Hoofdstuk 7

117 16 20
                                    

We zijn nu een dag of drie in de hut. Het is nu elf uur 's ochtends. Het begint al behoorlijk warm te worden. Buiten, maar ook in de hut wordt het warmer. De afgelopen dagen was het in de hut steeds koeler geweest dan buiten, de bomen er om heen houden de meeste warmte wel tegen. Vandaag lijkt het dus erg warm te gaan worden buiten. Jordan hangt voor half dood op de bank met de lades er onder.

'Waarom is het ineens zo warm?!' Klaagt hij.

'Ja weet ik veel, jij hebt de hut gebouwd,' zeg ik een beetje geïriteerd, 'kun je niet de lucht koelen hier met een van je krachten?'

'Kan, maar dat kost me erg veel energie. Lucht verwarmen gaat wel, maar afkoelen is lastig als het steeds opnieuw weer opwarmt. En met een spreuk durf ik niet, ik weet niet precies welke ik moet gebruiken. Ik wil liever niet dat het een ijskasteel wordt hier binnen,' zegt hij. Ik schiet in de lach. Een ijskasteel, serieus?! Hij kijkt me met een blik vol onbegrip aan.

'Waarom lach je nou?' Zegt hij quasi-beledigd.

'Ja, wat denk je nou zelf?' Ik wacht even om zijn reactie te peilen. Hij haalt zijn schouders op.

'Dat het idee van een ijskasteel hoog tussen de bomen niet grappig is?' Jordan schiet zelf ook in de lach:

'Hahahaha..... zo had.. i-hi-hik het me.. n-n-n-og n-n-niet voor..ge-ge-steld.' Hij heeft moeite met hele zinnen te zeggen door dat hij de slappe lach heeft. Zo heel grappig was dat nou toch ook weer niet?

Als we weer uitgelachen zijn zeg ik:

'We kunnen wel naar het strandje? We zijn daar volgens mij best dicht bij nu,' zeg ik. Jordan springt van de bank af.

'Goed idee! Ik denk alleen wel dat het daar erg druk is als het zo warm is. Dan moeten we wel lopen, vliegen kan dan echt niet.' Van de levenloze Jordan van net is niets meer over, de verveling is een klap voorbij.

'Geeft niet. Als jij wat eten klaar maakt om mee te nemen, dan zoek ik de zwemspullen wel op,' zeg ik.

'Nou... mag ik niet de zwemspullen doen? Ik haat broodjes smeren...' Klaagt Jordan.

'Nee, straks is mijn bikini weer een andere kleur.' Ik knipoog naar hem om duidelijk te maken dat het niet erg is. Jordan lacht even:

'ik vind dat rood wel sexy.' Nu knipoogt hij. Ik voel het bloed naar mijn wangen stijgen 'De zwemspullen hangen denk ik over het hekje van het balkon, daar heb ik ze toen we hier aan kwamen gedumpt zodat ze konden drogen.' Jordan gaat op zijn hurken zitten en trekt een van de lades open. Hij vist er een zak broodjes uit en mikt ze op de tafel in het midden van de hut.

'Dan zijn de zwemspullen nu vast wel droog, dan hangen ze daar al drie of vier dagen,' zeg ik.

Ik loopt naar het balkon. Zodra ik de deur open doe komt de warme lucht me tegemoet. Ik doe snel de deur weer dicht. Jordan kijkt verbaasd naar me:

'Is het echt zo erg?'

'Jep, weet je, ik heb een beter idee,' zeg ik

'Oh ow, dat wordt wat dan. Vertel,' onderbreekt Jordan me.

'Als jij nou eens de zwemspullen bij elkaar zoekt, dan zorg ik wel voor het eten.'

'Dat lijkt me een beter idee, als jij de broodjes maakt, zijn ze vast veel lekkerder,' zegt Jordan opgelucht dat hij ze niet hoeft te smeren.

'Wat wil je er op?' Vraag ik hem.

'I don't care, Doe maar wat. Als je beleg zoekt: er zit een pot nutella in de la onder de bank. Als je geluk hebt is de kaas die er in zit ook nog wel te eten. De jam zou ik maar niet meer proberen, ik denk dat die ondertussen groen met wit is in plaats van rood door de schimmel.'

A live with wingsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu