hoofdstuk 4

105 15 5
                                    

'Een engel? Geloof je het zelf? Vraag ik. 'Jongens, als jullie het me niet willen vertellen, prima, maar ga dan niet allemaal gekke dingen verzinnen om me tevreden te houden.' Hoe kunnen ze dit nou weer verzinnen? Dit slaat dus echt helemaal nergens op. 'Je gelooft het niet?' Vraagt Jordan nogal verbaast. 'Of je het nou wil geloven of niet, het is echt waar.' Zegt Lotta. 'Oke, als jullie het kunnen bewijzen geloof ik jullie.' Zeg ik. 'Dat is een uitdaging, maar die ga ik graag aan.' Zegt Jordan. 'Van mezelf kan ik het redelijk makkelijk bewijzen, net als Lotta, maar het wordt moeilijker om het van jou te bewijzen. Toch weet ik wel hoe.' Nu kan hij dat wel zo leuk zeggen, maar toch denk ik dat het hem niet gaat lukken. 'Oke, ik laat het eerst wel van mezelf zien dat ik een engel ben. Let op:' Zegt Jordan. Hij draait zich met zijn rug naar me toe. Een fel licht ontstaat. Ik kan eigenlijk niet zeggen welke kleur het is. Het lijkt wel een soort regenboog. Ik knijp mijn ogen tot speetjes. Dan is er een flits en het licht wordt zachter. Ineens zitten er twee witte vleugels op zijn rug. 'Wow...' Zeg ik. Jordan geeft nog steeds licht. Niet meer zo fel, maar genoeg om de triomfantelijke glimlach op zijn gezicht te kunnen zien. 'Mag ik voelen?' Vraag ik. Jordan knikt. Ik loop naar hem toe, en raak voorzichtig een van de vele, helder witte veren aan. Het voelt lekker zacht. 'Kun je ook vliegen?' Vraag ik. 'Ja, maar dat komt later. Eerst is Lotta.' Lotta zucht: 'Uhm.. Jordan, er is alleen een klein probleem: ik heb nog nooit mijn vleugels geopend, en ik heb geen idee hoe het moet.' 'O, je bent er dus nog nooit geweest?' Zegt Jordan. 'Waar geweest?' Vraag ik. 'Op het magische eiland waar je vleugels voor het eerst vanzelf open zullen gaan en waar je al je krachten leert beheersen in een soort magisch doolhof?' Lotta kijkt behoorlijk verbaast: 'Dus het bestaat echt? Ik heb er een keer over gedroomt, dat was toen ik net door begon te krijgen dat ik een engel ben. Het is heel mooi daar. Voor die droom was alles een groot raadsel, door die droom snapte ik alles ook ineens...' 'Yara, heb jij die droom al gehad?' Onderbreekt hij Lotta. Ik schud mijn hoofd. 'Het komt me niet bekend voor' Jordan vervolgt zijn verhaal:  'Elke engel krijgt een keer die droom. Er is geen vaste leeftijd voor, maar meestal ben je tussen de tien en twintig jaar als je hem krijgt. Zo hoor je er achter te komen dat je een engel bent. Eigenlijk mogen andere engelen die het zien/merken niet tegen je zeggen dat je een engel bent, maar anders was je er van de week toch zelf wel achter gekomen. Er is alleen wel een probleem: je kunt het eiland pas op, als je die droom gehad hebt. Als je hem nog niet gehad hebt, kun je het eiland niet zien.' Ow... dat verklaart waarom nog nooit iemand dat eiland heeft opgemerkt. 'Dus Yara, ik ga graag met je mee naar het eiland, maar pas als je de droom gehad hebt.' 'Wil je ook met mij mee?' Vraagt Lotta hem. 'Ja, maar het is wel zo eerlijk voor Yara om dat tegelijk met haar te doen.' Zegt hij. 'Ja, dat snap ik eigenlijk ook wel.'

'Kun je dan wel iets anders laten zien Lotta? Van Jordan geloof ik het nu wel, maar wie zegt dat jij niet gewoon doet alsof? Ik weet wel dat je mijn zus bent, maar toch wil ik graag bewijs...' Lotta knikt. 'Ik heb zelf nog maar een kracht die ik kan beheersen, maar ik kan wel iets laten zien?' Lotta raapt een tak op. 'Kijk:' De oranje gloed trekt door haar lichaam, en de tak vliegt in brand. 'Geef eens?' Zegt Jordan. Lotta geeft hem de brandende tak. Hij kijkt even kort naar de brandende tak. 'Pak die tak eens?' Zegt Jordan tegen Lotta. Hij wijst naar een andere tak die op de grond ligt. Lotta pakt de tak op. 'Oke, niet schrikken.' Zegt Jordan. Ineens gaat de tak die Lotta vast heeft branden, en de tak die Jordan vast heeft gaat op het zelfde moment uit. Lotta zwaait met de tak heen en weer en hij gaat uit. 'Ik kan bijvoorbeeld ook voorwerpen transporteren, zoals dat vuur daarnet. Ik kan nog meer, maar dat komt later.' Zegt hij. 'Maar hoe weet je dan dat ik ook een engel ben? Vraag ik. 'Dat kun je zien.' Zegt Jordan. 'Hoe dan?' 'Heel simpel: je hebt een moedervlek boven je linker wenkbrouw, eentje op je neus en eentje op je rechterwang. Net als alle engelen.' Zegt Jordan. Ik kijk naar Lotta en Jordan, ze hebben allebei inderdaad ook die drie moedervlekken. 'We kunnen nu veel beter terug gaan, anders gaan ze ons misschien zoeken.' Zeg ik. Jordan zegt: 'Wacht even, vleugels vallen behoorlijk op.' Hij doet zijn ogen dicht, en zijn vleugels verdwijnen. Daarmee verdwijnt ook gelijk het kleine beetje licht dat hij uitstraalde. Het is gelijk pik donker in het bos. 

A live with wingsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu