✨ Hoofdstuk 9

40 8 0
                                    

Het was stil wanneer de sluis achter ons weer dicht schoof. Boven ons knipperde een groen lampje wat een spookachtige sfeer aan de gang gaf. Aan het eind van de gang waren twee enorme stalen deuren.

'Aan het eind van de gang zal er een val zijn. Blijf achter me lopen,' zei hij. Hij liet me voorzichtig los. Stap voor stap liep hij naar de deur die een paar meter van ons verwijderd was. Een naar gevoel bekroop me. Alsof we bekeken werden. Ik sloot mijn ogen even maar voelde geen aanwezigheid in de ruimte. Het was vreemd normaal zou ik zelfs het leven van een mier opmerken, maar om een of andere reden was het stil in mijn hoofd. Alsof er een storing was, net zoals de afweermuren in het Hancock gebouw. Wanneer ik ze weer opende zag ik Rhys stil staan. Hij hurkte neer en keek even snel naar me om voor hij wee voor zich keek. Ik keek over zijn schouder mee en zag dat hij niet naar de twee deuren keek maar, naar de grond voor zich. Zijn hand gleed over de ruwe, stenen grond. Hij duwde er tegen aan en zette snel een stap achter uit waarbij hij mij mee trok aan mijn arm. Een luik viel open en het enige wat ik daardoor zag was een zwart gat. Ik liep er schuifelend naar toe.

'Waar lijd dat naar toe?' Ik probeerde met dichtgeknepen ogen door het zwarte gat te kijken.

'Dat weet niemand. Sommige zeggen dat alle mensen die door het luik zijn gevallen nooit terug keerde. Er gaan geruchten rond dat er enorme speren op de bodem liggen zodat, wanneer mensen naar beneden vallen-' Ik gaf hem een geïrriteerde blik wat hem liet stoppen met zijn afschuwelijke uitleg. Hij glimlachte en hield wijs zijn mond. Hij schoof weer een arm om mijn middel en liep langs het gat dat langzaam weer dicht schoof. We stopte voor de twee enorme deuren. Ze zagen er zo zwaar uit dat het onmogelijk leek ze open te duwen. Ik keek verbaast naar Rhys wanneer de twee deuren plotseling open schoven. Hij beet op de binnenkant van zijn wang en keek geconcentreerd naar de twee zwaar uitziende deuren. Hij gebruikte zijn gaves net zoals  hij dat had gedaan met de deur op mijn zolder.

'Alleen mensen met gaves zoals ik kunnen deze deur openen. We noemen ze de Telepaten. Die meta-humans bewaken dan ook vaak de poort. Het is hier niet altijd even veilig.' Ik knik. Daarom wilde hij dat we stil waren.

Wanneer de deuren zo open stonden zodat we er net tussen paste liepen we verder. Wanneer ik achter me kijk zie ik dat de deuren langzaam weer dicht schuiven. Net voor de deur dicht ging voelde ik weer dat koele briesje in mijn nek. Ik klemde mijn hand steviger in het stof van Rhys' zijn jas en keek om me heen.

Het eerste dat me opviel was dat het hier veel warmer was. Het was hier veel moeilijker om normaal adem te halen. Het tweede was het water. Vier watervallen overheerste het geluid van onze voetstappen die zonet nog goed te horen waren. Alle vier de watervallen liepen samen in een meertje dat voor onze voeten lag. Vier kleine dammetjes van steen liepen van de kant van het meer kaarsrecht naar alle vier de watervallen. Langzaam begeleid Rhys me naar de meest linker dam.

'Lukt dat met je been?' Vraagt hij. Ik kijk naar beneden en zag dat het bloeden was gestopt. Langzaam knik ik en kijk naar voren naar de waterval. Hij pakt mijn onderarmen en helpt me om op de dam te komen. Ik probeerde mijn evenwicht te vinden en zet een paar stappen naar voor, maar wanneer ik weer een windvlaag ik mijn nek voel. Stop ik abrupt met lopen en draai me om.

Rhys staan met zijn rug naar me toe, twee pistolen in zijn hand gericht op twee mannen een paar meter voor hem. Ik slik wanneer ik hun vel blauwe ogen zie. Rhys is in gesprek met de twee mannen maar hun gesprek wordt gedempt door de watervallen achter me. Ik probeer onopgemerkt achteruit te lopen maar glijd uit over een nat stukje steen waardoor ik met een harde klap in het water viel. Rhys keek geschrokken achterom. Dat was net genoeg tijd voor de mannen tegen over hem om in beweging te komen. Een gil zou te laat aan komen. Daarom wilde ik mijn gedachte gebruiken. Net zoals de Telepaten.

Voor dat ik gevangen werd gehouden hadden mijn moeder en ik daar aan gewerkt. Het duurde drie lange jaren voor ik het volledig onder de knie had. Om met iemand te communiceren via de gedachtegang moest ik heel hard aan iemand denken en dan iets in hun gedachten schieten. Vroeger was het zo dat ik het naar de verkeerde persoon stuurde of dat het niet verstaanbaar was. Soms kwam het niet eens aan!

"Rhys achter je!" Hij draaide zich razend snel om en kon nog net één van de mannen neerschieten. De ander viel samen met Rhys uit het water. Ik keek geschrokken naar het schouwspel. Rhys zou het niet alleen redden aangezien de ander gewapend was. Heel zijn jas zaten vol met werpmessen en dolken en aan zijn riem hielt er een pistool in zijn holster schuil. Ik moest iets doen. En snel. Ik keek om me heen maar zag niks wat van toepassing kwam. Met een simpel kiezelsteentje zou ik de aandacht van de man niet krijgen.

Rhys trok zich snel uit het water terwijl hij de hand van de man wegschopte. De man viel weer terug in het water. Ik keek naar het water dat hem opslokte.

'Sage! Loop door de waterval!' Riep Rhys naar me. Ik keek naar hem op en zag hoe hij naar me toe rende over de dam. De man kwam weer boven water en merkte me op. Zijn grijns werd breder en zijn ogen stonden killer namate hij dichter bij kwam. Ik hoorde Rhys vaag op de achtergrond mijn naam roepen.

Water. Ik leg mijn handen op het water en tik het water met mijn vingers. Kleine stroom schokjes worden steeds groter. Na een paar secondes staat heel het water onder spanning. De man voor me bevriest en gilt het uit van de pijn. Rhys trekt me uit het water en sleurt me onder het gordijn van water door. Het laatste wat ik nog van de man zag was zijn levenloze lichaam dat in het water dreef. Ik keek geschrokken voor me en probeerde Rhys bij te houden. Maar de steken in mijn been namen weer toe en de duizeligheid nam beslag van mijn zicht. Gal kwam naar boven te komen wanneer ik me bedenk dat ik zojuist iemand had vermoord. Ik begon te hyperventileren. Rhys merkte het en stopte met lopen. Hij kneep ik mijn schouders.

'Hé, als je dat niet had gedaan was jij het geweest die nu in het water lag,' fluisterde hij. Ik probeerde te slikken maar mijn keel was te droog. Mijn tong leek net schuurpapier. Mijn handen trilde lichtjes net zoals mijn onderlip. Rhys kneep even in mijn schouders.

'In het leven moeten we keuzes leren maken en voor onze soort zijn die moeilijken beperkt. Maar we kiezen snel als we weten dat de veiligheid van het volk die we in bescherming nemen, in onze handen ligt. Wij beschermen mensen tegen die meta-humans die je net hebt gezien. Je hebt zojuist honderden mensen gered Sage. Ze zijn je er dankbaar voor.'

Ik kneep mijn ogen dicht. Als ik hem had laten gaan had hij mij vermoord, had hij Rhys neer kunnen knallen en had hij alle mensen uit Starling kunnen verraden. Ik haal diep adem en beet op mijn lip in de hoop dat hij zou stoppen met trillen. Langzaam opende ik mijn ogen weer en zag Rhys bemoedigend glimlachen. Ik knipperde mijn tranen weg en liet me weer mee trekken door Rhys naar waar een gedempt geluid van stemmen te horen was.

Secrets | R.WWhere stories live. Discover now