Bram

79 5 1
                                    

Ik en Jaxon stonden nu zwijgend voor de deur van Ryder, het gesprek was raar verlopen. "Ik meende wat ik zei, het spijt me echt". Ik draaide me naar Jaxon maar hij wilde me niet aan kijken. "Jaxon?". Met men hand nam ik zijn kin vast zodat hij mij wel moest aankijken.

"Wat ik daarjuist zei". Jaxon zijn ogen waren op de grond gericht. "Die opmerking die ik bijna had gezegd meende ik niet". De tranen sprongen hem in de ogen. Ik wist dat hij het enkel zei omdat hij boos was maar hij had ook gelijk. "Ik weet dat het je spijt maar je hebt gelijk". Zuchtend laat ik zijn gezicht los en wrijf met men handen door men gezicht. "Bram?". Jaxon keek me deze keer wel aan, zijn ogen doorboorde de mijne. "Zou je misschien naar mij willen komen?". "Jaxon, ik weet het niet". Hij kwam dichter staan en legde zijn armen in men nek. "Het wordt gezellig. Geloof me".

Nadat Jaxon me nog eens had gekust had hij me kunnen overtuigen. Zonder die kus was ik ook mee gegaan maar dat wist hij niet.

Hand in hand liepen we naar mijn brommer. Ik weet nog dat ik deze ochtend heel kwaad voor zijn deur had gestaan. Nadat ik z'n 10 000 keer had aangebeld deed Jorik de deur open, hij leek veel op Jaxon maar toch vond ik Jaxon knapper. Met kleine oogjes had hij gezegd dat Jaxon op zijn werk was. Verbazingwekkend genoeg wist ik waar hij werkte en binnen de 10 minuten stond ik hem daarop te wachten. Hoelang ik daar heb gestaan weet ik niet maar ik zou kost wat kost met hem spreken. En wat ben ik blij dat ik zolang heb gewacht.

"Vind je het erg dat je achterop moet?". Op de heen rit was Jaxon zo koppig geweest dat hij heel de weg naar hier had gestapt. "Tuurlijk niet". Ik overhandigde hem snel mijn helm en stapte alvast op mijn brommer. "Moet jij je helm niet opzetten". Vroeg Jaxon terwijl hij zijn armen rond men middel sloeg. "Nee hou jij die maar op". "Zeker?". Ik draaide men hoofd en deed het klepje voor zijn ogen dicht. "Heel zeker".

Al snel waren we bij Jaxon thuis. "Ben jij morgen vrij dan gaan we samen een helm voor mij kopen". Jaxon had mijn helm vast terwijl hij met zijn andere hand zijn sleutels zocht. "Voor jou?". "Ja bram voor mij. Als ik nog eens achterop wil bij jou dan hebben we tenminste alle twee een helm". Niet veel later had Jaxon de deur opengedaan en stonden we in de hal.

"Ben thuis". Riep Jaxon door heel het huis terwijl hij zijn schoenen uitdeed. "Ben in de keuken" Riep een oudere mannenstem, die waarschijnlijk van zijn vader was. "Kom je?". Ik schok op vanuit mijn gedachten en glimlachte naar Jaxon.

"Pa dit is Bram". Ik stond naast Jaxon in de keuken. "Ah dit is dus de beruchte Bram". Zei hij terwijl hij zijn hand uitstak. "Aangenaam meneer". Zonder te aarzelen schudde ik zijn hand. "Zo beleeft zeg maar Adam". Ik gaf een knikje als antwoord.

"Van wie is die zieke motor buiten". Hoor ik een stem vanuit de gang roepen. Jaxon zucht en draait zich om. "Jorik". Zegt hij zuchtend. "Dat is de motor van bram". Ik volg Jaxon naar de hal en zie Jorik daar in de deuropening staan met grote ogen. "Wil je een ritje maken?" vraag ik men een kleine grijns op men gezicht. "Mag dat?". "Zolang er geen krassen op komen". Ik haal de sleutels uit m'n zak en gooi ze naar hem toe. "En vergeet men helm niet op te zetten". Men grijns is ondertussen veranderd in een schijnheilig lachje. "Zullen we naar boven gaan, dan kunnen we gaan kassen?". "Is goed" zegt ik terwijl ik Jaxon een kusje geeft.

de nieuwe laatste jaarsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu