Hoofdstuk 11

149 8 1
                                    

Emily en ik gaan op mijn bed zitten. Ik zucht. "Er is iets wat ik..." Op hetzelfde moment begint Emily ook te praten. "Het spijt me dat..."
We beginnen te lachen. "Jij eerst." Zegt ze. "Nee, ga jij maar eerst." Antwoord ik. Ik heb zo lang met dit geheim rondgelopen, dan kunnen er nu ook nog wel een paar minuten bij. Bovendien ben ik zo zenuwachtig dat het voelt alsof ik 23 keer in een achtbaan geweest ben. Emily schraapt haar keel. "Sorry voor gisteren. Ik heb waarschijnlijk iets gezegd wat jou overstuur maakte en ben toen weggegaan, dat was echt niet cool." Ze zucht. Ik geef haar een knuffel. "Het is al goed."
Ze lacht haar mooie zonnestralenlach, en ik kijk in haar ogen. En dan naar haar mond. En dan weer naar haar ogen. Ik strijk haar haar uit haar gezicht. Ze houdt me niet tegen. Ik kom iets dichterbij. "Wat wilde jij nou zeggen?" Vraagt ze. "Dit." Zeg ik, en ik buig me voorover om haar te zoenen.

Zomernachten en Roze WolkenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu