Hoofdstuk 6

48 0 1
                                    

Alyssa POV

Terwijl Sean en ik naast elkaar de straat in lopen, hoor ik aan het getik van hakken achter me dat er iemand achter me aankomt.

'We hadden een deal, Alyssa,' hoor ik Zelena's stem zeggen.

Ik draai me om. 'Eerst Pan, dan Hades.'

Haar gezicht betrekt, maar gelukkig grijpt Sean precies op dat moment in. 'Waarom gaan we niet eerst op zoek naar een slaapplaats, ervan uitgaand dat we hier langer dan een dag blijven?'

Ik haal even diep adem en knik. 'Goed.' Het is vast verstandig om eerst alles een beetje te bekijken en op een rijtje te zetten, en dan een plan te maken voor wat we vervolgens gaan doen. Ik ben al veel te lang impulsief geweest.

'Zullen we kijken of het huis waarin we in Storybrooke wonen hier ook vrij is?' stelt Sean voor.

'Ja.' Met zijn drieën lopen we verder, op zoek naar hetzelfde huis waarin Sean en ik ook verbleven in Storybrooke. Ik hoop echter niet dat Zelena van plan is om ook bij ons te gaan wonen. Misschien staat het huis ernaast wel leeg.

Na iets wat een eeuwigheid lijkt, komen we eindelijk aan bij het huis, al is het duidelijk dat de deur op slot zit. Sean kijkt me even kort aan en loopt de trap op naar de voordeur, die hij zonder al te veel moeite openbreekt. Grijnzend ren ik de trap op en stap over de drempel. Binnen is het donker en het ruikt muf. Als ik het licht aan doe, kan ik zien dat alles onder een dikke laag stof zit. Sean trekt zijn neus op. 'Het ziet er naar uit dat we eerst moeten opruimen.'

Smekend kijk ik hem aan. 'Kan jij dat niet doen? Ik heb belangrijkere dingen te doen.'

Sean zucht en trekt me aan mijn arm mee naar de woonkamer. 'We doen het samen, dan kunnen we morgen een plan maken.'

Ik kreun, waardoor hij opkijkt. 'Lizzy, Pan is hier morgen ook nog wel. Vertrouw je me?'

Nee. Maar ik knik wel. 'Ja.'

Hij lijkt me niet te geloven, maar gaat er niet verder op in en trekt een paar deuren open, op zoek naar een stofdoek of een bezem. Ik draai me om en loop weer naar buiten, waar Zelena nog steeds op de stoep staat.

'We hadden een deal,' zegt ze koeltjes.

Ik knik. 'Ik weet het. Maar het is laat en Sean wil me niet laten gaan. We kunnen morgen verder gaan.'

Zelena lijkt niet blij te zijn om dit te horen, maar toch knikt ze. 'Goed dan.'

Ik glimlach flauwtjes, en kijk Zelena na als ze zich omdraait en wegloopt. Dan draai ik me om, ga weer naar binnen en sluit de deur achter me.


Na het opruimen, wat een eeuwigheid leek te duren, laat ik me vermoeid naast Sean op de bank vallen en veeg over mijn voorhoofd. Glimlachend kijkt hij me aan. 'Gaat het nog?'

'Wat kan ik zeggen?' antwoord ik terwijl ik onderuit zak. 'Ik heb ontdekt dat mijn vriend nog leeft en als ik eerlijk ben wil ik graag meteen naar hem op zoek gaan, maar jij wil me niet laten gaan. Het had beter gekund, ja.'

Een gepijnigde blik glijdt over Sean's gezicht. 'Je moet ophouden mij overal de schuld van te geven. Het spijt me dat ik hem verraden heb, maar ik probeer het goed te maken met je. Je bent mijn vriendin, Alyssa.'

'Dat wil ik niet zijn,' antwoord ik, voordat ik opsta en naar de trap loop. 'Ik ga slapen. En morgen ga ik Pan zoeken.'

Sean zwijgt, en ik loop de trap op. Mijn kamer is recht naast de trap, en geeuwend open ik de deur. Ik merk nu pas hoe moe ik eigenlijk ben. Zuchtend laat ik me met kleren en al aan op het bed vallen, aangezien ik hier toch geen pyjama heb en sluit mijn ogen dicht. Licht schijnt de kamer in, maar terwijl het geleidelijk aan donkerder wordt, zakken mijn ogen langzaam dicht. Sean's voetstappen op de trap lijken heel ver weg te klinken als hij naar boven loopt, en dan val ik in slaap.

Once Upon A Time in The UnderworldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu