Hoofdstuk 7

36 0 0
                                    

Pan POV

Elke ochtend dat ik wakker wordt in de hel die de Onderwereld is, is hetzelfde. Vanochtend, echter, is anders, en dat voel ik meteen zodra ik wakker wordt. Om de een of andere reden voelt alles lichter, en ik voel levendiger.

Zonder al te veel moeite stap ik uit bed, kleed me aan en loop naar de keuken waar Elizabeth zoals gewoonlijk weer ontbijt staat te maken.

'Hey,' zegt ze vrolijk, al bereikt haar glimlach haar ogen niet en heeft ze donkere kringen onder haar ogen.

'Hey,' zeg ik terwijl ik aan tafel ga zitten en de irritante kriebel in mijn buik negeer. Ik snap niet waar dat gevoel ineens vandaan komt.

Elizabeth zet een bord met ei en geroosterd brood voor me neer en kan het niet laten om even door mijn haar te woelen, maar ik ril ervan. Het voelt ongemakkelijk. Ik houd niet van haar, ik houd van Alyssa.

'Ik moet weg,' kondigt Elizabeth dan aan, waarna ze een snelle kus op mijn wang drukt, waarvan ik de sporen snel weer wegveeg, en de deur uit rent. Stilletjes eet ik mijn ontbijt op en sta op. Fel licht van buiten trekt mijn aandacht, en als ik naar buiten kijk zie ik dat de gewoonlijke rode mist een beetje is opgeklaard en plaatsgemaakt heeft voor... Zonlicht. Dat is ook de eerste keer hier.

Er is iets veranderd, dat is duidelijk.

Zonder mijn jas van de kapstok te pakken stap ik naar buiten en steek de straat over naar de antiekwinkel waar ik werk, en waar helaas nooit iets gebeurt. Naarmate ik dichterbij kom, ga ik sneller lopen, merk ik. Alsof ik letterlijk naar de winkel toegetrokken wordt.

En waarom, dat begrijp ik pas als ik de deur van de winkel opentrek. Midden in de winkel staat Alyssa, met een ketting met een kruis in haar handen. Mij heeft ze nog niet opgemerkt, en ik kijk even naar haar met een mengeling van gevoelens. Verwarring, blijdschap, fascinering, maar ook verdriet en woede. Als ze hier is, betekent dat dan... Dat ze dood is?

Zuchtend haal ik een hand door mijn haar. Er is maar een manier om daar achter te komen, en ik doe mijn mond open. 'Vind je die mooi?'

De volgende paar seconden gaan snel. Alyssa kijkt met een ruk op en als ze me ziet glijdt de ketting uit haar handen en valt op de grond. Een hele rits aan emoties glijdt over haar gezicht, met name opluchting en blijdschap. Voor ik weet wat er gebeurd is ze naar me toegerend en heeft haar armen om me heen geslagen, terwijl ze haar gezicht snikkend in mijn jasje duwt.

Even ben ik uit het veld geslagen, maar dan knuffel ik haar terug en adem beverig uit. Haar lichaam tegen het mijne voelen, en weer in staat zijn om haar aan te raken en mijn armen om haar te slaan, voelt honderd keer beter dan ik me voorgesteld heb.

'Ik heb je gemist,' hoor ik haar gesmoord mompelen. 'Ik heb je zo gemist.'

Troostend trek ik haar tegen me aan en strijk met mijn handen door haar haar, niet van plan haar ooit nog te laten gaan. Ik ben veel te blij dat ze weer hier bij me is, wat er ook is gebeurd. Zachtjes druk ik een kus op haar voorhoofd, eindelijk begrijpend waarom ik me zo anders voelde toen ik wakker werd.

Na iets wat een eeuwigheid lijkt, maakt ze zich voorzichtig los uit mijn armen en kijkt me aan. Haar ogen glinsteren van de tranen, blije tranen, dat wel, en ze laat haar hand over mijn wang glijden. Het zorgt ervoor dat de vlinders in mijn buik weer alle kanten op beginnen te fladderen, maar ik geniet ervan.

'Je bent het echt,' fluistert ze.

Ik glimlach, al is het een beetje aarzelend. Ik kan de vraag wat ze gedaan heeft om hier te zijn maar niet uit mijn hoofd krijgen. Wat is er in vredesnaam gebeurd?

'Lizzy, dit is serieus,' zeg ik terwijl ik haar met een ernstig gezicht aankijk. 'Wat heb je gedaan. Ben je... Ben je dood?'

Snel schudt ze haar hoofd om me gerust te stellen, en legt het verhaal van Zelena en het portaal aan me uit. Uit haar verhaal hoor ik al dat die Zelena niet te vertrouwen is, maar gelukkig weet Alyssa dat ook. Ik glimlach als ik hoor dat ze nog net zo cynisch en kritisch is als eerst.

'Dus wat doe je hier?' vraag ik dan. 'Het is hier gevaarlijk, je vindt misschien geen weg meer terug.'

Ze zucht. 'Dat weet ik, dat zegt iedereen tegen me. Maar ik ben hier voor jou. En dit keer ga ik niet weg zonder jou.'

Mijn gezicht betrekt. 'Dat ga je wel.' Het is gevaarlijk hier en ik wil niet dat haar iets overkomt terwijl ze hier is voor mij.

'Nee,' werpt ze tegen terwijl ze mijn hand pakt. 'Ik heb je net terug, ik ben niet van plan om zo makkelijk op te geven. Je weet niet half hoe rot ik me gevoeld heb na jouw dood.'

'Ik...' zucht ik. 'Ik kan hier niet weg. Felix en Kai zijn hier en ze hebben een deal gemaakt met Hades, die hier de baas is. Ze willen wraak nemen en dus hebben ze geregeld dat de enige manier waarop ik hier weg kan is als een van hen vrijwillig zijn leven voor me begint. Tot die tijd zit ik hier vast, waarschijnlijk met magie of zoiets dat me ervan weerhoudt om te ontsnappen.'

Gefrustreerd balt Alyssa haar handen tot vuisten en draait zich om. 'Ik zag ze net op straat met zijn tweeën, en ik had toen al moeten weten dat er iets niet klopte. In het kamp konden ze het absoluut niet met elkaar vinden.'

Het feit dat ze Felix en Kai heeft gezien, schokt me. 'Hebben ze iets tegen je gezegd?'

Alyssa bijt op haar lip. 'Kai vertrouwt me niet, hij is nog niet vergeten dat ik hem niet kon redden. Maar Felix ziet me nog steeds als zijn vriendin, misschien kan ik wat informatie uit hem krijgen.'

Een grijns verschijnt om mijn mond. 'Dat zou geweldig zijn.'

Alyssa glimlacht als ze me ziet grijnzen. 'Dan ga ik dat proberen. Maar ik moet wel voorzichtig zijn. Als ik teveel naar informatie vis, vertrouwt hij me misschien niet meer. En misschien is het beter als we niet samen naar buiten ga, voor het geval dat. Als hij ons samen ziet vertrouwt hij me helemaal niet meer.'

Ik knik instemmend. 'Goed, dan doen we dat. Nou, over die ketting, die vond je mooi toch?'

Alyssa grinnikt zachtjes waarbij ze het puntje van haar tong uitsteekt, wat tegelijkertijd vreemd aantrekkelijk en schattig is, en slaat haar armen om mijn nek. 'Hoezo?' vraagt ze met een verwachtingsvol glimlachje. 'Is het een cadeautje?'

Ergens verbaast het me dat Alyssa een ketting wil hebben. Ze is niet het meest meisjesachtige meisje, niet zoals Elizabeth. Maar het feit dat ze zo geïntrigeerd is bij kleine, mooie dingen fascineert me. Dat had ik niet achter haar gezocht.

'Weet je,' begint ze dan. 'Nu we wat tijd voor onszelf hebben, zonder dat er de hele tijd een noodgeval is zoals op het eiland, kunnen we misschien iets doen. Samen.'

Niet-begrijpend kijk ik haar aan.

'Wij samen,' verduidelijkt ze. 'Misschien samen eten, of...'

'Een date, bedoel je?' vraag ik. 'Wil je dat?'

Ze knikt blozend. 'Dat hebben we nog nooit eerder gedaan.'

Met een ernstig gezicht kijk ik haar aan. 'Als jij dat wilt, doen we dat.' Alyssa heeft altijd aan mijn kant gestaan en me verdedigd terwijl ze daar helemaal geen reden voor had, en ze is zelfs helemaal hierheen gekomen voor mij. Het wordt eens tijd dat ik haar iets teruggeef en als ze een kettinkje en een avondje vrij wil, dan krijgt ze dat. Ik verzin wel iets om te doen, iets speciaals. Dat heeft ze verdiend.



Oke, dus dit is een beetje een saai hoofdstuk :( sorry. Maar het is zeg maar een soort opstapje naar de volgende twee hoofdstukken, die ik allebei zondag post omdat het  dan kerst is :)


Once Upon A Time in The UnderworldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu