Hoofdstuk 5

113 13 6
                                    

'Wat is er? Zit er iets op mijn gezicht of zo?' Vraagt Nikkey. 'Het is juist dat er iets niet zit...' Zeg ik. Nikkey kijkt me vragend aan. Ze is dus echt geen engel... Zou ze dan wel echt mijn nichtje zijn? Ik voel hoe een brok in mijn keel onstaat. Nee, niet huilen nu! Ik moet moeite doen om mijn tranen binnen te houden. Snel duik ik onderwater zo dat ze het niet ziet. Telaat, Nikkey houdt me tegen en trekt me weer naar boven. 'Yara, wat is er? Heb ik iets verkeerds gezegd?' Ik schud mijn hoofd. 'Wat is er dan?' Ik kan het haar niet vertellen, straks verklaart ze me voor gek. Of misschien weet ze wel dat we niet echt nichtjes kunnen zijn. Als ze me dat zou vertellen zou ik echt een paar dagen niet meer aanspreekbaar zijn. Het idee alleen al dat we geen familie zijn! Al die jaren vol met vrienschap... Ik weet best dat er niks tussen ons zou veranderen als we geen nichtjes blijken te zijn, maar wat is er nou fijner dan een goede vriendin hebben die ook nog eens je nichtje is? 'Sorry Nik, ik vertel het je nog wel een keer okay?' Zeg ik. Ze kijkt me onderzoekend aan. 'Kom je mee van de glijbaan?' Vraagt Nikkey. Gelukkig snapt ze dat ze nu niet door moet vragen. 'Nee, we hadden net besloten dat we samen iets zouden gaan doen.' Zegt Jordan. 'Helemaal niet we...' 'Kom je?' Onderbreekt hij me. Wat is hij nu weer van plan? Als ik zeker weet dat Nikkey ons niet meer kan horen, vraag ik: 'Wat gaan we doen dan?' 'Dat zie je zo wel. Ik weet zeker dat je het leuk gaat vinden.' Juist ja. Ik trek mijn kleren over mijn nu rode bikini aan, en loop achter Jordan aan. 'Wacht, Yara, wat is er met je?' Blijkbaar krijgt Jordan ook door dat ik even niet zo vrolijk ben. 'Heeft het iets met Nikkey te maken?' 'Ja.... nee... Nou, eigenlijk wel maar... Ik kan er nu even niet zo goed over praten, ik vertel het straks wel oké?' 'Oke.' 

'Oke, nog een keer, het gaat al beter dan net.' Zegt Jordan. Ik kijk naar de tak die hij in mijn handen duwt. Ik concentreer me op de tak, maar er gebeurt niks. 'Kom op, je kan het wel.' Zegt hij. 'Net lukte het toch ook?' Dat is waar, daarnet was het al een paar keer gelukt. Ik voel hoe een warme gloed zich door mijn lichaam versprijdt, dan vliegt de tak in de fik. 'Goed zo! Zie je nou wel dat je het gewoon kan?' Ik zwaai met de tak heen en weer en hij gaat weer uit. 'Nog een keer, dan gaan we elektriciteit doen.' Ik pak de tak van Jordan aan en laat hem in de fik vliegen. Even lijkt het alsof er niks gaat gebeuren, dan vat hij ineens vlam. Van schrik gooi ik hem op de grond neer. Hij raakt een van de vele bomen in het bos en de boom begint ook te branden. 'Yara!' Roept Jordan. Hij loopt naar de boom, en houdt zijn handen naast elkaar. In zijn handen vormt een blauwe bol. Hij gooit de bol tegen de boom aan, de bol verandert in water en splasht uit elkaar. Dan stopt de boom met branden. 'Misschien was dit toch niet zo'n goed idee.' Zegt Jordan. Ik schud mijn hoofd. 'Ik denk het eigenlijk ook niet...' 'Kijk, het is niet dat ik je niet wil leren hoe je vuur kan beheersen, maar ik denk dat het nu nog niet zo'n goed idee is. Het is niet voor niets zo dat je de meeste krachten pas op het eiland krijgt...' Ergens heeft hij natuurlijk wel gelijk, het leek me alleen zo leuk om het te kunnen. Ik laat me zuchtend tegen een boom op de grond zakken. 'Hé, niet opgeven!' Zegt Jordan. Ik kijk omhoog naar zijn bruine ogen. Even voel ik wat kriebelen in mijn buik. Nee, kom op, Jordan is gewoon een vriend. 'Ik weet wat anders leuks. Kom, sta op.' Zegt hij. Hij steekt zijn hand naar me uit en trekt me omhoog. 'Doe je ogen dicht, en doe ze pas weer open als ik het zeg oke?' Ik weet niet waarom, maar steeds als hij zegt dat ik iets moet doen luister ik naar hem. Ik doe mijn ogen dicht. Ik voel hoe Jordan me optilt, hij doet zijn ene arm onder mijn knieën door en zijn andere arm doet hij onder mijn rug. 'Houd je goed vast.' Zegt hij. Ik sla mijn armen om zijn nek. Dit voelt goed, heel goed zelfs. 

'Mag ik al  kijken?' 'Nog even wachten.' Zegt hij. Ik merk dat hij niet ergens heen loopt ofzo, volgens mij staan we nu zelfs stil. 'Kijk maar.' Als ik mijn ogen open doe, heb ik even de neiging om te gillen. We vliegen! Nou ja, Jordan vliegt, en ik lig in zijn armen. Dan besef ik me dat Jordan me zo zou kunnen laten vallen. Ik klem me zo hard mogelijk vast. 'Ontspan nou maar.' Onder tussen komen we steeds hoger. 'Jordan, ik weet niet of je het weet, maar ik heb hoogte vrees.' Hij grinnikt. 'Ja, dat weet ik en ik wil je helpen om er vanaf te komen. Trouwens, hoe ga jij ooit zelf vliegen dan?' 'Ik weet het niet. Ik hoop dat zodra ik zelf kan vliegen mijn hoogtevrees vanzelf over gaat.' Hij blijft maar verder omhoog gaan. 'Het is hoog genoeg zo hoor.' Zeg ik. 'Als jij dat vindt.' Zegt hij. Dan stopt Jordan met vliegen, we storten naar beneden. Ik gil. Een paar meter boven de grond begint hij weer te vliegen, en we gaan weer omhoog. 'Waar was dat goed voor?!' Ik merk dat mijn stem trilt. 'Gewoon, om jou van je hoogtevrees af te helpen. Houd je vast trouwens.' We storten weer een stukje naar beneden. 'Jordan!' 'Oke oke. rustig!' Jordan vliegt nu niet verder omhoog, hij gaat naar rechts. 'Waar ga je heen?' 'Wacht nou maar gewoon af oke?.' Hij vliegt op het strand af. 'Jordan, misschien kunnen we beter niet naar de bewoonde wereld gaan, een mens met vleugels is een beetje raar.' 'Niet als ze je niet kunnen zien.' Zegt hij. 'Wat?' 'We zijn onzichbaar, we kunnen elkaar nog wel zien, maar niemand anders kan ons zien.' 'Hoe heb je dat gedaan?' 'Ik ben een toverengel weet je nog? Ik kan spreuken gebruiken? Ze kunnen ons ook niet horen trouwens.' Ik moet toegeven, dat klinkt erg handig. 'Wil je al zeggen wat je van plan bent?' 'Nee. wacht nou maar gewoon af oké?' Zegt hij plagerig. 'Oké'

A live with wingsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu