Hoofdstuk 6

28 3 2
                                    

Ik open mijn ogen en ik word meteen verblind door een fel licht. Ik knijp snel mijn ogen dicht en probeer op te staan. Ik wrijf in mijn ogen en ik sta op. Zodra ik sta voel ik me misselijk. Ik ren richting de wc maar zodra ik de deur open zie ik dat dit niet mijn huis. Een verschrikkelijke hoofdpijn laat mij wankelen. Ik voel me zo draaierig en misselijk dat ik weer op bed ga zitten. Wat doe ik hier in godsnaam? Ik probeer in mijn herinnering te graven maar tevergeefs. 'denk na Kirana' fluister ik in mezelf. Ik kijk om me heen en ik zie een bobbel onder de deken. 'oh god.. oh god.. laat het niet een persoon zijn' denk ik bij mezelf. Ik sluip naar het bed en trek langzaam de deken naar beneden. Er verschijnt een arm. De arm ziet er pezig uit en best dun. Ik probeer de deken weer verder van de persoon af te trekken maar plotseling maakt de persoon een snurkgeluid. Ik schrik en spring naar achter en stoot met mijn heup tegen een lamp aan. De lamp valt bijna om en vloekend zet ik de lamp recht. Dat wordt een blauwe plek. Ik focus mijn aandacht weer op de slapende persoon en schrik. Het is een meisje! Dan valt het kwartje pas en ik geef bijna over. Abizo heeft dit gedaan. Ik zat al die tijd in zijn hoofd en hij heeft de nacht doorgebracht met een vreemd meisje. Ik kijk omlaag en ik zie dat ik spiernaakt ben. Ik probeer Abizo te roepen. Hij reageert niet. In gedachten scheld ik hem uit. Ik moet hier snel wegwezen voordat ze wakker wordt en mij ziet. Hoe moet ik haar anders uitleggen dat ze in slaap viel met een jongen en wakker wordt met een meisje? Mijn ogen vallen op Abizo zijn kleren. No way dat ik dat aan ga trekken! Maar ik kan moeilijk naakt over straat lopen. Mijn ogen glijden naar het meisje. Ze kan vast wel een kledingstuk missen. Ik loop naar haar kledingkast en kijk rond. Ze heeft verschrikkelijk veel leuke kleding. Ik zie een leuk blauw jurkje met stippen en ik pas hem. Hij staat me geweldig! Meteen krijg ik een enorm schuldgevoel. Dit is vast een verschrikkelijk duur jurkje. Ik loop nogmaals naar haar kast en ik zoek naar een iets minder duur kledingstuk. Terwijl ik haar kast doorkijk zie ik dat elk kledingstuk duur is. Ze moet vast stinkend rijk zijn. Het schuldgevoel ebt meteen weg. Ze koopt wel een nieuwe. Ik raap Abizo zijn kleding van de grond en ik gooi ze in de prullenbak. Hier zal hij van leren. Ik open haar koelkast en ik tref een heerlijk ontbijtje aan, een croissant met aardbeienmilkshake. Ik gris ze uit de koelkast en leg ze in een katoenen lunchzakje. Ik gris de sleutels van ons appartement en zijn portemonnee van de kast en loop tevreden het appartement uit. De kick van de spullen stelen giert door mijn lichaam en huppelend loop ik door de straat. Ik merk dat mensen naar mijn jurkje staren en ik bloos. Ik zie er vast fantastisch uit met een kater denk ik grijnzend.

Ik loop door het terras van LUCY'S en probeer me tussen de mensen te wurmen. Het valt me op dat het vandaag bijzonder druk is. Ik bots tegen George op. 'hey Sophie!' hij bekijkt me van top tot teen en zegt: 'wat zie je er geweldig uit' ik begin te blozen totdat ik me herinner wat hij tegen Abizo zei over mij. Mijn glimlach verdwijnt. Hij legt zijn handen op mijn heup. 'je kijkt een beetje beroerd Sophie, heb je gisteravond een beetje te veel gedronken? Je was namelijk een dag lang weg. Ik miste je' woede borrelt in me op. Ik bijt op mijn lip. 'ik moet even..' ik word meteen onderbroken door George. 'ik heb je zoveel te vertellen, Sophie. Ik heb zo een pauze, dan kunnen we even praten.' Ik heb de moed niet om iets terug te zeggen. George laat mijn heupen los en loopt naar een tafel om een bestelling op te nemen. Ik haal mijn laptop uit mijn kamer en loop naar beneden. Ik neem plaats achter de bar en open de site: 'employees wanted' Ik vul mijn CV in en selecteer mijn interesses. Nu nog wachten op een mail met vacatures. Ik open spotify en ik plug mijn oordopjes in mijn laptop. Daarna selecteer ik een playlist. Ik maak een nep facebook account voor Sophie, mijn nieuwe identiteit. En ik begin een aantal mensen te volgen die ik ken van mijn vorige levens in andere landen. Ik zie op een facebook profielfoto dat mijn vroegere beste vriendin uit Amerika eindelijk verkering heeft met de persoon waar ze zo lang verliefd op was. Ik glimlach. Het is haar gelukt. Ik krijg een zwaar gevoel van verdriet in mijn maag. Ik heb dit leven moeten achterlaten. Het was niet echt een geweldig leven. Maar ik had wel een vriendin. En nu denkt ze dat ik ben overleden door een auto-ongeluk. Mijn ogen beginnen te tranen. Abizo en ik hadden afgesproken om geen contact te maken met mensen uit ons vorige leven. Dat zorgt alleen maar voor verdriet. Ik verlaat de instagrampagina van mijn oude vriendin en ik bestel een jillz. 'ik heb goed nieuws voor je' hoor ik naast me. Ik schrik. 'jeetje Sophie, jij hebt een slecht geweten. Je schrikt altijd' zegt George lachend. Ik forceer een glimlach. 'wat is het goede nieuws?' vraag ik afwezig. 'we hebben onze muurtekenaar ontslagen' zegt George. Ik lach sarcastisch. 'hoe kan dat nou weer ooit goed nieuws zijn' vraag ik onbegrijpend. 'dat betekent dat we iemand anders zoeken om het werk te doen'. Dan pas valt het kwartje. Er verschijnt een brede grijns op zijn gezicht en hij zoent me. Ik laat het toe. 'je verdient niet veel dus je moet er waarschijnlijk wat serveerwerk bij doen. Maar ik denk dat dat wel goed komt Sophie' zegt George. Mijn geluk kan niet op. Ik heb werk gevonden!

Opeens vind ik George weer helemaal geweldig. Samen blijven we na sluitingstijd mijn werktijden en salaris bespreken en begin ik met brainstormen voor de krijtmuur. Ik ben bezig met het uitzicht van Londen schetsen toen George naar me toe liep. Hij probeert me te kussen en ik duw hem weg. Ik ben nog steeds boos op hem. 'wat is er aan de hand Sophie?' vraagt George beledigd. Ik zucht. Ik heb nu echt geen zin in een ruzie, maar ik moet hem vertellen waarom ik boos ben. Het is oneerlijk tegenover hem als ik boos blijf maar verzwijg waarom. Ik neem diep adem en ik wend mijn hoofd naar zijn gezicht. Ik kijk in zijn ogen en ik zeg: 'een paar dagen geleden, zat er een man aan je bar. Dat was mijn broer.' Ik laat mijn hoofd zakken en ik staar naar mijn voeten. Ik slik. 'hij vroeg aan je of je me kende. En je zei nee' zeg ik koelbloedig. Het blijft een paar seconden stil. Ik hoor George naar adem happen, maar hij antwoordt niet. 'laat maar zitten' zeg ik terwijl ik mijn spullen inpak en van de barkruk af glijd. Terwijl ik naar de deur van het café loop begin ik te twijfelen. Waarom zegt hij niks? Met mijn hand op de deurklink sta ik voor een seconde stil. Ik kijk om en ik zie dat George nog steeds op dezelfde plek staat. Hij staart sprakeloos naar zijn voeten. Boos open ik de deur en een frisse wind waait naar binnen. Ik sluit mijn ogen en ik loop naar buiten. Ik begin te rennen. Ik wurm me tussen de drukte, zo ver mogelijk van George. Mijn ogen vullen zich met tranen. 'kirana, laat mij er uit.' Fluistert Abizo. 'ga weg!' schreeuw ik. Iedereen om me heen schrikt. Ze kijken allemaal naar me. Logisch. Ik schreeuw tegen niemand. Ik kijk om me heen, ik knik en ik loop verder. Ik ren ongeveer nog 4 kilometer door. Tot ik begin te hijgen en ik door mijn enkel ga. In mijn ooghoek zie ik allemaal lichten. Een nachtclub. Ik open mijn tas en ik haal mijn Iphone uit een zijvakje. Ik klik op de homebutton en ik zie op het startscherm dat de avond valt. Mijn maag begint te knorren. Ik heb al sinds vanochtend niets gegeten. Nog steeds moe van het rennen loop ik de nachtclub binnen. De enorm harde muziek bonst mijn oren in. Ik knijp mijn ogen dicht van de flitsende lichten. Moedig loop ik verder, richting de bar. Ik neem plaats en ik bestel een bak borrelnootjes. Ik eet altijd eerst de witte nootjes. Dat zijn de lekkerste. Op de dansvloer zie ik jonge meisjes van ongeveer 16 jaar. Ze dragen veel te korte jurkjes en kijken als jonge puppy's om hun heen. Zoekend naar een baasje. Ik rol met mijn ogen. In de hoek van de ruimte zie ik een aantal lachende jongens met 1 meisje. Ze zijn van mijn leeftijd. Ik denk aan mijn vorige leven. Aan mijn vrienden. Aan het fijne gevoel van altijd iemand te hebben die je zou opvangen. Ik verlang naar vrienden. Ik merk dat het groepje nu naar mij terug staart. Mijn gezicht wordt rood en ik wend mijn blik af. Ik zie ze naar me zwaaien. Een warm gevoel van acceptatie stroomt door me heen. Ik verzamel al mijn moed, ik doe mijn haar goed en ik strijk mijn jurkje glad. Ik adem diep in en ik loop richting de tafel. 'hallo vreemdeling' zegt het meisje glimlachend.

KiranaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu