Hoofdstuk 10.2

8 1 0
                                        

Net toen Arda wilde verder praten, ging mijn gsm af. Het was m'n mama.

''Schat, waar ben je? Je blijft zo lang weg?''

Ik keek op mijn horloge en zag dat het ondertussen al over 20:30 was.

''Ooh mam, het spijt me. Ik ben gewoon de tijd uit het oog verloren! Ik kom eraan.''

''Geen probleem hoor liefje, ik maakte me alleen wat zorgen. Wees voorzichtig op straat.''

''Tot straks!''

''Arda het spijt me zo erg. Ik zou echt graag willen verder luisteren maar m'n mama maakte zich zorgen. Ik had haar gezegd dat ik rond 20:00 wel thuis zou zijn.''

''Geen probleem hoor. Sorry dat je door mij in de moeilijkheden komt'', zei hij lachend.

''Ik vond het supergezellig en superinteressant. Ik zou er graag meer over horen.''

''Wat dacht je ervan als we samen wat opzoekwerk doen? Dan kunnen we eens samen naar de bibliotheek en in de boeken rondneuzen.''

''Dat zou echt geweldig zijn. Moeten we zeker eens doen! Maar nu moeten we echt door of mijn mama maakt de buurt wakker van paniek'', zei ik lachend.

We vertrokken samen aan de Starbucks. Arda bracht me weer naar huis. Het viel me op dat ik me echt erg op mijn gemak voelde bij hem. Ook al ken ik hem maar een paar dagen.

Nog wat kletsend over onze les Latijn morgen, liepen we naar huis.

''Wie geeft er eigenlijk Latijn bij ons op school?'', vroeg ik.

''Heb je op school al een struise man met een baard gezien?'', vroeg Arda.

''Ja, die ene die een beetje op de Kerstman lijkt!''

Arda schoot in de lach.

''Awel ja, hij. Hij is onze Latijn leerkracht. Hij komt een beetje streng over en is een echte sarcastische man maar zijn lessen zijn heel erg interessant en hij is echt een wijze man. Hij heeft overal wel een antwoord op''.

''Ik kan niet wachten tot ik in zijn les zit!'', zei ik.

''Je zal hem wel tof vinden hoor. Het kan wel zijn dat hij geen geweldige eerste indruk maakt, maar je went aan hem en dan kan hij een toffe man zijn.''

''Dat zal ik onthouden'', zei ik met een glimlach.

We kwamen aan bij mij thuis.

''Tot morgen dan'', zei Arda.

''Tot morgen'', zei ik en ik liep naar de deur. Ik draaide me nog eens op en zwaaide naar hem waarna ik hem zag verdwijnen aan de hoek van de straat.

Toen ik de deur opendeed zag ik dat m'n ouders me aan het opwachten waren in de woonkamer.

''Je bent zo laat schat. Je hebt het precies heel gezellig gehad!'', zei m'n vader met een glimlach.

''Kom op, ga je ons niet vertellen wie die jongen aan de deur was?'', zei m'n mama opgewonden.

Ik schoot in de lach.

''Jullie bedoelen Arda? Hij is een klasgenoot van me.''

Ik begon hen alles te vertellen. Hoe ik Arda voor het eerst had gezien in onze vorige woonplaats, dat ik dan toevallig met hem in de zelfde klas kwam te zitten, dat hij me gered heeft van een gek op straat die me achtervolgde, dat hij me vaak vergezeld op school en dat we vanaf nu samen gaan joggen.

''Wat een toeval. Je komt die jongen vroeger tegen en nu zitten jullie in dezelfde klas'', zei m'n papa.

''Misschien is het geen toeval'', knipoogde m'n mama. ''Misschien zijn jullie wel elkaars soulmates ofzo, of hoe ze het ook noemen'', zei ze lachend.

Ik lachte mee.

''Laten we het voorlopig gewoon houden als klasgenoten en vrienden, wat denken jullie daarvan?''

''Wat jij wilt!'', zeiden ze beiden lachend.

''Maar mam, pap, wees eens eerlijk. Wat zouden jullie ervan vinden, moest ik met een Turk of een Marokkaan trouwen?''

Ze keken elkaar aan.

Mijn vader nam het woord: ''Liefje, je weet dat dit een hele aanpassing zou zijn voor ons. Maar zolang dat jij zeker bent dat die persoon degene is naar wie je hart verlangt, hebben wij niets te zeggen Denk ik.''

''Je moet weten dat voor ons het belangrijkste jouw geluk is. Als jij je gelukkig kan voelen bij een persoon al is het een Afrikaan, Chinees, Turk of Marokkaan, dan zijn wij bereid om ermee in te stemmen en een aanpassing te ondergaan. Jouw geluk is het meest belangrijk voor ons.''

Ik gaf ze allebei een dikke knuffel. ''Ik hou van jullie, dat weten jullie toch?''

''Wij houden ook van jou liefje'', zeiden ze allebei.

''Ga nu maar slapen. Morgen is het vrijdag en dan heb je de eerste week op je nieuwe school overleefd'', zei mijn moeder met een glimlach.

Ik wenste ze allebei een fijne nacht en ging naar mijn kamer. Na een warme douche kroop ik in bed.

Ik dacht nog wat na over wat Arda me had verteld. Het bestaan van een enige god. Zou het mogelijk kunnen zijn? Hij had wel gelijk. Als een tafel of een stoel zelfs niet uit zichzelf kunnen ontstaan. Dan zou dat toch ook niet mogelijk kunnen zijn bij ons?

Denkend over dit onderwerp (en denkend aan Arda ) viel ik in een rustige slaap...

Vote & comment 💕

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Apr 07, 2017 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

The Right WayWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu