hoofdstuk 2

105 18 9
                                    

'Nikkey, pleas, doe eens een beetje rustig.' Vraagt Lotta (voor het geval je het even niet meer wist, ze is mijn zus) aan Nikkey. We gaan zo naar de camping in Frankrijk waar we al jaren achter elkaar heen gaan, en Nikkey gaat mee. Gelukkig gaan we vliegen, als we met de auto zouden gaan, hadden we echt helemaal knetter gek geworden van Nikkey. Nu weet ik best dat ze daar zelf niks aan kan doen hoor, maar af en toe is het best irritant. Lotta vindt Nikkey alleen wel heel snel vervelend. Dat wordt nog wat als we met z'n drieën in een tent willen slapen. Mijn vader loopt heen en weer naar de auto, en propt alle tassen en koffers er in. 'Meiden, wat nemen jullie nou toch allemaal mee dat jullie tassen zo vol zitten?' Vraagt mijn vader, die niet begrijpt waarom het zo raar is om op vakantie de hele week het zelfde te dragen en dan pas als we weer thuis zijn andere kleren aan te doen. Nu gaan we drie weken, dus hij zal toch echt ook andere kleren mee moeten nemen dan alleen die hij nu aan heeft. 'Gewoon, kleding, toiletspullen, wat boeken, en nog wat andere dingen om te doen.' Zegt Lotta. 'Kleren voor drie weken, je kunt ze daar ook gewoon wassen hoor.' Zegt mijn vader. 'Weet ik, daarom heb ik ook maar voor ongeveer twee weken kleren bij.' 'Dat is nog veel.' Zegt hij. Mijn moeder loopt als een kip zonder kop nog van alles in de tassen te proppen wat we volgens haar echt niet moeten vergeten. 'Mam, we hebben echt alles wel hoor.' Zeg ik. 'We moeten de paspoorts niet vergeten, en o, hebben we de zonnebrand al?' 'Mam, de paspoorts heeft papa, en ik denk dat we ondertussen 3 flessen zonnebrand hebben.' Probeer ik haar rustig te krijgen. 'En de Ipad, hebben jullie die al? O, en hebben jullie ook iets om te doen in het vliegtuig?' 'Ja mam, we hebben de Ipad, die zit bij de handbagage, dus dat kunnen we in het vliegtuig doen. Trouwens, we hebben Nikkey, dan verveel je je ook niet zo snel hoor.' Mijn moeder kijkt op haar horloge: 'Over 10 minuten moeten we echt weg hoor!' 'Mama, het  komt goed oke?' Zegt Lotta.

Eenmaal in het vliegtuig is mijn moeder pas rustig. Nikkey daarin tegen, is nog steeds aan het stuiteren. Ik ben tussen Lotta en Nikkey in gaan zitten omdat Lotta anders echt gestoord wordt. Onderweg is het best gezellig. Ik ben blij dat we zijn gaan vliegen. De camping ligt onderin Frankrijk, dus met de auto had het best lang geduurt. Nikkey praat maar door over wat ze wil gaan doen, ik luister niet echt. 'Nikkey, we hebben drie weken! Wees maar niet bang dat er niet genoeg tijd is om dingen te doen.' Zegt Lotta die zich weer eens ergert aan Nikkey. Dat kan nog leuk worden... 

'Kijk, dit hoort zo, en dan kan deze stok hier in.' Zegt mijn vader die ons is komen helpen met onze tent. We hebben een blauw met grijze vierpersoons tent, en het is echt een heel gevecht om hem op te zetten. De tent van mijn ouders staat al. Hij was ooit knal rood, maar door de vele keren dat de zon er op heeft gestaan, is hij ondertussen zacht roze. Onze tent staat tegen de bomen aan de rand van het veldje aan, waardoor hij lekker in de schaduw staat. Net als die van mijn ouders. 'Zullen we zo gaan zwemmen?' Vraagt Nikkey. 'Niet voor dat jullie tent staat. Trouwens, het is al 6 uur, willen jullie zo niet eerst wat eten?' Vraagt mijn vader. 'Zullen wij alvast friet halen dan?' Vraagt Lotta. 'Frietjes!!' Roept Nikkey. Soms is ze echt net een klein kind. 'Okay, maar dan mag jij tolk spelen goed?' Vraag ik aan Lotta. Die grinnikt. 'Volgens mij is jouw Frans beter, maar ik doe mijn best.' Langzaam slenteren we de camping over. Nu is het gelukkig al een beetje aan het afkoelen buiten, maar 's middags is het hier echt bloedheet. Nikkey loopt achter ons aan. In al die jaren dat wij hier al komen, is zij nog nooit mee geweest. 'Wauw, het is groot hier!' Zegt ze. 'O, maar dat valt best mee hoor.' Zeg ik. 'Bonsoir Yara!' Roept Jordan. Hij komt, net als wij, al jaren hier. Hij is ook Nederlands. 'Hoi Jordan!! Leuk om je weer te zien.' Gelijk voel ik weer gekriebel in mijn buik. Nikkey trekt aan mijn arm: 'Ik heb honger.' 'Op welk veldje staan jullie?' Vraagt Jordan. 'Dezelfde als altijd. Jij ook zeker?' Hij knikt. 'Ehmm, wij gaan vanavond nog zwemmen, kom je ook?' Vraag ik. 'Gezellig! Tot straks.' En weg is hij. 'Waarom vroeg je nou of hij mee gaat zwemmen?' Vraagt Nikkey. 'Omdat hij aardig is.' Zeg ik. 'Hoe oud is hij?' Vraagt ze. 'Net als ik, vijftien.' 'Je vindt hem leuk he?' Nikkey trekt haar wenkbrauwen twee keer kort achter elkaar op. 'Haha, nee, hij is gewoon een hele goede vriend.' Zeg ik. Maar eigenlijk vindt ik hem best knap. Misschien wel meer dan dat.

A live with wingsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu