Hoofdstuk 6

331 13 2
                                    

Ik kijk ze verbaasd aan. "Wat is er?" Ik zie dat ze het moeilijk vinden om te vertellen. Rosa's vader begint te praten. "We zijn nog steeds bezig met Rosa. En we missen haar verschrikkelijk. En dit huis, hier is ze in opgegroeid, hier heeft ze haar eerste woordjes gezegd en voor het eerst gelopen. En alles in dit huis doet ons aan haar denken. We vinden het fijn, maar je moet begrijpen dat het ook hartstikke moeilijk is voor ons om hier te blijven wonen. Waar alles ons aan haar herinnerd." Hij stopt even met praten en slikt. "Ja, ga verder. Wat is er?" Ik zit met een brok in mijn keel op de bank. Ik ben bang voor wat ze gaan zeggen. Ze gaan allebei naast me zitten en Rosa's vader gaat verder met zijn verhaal. "We vinden het heel jammer, maar we hebben besloten om te gaan verhuizen." Toen hij het woord 'verhuizen' zei, kon ik het niet meer houden. Ik begon te huilen. Ik wil helemaal niet huilen, maar het gebeurt gewoon. Rosa's moeder slaat een arm om me heen en er gaan ook tranen langs haar wangen. 

"Maar, waar gaan jullie heen verhuizen? Wanneer? Hoe? Is het dichtbij?" Ik zeg alle vragen heel snel en ik moet nog harder huilen. "We willen het liefst hier binnen 2 maanden weg, als alles goed gaat met de verkoop en de hypotheek. En we gaan verhuizen naar Groningen, het is een uurtje met de trein en je mag ons altijd komen bezoeken." Groningen? Dat is bijna de andere kant van Nederland! Ik ga thuis meteen opzoeken hoe ver het van Amsterdam vandaan is, en of ik er ook met de fiets kan komen. We zijn allemaal stil als Rosa's broer naar beneden komt lopen. "Jullie hebben het haar verteld, of niet?" Ze knikken allebei en Tim gaat naast me zitten. Ik lig met mijn hoofd op zijn schouder en we zeggen een tijdje niks. Tim en ik kennen elkaar natuurlijk ook al vanaf dat we klein waren, en het is een soort van broer voor mij. Ik kan altijd alles aan hem vertellen en het is ook helemaal niet raar om zo op zijn schouder te liggen. 

Ik merk dat Rosa's moeder is opgestaan en ze komt terug met een glaasje water. "Hier, drink even wat!" Ik neem een slokje en haal diep adem. Ik ga rechtop zitten en kijk ze aan. "Gaat het al beter? We snappen dat je het moeilijk vindt, wij vinden het ook moeilijk. Maar we denken dat dit het beste is voor iedereen." Rosa's moeder maakt het verhaal af. "De keuze voor Groningen was niet zo heel moelijk, omdat mijn ouders daar ook wonen. En het is vertrouwd. En je mag ons echt altijd bezoeken, graag zelfs." Ik snap het wel, maar vind het nog steeds heel erg klote, als ik het zo mag zeggen. "Als je wilt, mag je binnenkort ook mee naar het huis. Over 2 weken krijgen we de sleutel en dan kunnen we beginnen met verfen en kamers inrichten. We willen de meeste dingen van Rosa meenemen, maar als je wilt mag je zelf ook wat meenemen." Ik glimlach, wat zijn ze toch lieve mensen. Het is hun dochter die is overleden, maar ze laten mij ook wat meenemen van Rosa.

"Is het goed dat ik dan nu even naar boven loop?" "Ja, tuurlijk. Moet één van ons even met je mee?" "Nee, dat hoeft niet. Heel lief, maar ik wil liever even alleen zijn." "Snappen we hoor, neem gerust de tijd." Als ik naar boven loop weet ik al meteen wat ik mee wil nemen. Ik loop naar haar kledingkast en kijk op de onderste plank. Er liggen allemaal shirtjes, maar onder die shirtjes liggen envelopen. Rosa en ik hebben ze daar bewaard en niemand anders heeft ze ooit gezien. Ik pak de bovenste envelop en begin te lezen...

VerlorenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu