Hoofdstuk 6

94 15 12
                                    

Als ik de volgende ochtend wakker word, heb ik eerst geen flauw idee van waar ik ben. Dan zie ik Jordan naast me liggen tussen een hoopje kussens en onder een blauwe deken. Zelf lig ik onder een roze deken. Dan weet ik ineens weer waar we zijn: in Jordans boomhut. Mijn maag maakt allerlei vage geluiden. Zou er hier ergens iets eetbaars zijn? Ik kijk naar Jordan, die is duidelijk nog in dromenland. Ik herinner me mijn droom van vannacht heel sterk. Meestal herinner ik me mijn dromen niet meer, of zo wazig dat ik alleen nog maar weet waar ik was. Deze herrinering is anders, het is zo duidelijk, dat het bijna lijkt of mijn droom me iets duidelijk wil maken. Het zal wel. Ik besluit om maar naar beneden te gaan, misschien is er wel iets eetbaars in de kast onder de trap. Ik vind het een beetje rot om Jordan wakker te maken omdat ik honger heb. Ik doe mijn best om zonder al te veel herrie de trap af te lopen, toch kraakt hij bij iedere stap die ik zet. Als ik beneden ben kan ik het niet weerstaan om even bij het raam te gaan staan en van het uitzicht te genieten. Ik loop naar het raam en kijk naar buiten. Ik kijk naar het riviertje wat tussen de bomen door slingert. Nu pas valt het me op hoe helder dat water is.

Mijn buik maakt nog meer vage geluiden. Oke, het word nu toch echt wel tijd om wat eten te vinden. Ik loop naar de kast. Net als ik een van de vele deurtjes open wil doen voel ik twee armen om me heen.

'Goeiemorgen. Zoek je wat?' Vraagt Jordan. Huh? hoe krijgt hij het voor elkaar om zonder herrie de trap af te komen?

'O, hey. Hoe kun je zo zacht van de trap af lopen?'

'Hahah, nogal simpel: zo dicht mogelijk langs de muur lopen, dan maakt hij veel minder geluid dan als je aan de andere zijkant loopt.' Ik pak een handvat op een van de grootste kastdeurtjes vast om die open te maken. Jordan pakt mijn arm vast en houdt me tegen.

'Wil je die dicht laten asjeblieft?' Vraagt hij me.

'Uh okay, als jij dat wilt. Ik heb honger dus ik dacht dat hier misschien wel eten in zou zitten.' Zeg ik. Jordan heeft nog steeds zijn armen om me heen. Ik voel het kriebelen in mijn buik. Nee, kom op! Jordan is al jaren gewoon een goede vriend. Toch kan ik niet ontkennen dat het fijn voelt. Weer maakt mijn maag geluid. Ik voel het bloed naar mijn wangen stijgen van schaamte.

'Dat is nou precies het geluid wat ik wilde voorkomen.' Zeg ik. Jordan grinnikt.

'Zit er een of ander gek beestje in je buik of zo?' Zegt hij. Hij begint me te kietelen. Ik kronkel heen en weer en probeer te ontsnappen. Jordan is best sterk.

'Asje... blieft....St..top!' Zeg ik tussen het lachen door. Ik pak zijn armen vast in een poging om hem te stoppen. Ik voel weer die gloed door mijn lichaam trekken. Snel laat ik hem los.

'Au!' Roept Jordan. Telaat dus.

'Sorry, ik probeerde het nog te voorkomen door je los te laten.' Jordan wrijft over zijn armen heen. 

'Die elektriciteit van jou is sterk zeg! Haleluja!' Zegt hij. Ik zie een pijnlijke blik in zijn ogen, ik begin me schuldig te voelen.

'Sorry... Ik heb echt geen flauw idee hoe ik zoiets kan stoppen als ik het aan voel komen...'

'Kan niet, ja kan wel, maar ik kan het je niet uitleggen. Dat leer je op het eiland wel.' Zegt hij. Hij kijkt met een pijnlijke blik naar zijn armen.

'Kom mee.' Zegt Jordan. Hij trekt me aan mijn arm naar de deur. Als we op het balkonnetje staan doet hij zijn ogen dicht. Het duurt niet lang of het felle licht onstaat. Nog steeds kan ik niet goed zeggen welke kleur het licht heeft, het ene moment lijkt het rood, het volgende moment is het weer groen. Zo komen er een aantal verschillende kleuren voorbij. Niet veel later zitten er vleugels op zijn rug. 

'Kom je nog?' Ik heb zijn vleugels nu al een paar keer gezien, maar ze blijven indrukwekkend. Ik loop naar hem toe. Hij tilt me op en begint te vliegen. Hij gaat van het balkon af en vliegt langzaam naar beneden. Als we op de grond staan doet hij zijn ogen weer dicht, en zijn vleugels verdwijnen weer.

A live with wingsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu