Hoofdstuk 2

353 26 2
                                    

POV : Dyla

Ik schrik wakker. Oh nee, ik ben in slaap gevallen. Snel sta ik op uit het grote bed en ga mijn kamer uit. Ik ren de trappen af naar de troonzaal en ga vervolgens de vergaderruimte binnen. Iedereen is er al. Dat zijn dus Cemal, Mijnderd, Leon, Timon en raadgever Dennis. Als ik binnen kom valt het gesprek stil, iedereen staart naar de linkerkant van mijn gezicht. Dat is de plek waar Cemal me geslagen heeft. Waarschijnlijk is het rood en opgezwollen, en natuurlijk zit het niet op de lichtgrijze Empire kant van mijn gezicht. Ik loop naar de tafel alsof er niets is gebeurt en ga naast Mijnderd zitten. 'Het spijt me dat ik te laat ben.....Heer' zeg ik terwijl ik Cemal in zijn ogen kijk. Dan kijk ik de tafel rond en zeg 'Waar hadden we het over?' 'Over de aanvallen van Kanta-Tribo.' Zegt Leon snel. Ik kijk hem dankbaar aan, hij snapt meteen dat ik er niet over wil praten en gaat dus door over een ander onderwerp. 'Kanta-Tribo?' Zeg ik terwijl ik een wenkbrauw optrek. 'Ze weer een aanval op nieuw-Falmar gedaan' ( wij zitten in oud Falmar) Ik zucht. 'We moeten echt iets aan die vervloekte bosjesmannen gaan doen!' Zegt Cemal. Wij knikken allemaal. 'Mijnederd' zegt Cemal. 'Waneer kunnen we weer een aanval op Kanta-Tribo doen, inplaats van dat wij de hele tijd worden aangevallen?!' Mijnderd kijkt bedenkelijk. 'Voorlopig nog niet Koning, de legers van Nieuw-Falmar moeten eerst weer opgebouwd worden' Cemal laat een ontevreden gesnuif horen. 'Cemal, misschien is het nog niet een goed idee om Kanta aan te vallen, we kunnen beter wachten tot we de hulp van Empire kunnen krijgen.' Zegt Dennis. Verkeerde moment Dennis. Je ziet hoe Cemal bozer begint te worden. 'Dan halen we toch nu al Empire erbij?!?' Zegt hij harder dan eerst. 'Maar Cemal, luist...' Begint Dennis. 'NEE JIJ LUISTER. Ik ben jou koning, jij beveelt mij niks, begrepen!?!' Cemal wacht geeneens op een antwoord 'ERUIT, IEDEREEN!!!' schreeuwt hij gewoon. Iedereen staat op en loopt zwijgend de deur uit. 'Dyla, blijf' zegt Cemal net voordat ik de deur uitstap. Ik houd de deur voor Timon open, die twijfelend blijft staan. Ik geef een knikje als teken dat hij zich geen zorgen hoeft te maken. Timon loopt weg en sluit de deur. Dat is het moment waarop ik Cemal zie instorten. Hij zakt in elkaar in zijn grote stoel. Rustig ga ik naast hem op een andere stoel zitten. 'Het spijt me' mompelt Cemal. Ik zucht 'Cemal...' Begin ik. 'Ik weet het' zegt hij terug. 'Je moet de woede aanvallen echt beheersen' ga ik verder 'Mij doet het niet zoveel, maar Myrthe wel!' Cemal mompelt wat onverstaanbaars. 'Je moet met haar gaan praten, Cemal! Misschien moet je haar het vertellen!' Op dat moment richt Cemal zich weer op en straalt hij weer de macht uit die hij heeft 'Nee' zegt hij vastberaden. 'Maar Cemal, ze is hier in Jenava... Ongelukkig, en jij nu met.... Dit' 'GA NU NIET ZEGGEN DAT ZE BETER AF WAS GEWEEST BIJ HEM, NA ALLES WAT IK VOOR HAAR GEDAAN HEB, GA NIET ZEGGEN DAT ZE HET BETTER HAD GEHAD IN FIRJEN' begint hij weer te schreeuwen. Dan raak ik, voor het eerst in een lange tijd ook mijn zelfbeheersing kwijt, en begin ook te schreeuwen 'JE MOET HET HAAR OOIT VERTELLEN! EN ALS JIJ HET NIET DOET, DAN DOE IK HET WEL!' Ik zie nu woede vermengd met verdriet op zijn gezicht 'IK VERBIED HET JE! JE MOET NAAR ME LUISTEREN IK BEN JE KONING!' Dan begin ik pas echt te schreeuwen 'ZEG DAT NOOIT MEER! ONTHOU DAT JIJ NIET MIJN KONING BENT, EN DAT ZUL JE OOK NOOIT WORDEN!' Cemal hoort wat hij net zelf gezecht heeft en praat weer zacht, maar nog steeds dreigend. 'Als je het haar verteld, dan zal ik je weer opsluiten in Fort Foreland.' Ik deins achteruit en mijn ogen worden groot. 'Nee...' Fluister ik. Cemal kijkt me alleen maar dreigend aan 'Nee..dat nooit meer' zeg ik zacht, en ren de kamer uit, Cemal alleen achterlatend.

Gevonden door mijn broer (the kingdom)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu