Hoofdstuk 30

130 21 0
                                    

POV Dyla

Met ingehouden adem lig ik tussen de snuivende paarden. Ik heb nooit heel erg van paarden gehouden, en het feit dat ik nu elk moment vertrapt kan worden stelt me niet erg gerust.
'Jij hoorde dat toch ook?'
'Ja, maar het waren vast een stel ratten ofzo'
'Ik weet het niet.....'
'Kom op zeg! Paarden hinniken, dat is nu eenmaal wat ze doen!'
'Misschien heb je gelijk...'
'Ik ga terug naar het eten, ik zie je zo wel weer'
Ik hoor een paar voetstappen weglopen, terwijl een ander paar juist op me af komt. Ik druk mezelf nog iets dichter op de bevroren grond als ik boven me het gezicht van een jonge man zie.
Hij maakt een klik geluidje en een van de paarden draait zijn hoofd naar hem toe.
'Wat was er dan toch'
Zegt hij terwijl hij het paard op zijn hoofd krauwt. Zijn blik glijd over de andere paarden, en ik moet mijn best doen niet te bewegen als zijn blik bijna bij mij komt. Opeens word er vanuit het kamp iets geroepen, en de man draait zich om en loopt weg.
Een zucht ontsnapt mijn lippen, bijna, bijna had hij me gezien. Voorzichtig sta ik op en kijk om me heen. Rechts van me liggen 5 zadels naast elkaar over een balk, en daarnaast hangen 5 hoofdstellen. Ik pak een van de zadels en leg deze op een bruine schimmel. Het paard briest zachtjes. Ik gesp de band van onder de buik vast en pak een van de hoofdstellen. Ik pak de simpelste en doe deze over het hoofd van het paard. Hij briest weer zachtjes.
'Rustig,rustig...' zeg ik zachtjes terwijl ik over de zachte vacht aai.
Met het mes dat ik nog steeds vast heb snij ik het touw rondom de paarden los, om te zorgen dat niet alleen ik weg kan, maar dat ik ook niet gevolgd kan worden. Ik lijd mijn paard aan de teugels de omheining uit en het bos in, daar stap ik op en begin te rijden.

Ik rij al meer dan drie uur langs de grens die Ljord van Empire scheidt. Het is nu rond middernacht, maar door de grenspalen kan ik nog wel zien waar ik rij. Als het goed is kom ik door deze grens te volgen bij oud-Mura, en vanaf daar kan ik in oud-Jenava komen. Terwijl ik langs de grens draaf houd ik Empire goed in de gaten, ik heb geen zin om een paar dagen vertraging op te lopen omdat RagOreon besluit om me op te sluiten.
Na een uurtje of twee kom ik bij zonsopgang in oud-Mura, en na nog een half uur zie ik de witte gebouwen van een van de stadjes, de heilige stad om precies te zijn.
Van ver zie ik de tempel van Icezeck al in de wolken liggen. Op een heuvel voor de stad houd ik mijn paard in. Een paar seconden blijf ik hier staan en laat de herinneringen terug komen.
Vroeger kwam ik hier vaak, als Eleios geen tijd voor mij had. Icezeck moest dan op mij "passen"
Dat betekende meestal dat hij naar Malino ging om de gobelins te helpen of naar Entropia om David uit te lokken en dat ik mee moest. Of dat ik bij Nickoz in Mura moest blijven.
Ik schud mijn hoofd bij de herinnering, ondanks dat ik en Icezeck elkaar niet mochten mis ik hem wel. Ik mis de tijden dat alles simpel was, dat Entropia mijn vrienden waren, en Jenava mijn vijanden. Dat alle goden gewoon nog in Elementos waren...
Ik spoor het paard weer aan en rijd de heuvel af, de heilige stad in.

Sorry dat het weer zo lang duurde....maar het nieuwe hoofdstuk is er!!! Hoofdstuk 30!!! Dit boek heeft al zo veel hoofdstukken!! Misschien moet ik de hoofdstukken iets langer gaan maken. Ik hoop dat jullie dit hoofdstuk in elk geval leuk vonden. Ook wil ik iedereen die leest en stemt ontzettend bedanken!!! Al heb ik veel meer reads dan votes ben ik ook met de reads super blij!! De mensen die niet voten vinden mijn boek vast wel oke, maar niet super (of ze vergeten gewoon te stemmen)
Oke, dit word nu te lang, ik wil iedereen gewoon bedanken voor het lezen van dit boek!

Gevonden door mijn broer (the kingdom)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu