Alyssa POV
Die middag sneeuwt het. Ik zie de grote witte vlokken naar beneden dwarrelen door Pan's slaapkamerraam, als ik na een kort dutje wakker word in zijn armen. Glimlachend kijk ik naar hem op en strijk zachtjes met mijn vinger langs de rimpeltjes bij zijn mondhoek.
'Wat doe je?' mompelt hij, wat me doet opschrikken.
'S-Sorry,' fluister ik. 'Ik dacht dat je nog sliep.'
Hij slaat zijn armen om me heen. 'Ga door. Het voelt fijn.'
Ik kruip tegen hem aan en leg mijn hoofd op zijn borstkas. 'Het sneeuwt.'
'Hmm,' mompelt Pan terwijl hij slaperig een kusje op mijn voorhoofd drukt. 'Het is kerst.'
Ik kijk naar hem op en strijk door zijn haar. Zachtjes geef ik hem een kusje op zijn wang en sla de deken van me af om op te staan. Ik ben klaarwakker, misschien door het licht dat naar binnen schijnt en extra fel lijkt door de sneeuw. Of misschien door de kriebel in mijn buik, doordat ik zo blij ben dat Pan weer bij me is. Van de stoel bij het kleine tafeltje dat tegen de muur staat pak ik mijn kleren en trek ze aan. Als ik me omdraai zie ik dat Pan op zijn zij in bed ligt en me met grote ogen aankijkt. Ik bloos. 'Wat?'
Hij grijnst. 'Je bent mooi.'
Niet goed wetend hoe ik moet reageren, sla ik mijn ogen neer en staar naar mijn gympen. Dit is de eerste keer dat Pan zomaar zoiets tegen me zegt. Het is duidelijk dat hij zich net zo vreemd, maar toch vrolijk voelt als ik.
'Opstaan, luilak,' zeg ik dan maar, om te verbergen dat Pan's opmerking me verlegen maakt. Met een ruk trek ik de deken van hem af, en hij kijkt me even zogenaamd vernietigend aan voordat hij uit bed stapt en zich aankleed. Kort kijken we elkaar aan en ik weet dat we beiden denken aan ons gesprek van vanmorgen in het antiekwinkeltje, maar beiden zeggen we er niks over.
We verdienen een dagje vrij.
Ik schrik op uit mijn gedachten als ik ineens gekletter hoor beneden, dat klinkt alsof iemand een lepel laat vallen. Er is hier nog iemand.
Verrast kijk ik Pan aan. 'Waarom heb je me niet verteld dat je met iemand samen woonde?'
Hij haalt zijn schouders op, maar ik heb me al omgedraaid en ben de trap afgelopen.
'Alyssa, wacht,' hoor ik Pan achter me zeggen, maar ik trek de deur naar de keuken open. Bij het aanrecht staat een blond meisje met een zwart jurkje, een crèmekleurig wollen vest en hoge zwarte laarzen. Even ben ik uit het veld geslagen door hoe knap ze is, maar dan glimlach ik. 'Hallo.'
'Hey,' zegt ze, terwijl ze niet verbaasd lijkt om mij hier te zien. 'Jij bent vast Alyssa. Pan heeft het altijd over je.'
Verrast kijk ik mijn vriend aan. 'Echt?'
Hij bloost, en het meisje lacht. 'Ja, echt. Ik ben trouwens Elizabeth.'
Ik glimlach naar haar. Elizabeth is een aardig meisje.
'Sorry voor het lawaai,' zegt Elizabeth dan verontschuldigend terwijl ze zich naar Pan draait. 'Ik zag je jas al aan de kapstok hangen toen ik thuis kwam en ik wilde lunch maken. Ging een beetje mis.'
Ik schiet in de lach als ik het aanrecht rondkijk en de troep zie. 'Zal ik helpen met opruimen?' bied ik aan.
Pan schudt echter zijn hoofd. 'Nee, Elizabeth gaat zo weg.'
Uit zijn toon blijkt dat Elizabeth niet van plan was om weg te gaan en Pan haar dat zojuist opgedragen heeft. Een beetje ongemakkelijk kijk ik het meisje aan, maar ze knikt alleen maar. 'Goed, oké. Maar laat me op zijn minst eerst Alyssa helpen.'
JE LEEST
Once Upon A Time in The Underworld
FanfictionHet is al een tijdje geleden dat Pan is gestorven, maar toch is Alyssa nog niet over hem heen. Ze probeert te leren leven zonder hem, ook al kan ze niet alle hulp accepteren die ze nodig heeft. Als ze dan hoort dat er een mogelijke kans bestaat om P...