10)

28 6 2
                                    

< Hannelore >
We stapten tot de avond viel. Toen gingen we aan een grote boom zitten. Jacob was uitgeput omdat hij het nog niet gewoon was om op twee benen te lopen. Zodra hij de grond raakte, viel hij dus ook in slaap. Ik ging een beetje verder in het bos hout sprokkelen voor het vuur. Toen ik het eindelijk aankreeg, ging ik tegen de boom aanzitten. Ik keek over het vuur heen naar de slapende Jacob. Ik had nog niet de kans gekregen om hem eens goed te bekijken. Hij had warrig bruin haar en een Door de zon gebruinde huid. Eigenlijk was hij best knap. Ik keek nog even naar hem. Toen ging ik ook slapen.
< Jacob >
Midden ik de nacht werd ik wakker, het vuur was bijna uit en ik had het koud gekregen. Ik pakte wat hout van het stapeltje dat Hannelore klaargelegd had. Ze lag daar op een bolletje aan de andere kant van het vuur vredig te slapen. Ik nam een deken uit de rugzak en legde het teder over haar heen. Zodra het deken op haar lag, draaide ze haar om zodat ze met haar gezicht naar het vuur lag. Ze was best mooi. Maar als ik dat zou toegeven, zou ze me waarschijnlijk uitlachen. Ik zuchtte. Ik kon beter gaan slapen zodat ik morgen minder moe zou zijn.
De volgende ochtend werd ik Veel te vroeg gewekt Door die vreselijk irritante vogels. Ik wou grommend opspringen om ze weg te jagen, maar het enige wat me dat opleverde was een lachje van hannelore, die even verder bessen aan het plukken was. 'Je bent er precies nog niet aan gewend om een mens te zijn.''Jha' zij ik ' Ik dacht echt nog dat ik een wolf was.' Ze glimlachte,'Kom, laten weten verdergaan.' Ik knikte 'jep' Hannelore keek op de kaart, die we hadden gekocht in een dorpje, en wees welke richting we uit moesten. We stapten die richting uit. Toen het ongeveer middag was probeerde ik een konijn te vangen. Maar dat lukte niet zo goed. Ik holde wel een half uur achter zo'n wipstaartje aan, maar ze waren veel te snel. Terwijl ik zo het hele bos rondrende, keek Hannelore schaterend toe. Nog nahijgend plofte ik uiteindelijk naast haar neer. 'Ik denk dat we vanmiddag bessen eten.' Giechelde ze. Ik stemde in. Nadat we de bessen op hadden rustten we nog even. Daarna liepen we verder. Toen de avond al lang gevallen was, hadden we nog altijd geen schuilplek gevonden. Een paar uur geleden hadden we het bos achter ons gelaten en waren we een grasvlakte opgestapt. We konden ook niet overnachten op de grasvlakte omdat we wolvengehuil hadden gehoord. We moesten een boom vinden. Opeens gilde Hannelore. 'Wat is er ?' Vroeg ik geschrokken. 'Daar' met een trillende vinger wees ze achter ons 'Wolven!!!'
Heey lezers,
Hier is een lang hoofdstukje. Ik hoop dat dit het een beetje goed maakt dat ik zo lang niet geüpdatet heb ... Ik ga proberen om in de vakantie meer te updaten (ik weet iets of het gaat lukken hoor)
Xxx Fiepien

De WolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu