hoofdstuk 9

14 2 2
                                    


Iemand bonst op de deur en ik zie Abizo naar de deur lopen. Zonder eerst door het kijkgaatje te gluren opent hij de deur. Dat had hij niet moeten doen. Vrijwel meteen stormt de politie naar binnen en doorzoekt het huis. Abizo wordt geboeid en aangehouden. Totdat hij ontsnapt door de bewaker met zijn elleboog tegen de kaak te slaan. Hij rent en als hij bijna de politie af schudt hoor ik een kogelschot. plotseling beginnen de muren om mij heen te schudden en spiegels breken. Snel verberg ik mij onder een zware houten kast. Ik pas er maar net onder. Met trillende handen bescherm ik mijn hoofd. Als het beven van de muren over is begin paniekerig onder de kast vandaan te komen. Ik voel een steek onder mijn voeten en ik merk dat ik op een vaasstukje sta. Verbeten wankel ik door richting de tafel en ik druk de blauwe knop in. Het beeld verschijnt weer en Ik schreeuw het uit van afschuw. Abizo ligt op de grond met een grote schotwond in zijn linker heup. Ik hoor geschreeuw van de politie en ik weet dat het niet lang zal duren voordat ze Abizo bereiken. ik dwing Abizo op te staan en te rennen, maar hij reageert niet. Het lijkt wel alsof de pijn mij met hem ontbindt. Ik krijg geen contact met hem. Ik blijf schreeuwen naar hem en ik probeer naar buiten te komen. Ik zie dat de politie naar hem toe rent en ik voel hem opstaan maar tevergeefs, er klinkt nogmaals een schot en alles wordt zwart.

Een piep schelt door mijn hoofd als ik wakker wordt. Ik zit nog steeds in Abizo. Ik snap niet hoe alles zo snel kan gebeuren, ik heb niet eens de tijd gehad om te functioneren. Het enige wat ik mij kan herinneren is dat ik na het tekenen in slaap viel en Abizo naar buiten wilde. En dat ik wakker word met overal politie en schoten. Hoe ik moest toekijken terwijl mijn broer wordt neergeschoten en wordt meegenomen. Ik was er bij, en ik was machteloos. Ik zie dat Abizo zijn ogen zijn gesloten. Ik wil naar buiten, ik weet niet hoelang Abizo met zijn ogen gesloten ligt, maar waarschijnlijk moet hij flauwgevallen zijn en had hij te weinig energie om mij ook wakker te houden. Maar ik weet niet wat daar buiten is. Misschien wordt hij onderzocht of zit hij in de gevangenis. Ik weet niet dat als ik transformeer ik dan ontdekt word door mensen. Dat mensen mij zien en dat we in nog grotere problemen zitten, maar ik kan hier ook niet langer blijven. Misschien heeft Abizo mijn hulp al nodig of misschien ook niet. Ik besluit een uur of 3 te wachten. Ik neem plaats achter De Tafel en ik probeer op de groene knop te drukken, de knop naar ons geheugen. Ik reis terug naar de tijd dat we 8 waren. Toen we nog wel groeiden en onze echte moeder nog leefde.

393 v. chr

Onder de appelboom, waar Abizo en ik samen een stuk brood aten rook het sterk naar boomschors. De favoriete geur van Abizo, en zijn favoriete plek. Abizo en ik zijn een tweeling, en niet te separeren. Met smakkende geluiden at Abizo de restjes brood op. 'ik heb nog steeds honger' opperde ik. Hij glimlachte: 'we hebben boven ons appels hangen, wil je er één hebben?' 'ik wil er zelfs twee' uitnodigend steekte hij zijn hand uit en maakte een kommetje. Ik plaatste mijn voet tussen zijn handpalmen en ik laat al mijn gewicht op hem vallen, waardoor ik zelf omhoog word getild. Mijn vingertoppen raakten de onderkant van de appel, maar ik ben niet lang genoeg om hem te pakken. 'iets hoger Abizo!' roep ik. Hij knikt en duwde mij met zijn laatste krachten een paar centimeter omhoog. Ik greep naar de appel en hij komt met gemak los. Door het onderschatten van mijn kracht verloor ik mijn evenwicht. Ik gilde en viel naar achter. Met een plof belandde ik op Abizo. Ik hoorde hem kreunen en hij begint te lachen. 'vertel me alsjeblieft dat je appel tenminste hebt, dat het vallen de moeite waard is' met een grote glimlach liet ik de vrucht de zien. Hij was perfect rood en heel sappig. Het lekkerste stuk fruit van mijn leven. Na 1 hap genomen te hebben griste Abizo de appel uit mijn handen en rende de heuvel af. Ik stond op en rende ahter hem aan. Ik was altijd al iets sneller dan hem en met gemak haal ik hem in. Met 1 grote sprong dook ik op hem af en Samen vielen we op de harde grond. De zachte geur van vers groen gras dringt mijn neus binnen en ik zucht van opluchting. Snel eten we samen de felrode appel op en rollen van de heuvel, naar huis. Het huis waar een blije moeder in de deuropening verscheen en ons een knuffel gaf. Ons binnen liet en ons verhaaltjes vertelde. Toen een simpel mens zich nog geen papier kon veroorloven. Ik vroeg me af hoe mijn moeder elke avond met een nieuw fabeltje het huis binnen liep. En allemaal altijd even mooi, spannend, vol met lust, liefde, en verraad. Ik genoot er volop van. En na het verhaaltje van de 3 zwarte ruiters vielen Abizo en ik samen in slaap.

Heden:

Ik open mijn ogen en meteen vullen mijn ogen zich met tranen. Mijn moeder was geweldig. De enige die van ons hield, na mijn vader ons verliet om te strijden tegen de romeinen. En overleed. Ik mis haar nog elke dag. Als ze eens zou weten dat iedereen hier kon schrijven, woorden kon vastleggen. Verhalen kon navertellen. Op slechts enkele verhalen na zijn ze allemaal verdwenen. Niemand om ze na te vertellen, niemand om te weten dat ze bestonden. Ik stel me haar gezicht voor, met een verlegen en aantrekkelijke lachje. Haar olijfbruine huid en bruine lange haren. Haar kleine spleet tussen haar voortanden en haar iets te wilde wenkbrauwen. Voor een vrouw uit de oude Griekse tijd was ze verschrikkelijk knap. Ik sta op en zie dat er al drie en een half uur voorbij is gegaan. Ik sta op en ik kijk of Abizo al wakker is. Dat is hij. Hij heeft zijn ogen gesloten. Voorzichtig probeer ik contact met hem op te nemen. Zacht fluister ik wat tegen hem. 'is er iemand binnen Abizo? Is het veilig om even naar buiten te komen en te zien in welke situatie je je bevindt?' 'nu niet, probeer het over precies 23 minuten' hoor ik hem zacht kreunen. Ik zie dat hij pijn lijdt. Wat hebben ze met hem gedaan? Zenuwachtig bijt ik op mijn nagels en wacht ik de tijd af.


KiranaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu