in en uit. "Lily.." begon Sirius. "Ik zou nooit.. Je weet dat ik dat niet.."
"Houd je mond." zei ze kalm. Sirius sloeg zijn ogen neer en kroop verder de bank in waar hij op zat.

"Nou, Arthur, je moet doen wat je het beste lijkt. Maar je vergeet Albus Perkamentus. Ik denk niet dat Harry iets zal overkomen op Zweinstein zolang Perkamentus het schoolhoofd is. Ik neem aan dat hij ook van die toestand op de hoogte is?"
"Ja natuurlijk. We moesten hem om toestemming vragen om de ingangen van het schoolterrein door de cipiers van Azkaban te laten bewaken."

"Wat?" zei Remus. Hij las de zin overnieuw. "Zijn ze helemaal gek geworden! Dementors.. op een school! Wat een wereld.. wat een wereld.." Hij schudde zijn hoofd en las met een boze blik verder.

"Maar als ze Harry redden -"
"Dan zal ik nooit meer één kwaad woord over ze zeggen. Het is laat, Molly. Laten we naar bed gaan.."
Harry hoorde stoelen schrapen. Snel en zo stilletjes mogelijk liep hij de gang uit naar de bar.

Dus Sirius Zwarts had het op hem gemunt! Dat verklaarde alles. Droebel was zo vergevingsgezind geweest omdat hij vreselijk opgelucht was dat hij nog leefde. Hij had Harry laten beloven om op de Wegisweg te blijven omdat daar altijd voldoende tovenaars waren die een oogje in het zeil konden houden. En hij had voor twee auto's van het Ministerie gezorgd zodat de Wemels over Harry konden waken tot hij veilig en wel in de trein zat.

Als Zwarts Voldemorts' rechterhand was geweest, zou hij toch zeker ook bang voor Perkamentus zijn? En dan had je nog die bewakers van Azkaban waar iedereen het steeds over had.
Hij staarde kwaad naar het donkere plafond. Dachten ze soms dat hij niet op zichzelf kon passen? Hij was al drie keer aan Voldemort ontsnapt, dus zo slecht bracht hij het er niet van af..
"Ik laat me niet vermoorden!" zei Harry hardop.
"Zo mag ik het horen, schatje," zei de spiegel slaperig.

Een Bekend Gezicht (Langzame Updates)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu