Hoofdstuk 11

1K 49 27
                                    

Eva

Nog steeds zit hij aan mijn bed. Dat nu al meer dan een week. Ik heb niet het idee dat hij van mijn zijde is geweken. Maar eerlijk gezegd kan ik me nog maar weinig herinneren van de afgelopen dagen. Hele stukken tijd zijn volledig verdwenen uit mijn herinneringen. De pijn in mijn lichaam en de behoefte aan drugs leken mijn bewustzijn over te nemen als een grote zwarte inktvlek. Beetje bij beetje leek het zich te verspreiden en de controle over mijn lichaam over te nemen. Zowel fysiek als mentaal. Ik kan me herinneren dat ik een paar keer hard heb geschreeuwd dat ik iets nodig had, dat ik het anders niet zou overleven. Wolfs heeft toen met brute kracht mijn armen tegen het bed aan geduwd en daar vastgehouden. Anders was ik waarschijnlijk uit pure hysterie het huis uit gerend op zoek naar een 'fix'. Hij heeft op die momenten op me ingepraat met een soort van mantra die ik me niet meer woordelijk kan herinneren, maar het waren aanmoedigende woorden, dat weet ik nog wel.

Deze ochtend ben ik wakker geworden en voor het eerst voel ik me ietsjes beter. De pijn in mijn lichaam en misselijkheid zijn wat afgenomen. Ik ga op mijn rechterzij liggen en zie Wolfs slapen op de stoel naast mij. Weer heeft hij geen goede nachtrust kunnen hebben doordat hij bij mij is blijven waken.

Ze aait zachtjes met haar duim over Wolfs' hand. Die wordt langzaam wakker van deze beweging. 'Hey Eef, goedemorgen,' zegt hij. Ze kan een glimlach niet onderdrukken. Ze krijgt een raar gevoel in haar buik. Dit keer niet van het ziek zijn, maar van de vlinders die wakker zijn geworden en weer hevig beginnen rond te dartelen. 'Hey,' fluistert ze.

'Hoe voel je je?' wil hij weten. 'Beter,' antwoord ze met enige overtuiging. Wolfs opent zijn hand en neemt die van haar in de zijne. Ze kijken elkaar aan. 'Dankjewel,' zegt Eva. 'Dankjewel dat je me bent komen zoeken, en dat je bij me bent gebleven.'

Wolfs lijkt diep na te denken over hoe hij hier op gaat antwoorden. Alsof hij diep moet graven naar de woorden die hij haar wil zeggen. Hij haalt diep adem voordat hij weer wat zegt. 'Ik kon je niet vergeten Eef. Begrijp me niet verkeerd, maar ik kan niet ontkennen dat ik het niet geprobeerd heb. Na wat er gebeurt is in die schuur kon ik niet meer. Ik probeerde weg te vluchten, van alles en iedereen. Maar ik kon het niet,' biecht hij uiteindelijk op. 'Ik kwam terug naar Maastricht met de gedachte om weer gewoon aan het werk te gaan. Toen hoorde ik van Mechels dat ze nog altijd geen idee hadden waar je was. Ik kon het gewoon niet loslaten. Ik kon jou niet los laten.' Hij slikt en Eva besluit hem een bemoedigend kneepje in zijn hand te geven. Ze is geraakt door zijn openheid en eerlijkheid.

'Eef, ik wil dat je begrijpt dat de keuze die ik toen heb genomen de moeilijkste keuze was uit mijn hele leven. Kiezen tussen jou of mijn dochter was absoluut geen keuze te noemen. Jij en Fleur,' even valt hij stil als hij zijn dochter's naam noemt, 'zijn de meest dierbare mensen in mijn leven. Maar Fleur is... was mijn vlees en bloed.' Tranen biggelen nu over zijn wangen.

Eva wist dat ze dit gesprek een keer zouden moeten hebben. Toch pijnigd het haar, en ze weet niet goed wat ze met haar gevoelens aan moet. Ze beseft dat ze nu iets moet gaan zeggen. 'Ik meende het toen ik zei dat ik je vergaf. Daar in die schuur. Dat was niet gelogen. Maar ik kan niet ontkennen dat het me geen pijn heeft gedaan wat je daar zei. We hebben al zoveel samen doorstaan de afgelopen elf jaar, en om dan te horen dat je mijn doodvonnis tekende op dat moment was afschuwelijk.'

Ze is normaal gesproken nooit zo open over haar gevoelens. Jaren van misbruik hebben een spreekwoordelijke muur om haar heen gebouwd die nu scheuren aan het vertonen is. Het is Wolfs die dat onbewust met haar doet.

'Het spijt me zo Eva,' fluistert hij. 'Het spijt mij ook Wolfs. Ik accepteer je keuze, en ik mag niet zo egoïstisch zijn.' 'Eef, jij bent allesbehalve egoïstisch, hoor je me,' zegt hij waarschuwend. Even weten ze beide weer niet wat ze moeten zeggen. Er is nog veel waar ze zich doorheen moeten werken samen. Maar door dit gesprek is Eva zekerder geworden dat het hen gaat lukken. Ze gaat rechtop zitten en geeft Wolfs een kus op zijn wang.

Een week later

'Heb je alles?' vraagt Wolfs aan haar. Eva is bezig een tas in te pakken. Ze heeft niet veel spulletjes om mee te nemen, maar ze heeft wat kleding en toiletartikelen via Flora kunnen krijgen wat ze nu bij elkaar in een tas doet. De 'Amish' jurk die ze aanhad op de dag dat ze hier aankwam heeft ze weggegooid en wil ze nooit meer zien.

Ze merkt dat Wolfs al klaar is met inpakken wanneer hij in de deuropening van de slaapkamer op haar staat te wachten. Als hij ziet dat ze moeite heeft met de rits van de tas, snelt hij zich naar haar toe en knielt hij naast haar neer. 'Laat mij maar,' zegt hij terwijl hij het van haar overneemt. Ze kijkt hem dankbaar aan.

Ze kan niet wachten om naar huis te gaan. Het liefst had ze al een paar dagen geleden willen vertrekken, ze voelde zich er immers goed genoeg voor. Maar Wolfs wilde eerst wat dingen regelen via Nederland zodat ze veilig kunnen terugkeren. Van Mechels hadden ze vernomen dat het lichaam van Bols door een paar alpaca-hoeders in de bergen is gevonden, een dag of vier nadat Eva is gevlucht. De steekwond in zijn rug en het extreme bloedverlies zijn de doodsoorzaak geweest volgens de Chileense lijkschouwer. Een grootschalige zoekactie heeft hierop gevolgd naar de mensen die nauw hebben samengewerkt met Bols. In totaal hebben er zo'n vijftien arrestaties plaatsgevonden in Chili. Mensen die zijn aangehouden wisselt van mensen die op het vliegveld werkten, helemaal tot aan machthebbers in het justitiesysteem. Ook in Nederland en België zijn er de afgelopen weken in totaal twintig arrestaties verricht. Achteraf gezien reikte de arm van Bols dus schrikbarend ver. Verder dan Eva en Wolfs ooit hadden kunnen denken.

Maar dat is allemaal voorbij nu. De twee rechercheurs kunnen eindelijk naar huis. Eva gooit de tas over haar schouder en loopt achter Wolfs aan naar de huiskamer. Daar staat Flora, de vrouw die haar zo goed heeft opgevangen. Eva vindt het moeilijk om afscheid te nemen van haar, ze heeft zoveel aan haar te danken. Ze zet de tas weer neer en omhelst de andere vrouw stevig. 'Gracias, voor alles,' zegt Eva, half in het Spaans en half in het Nederlands. Ze weet zeker dat Flora haar wel begrijpt. De andere vrouw krijgt tranen in haar ogen en zegt iets tegen Eva in het Spaans.

Wolfs staat van een afstandje toe te kijken. Ook hij is Flora eeuwig dankbaar. Hij geeft haar dan ook glimlachend een knikje. Maar daar moet Flora niks van weten. Snel loopt ze op Wolfs af om ook hem een dikke knuffel te geven. Daar moet hij dan weer hartelijk om lachen.

Flora loopt met de rechercheurs mee naar buiten waar al een auto staat te wachten om hen naar het vliegveld te brengen. Vanaf de achterbank zwaaien Eva en Wolfs nog voor een laatste keer naar Flora, die met tranen in de ogen op de stoep voor haar huis staat toe te kijken. Sommige andere bewoners van Tumbre zijn ook naar buiten gekomen en zwaaien de twee hartelijk uit.

Als ze eenmaal het kleine dorpje hebben verlaten pakt Wolfs Eva's hand vast. Ze kijkt hem aan en een klein glimlachje vormt zich op haar lippen als reactie op zijn gelukkige grijns. 'We gaan naar huis Eef,' zegt hij. 'We gaan naar huis,' knikt ze en ze slaakt een zucht van opluchting.   



Dit was het dan echt. Het allerlaatste hoofdstuk van 'Vluchten.' Ik hoop dat jullie ervan genoten hebben. Ik heb in ieder geval ontzettend genoten van al jullie lieve reacties en votes. Dankjulliewel daarvoor!  Ik hoop snel weer inspiratie te hebben voor een volgend verhaal, en daar mogen jullie natuurlijk altijd ideeën voor aandragen!  

Vluchten - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu