Hoofdstuk 18# Hopeless.

49 3 0
                                    

Terwijl mijn smaragd groene ogen zich niet kunnen lostrekken van het gedaante, staat er iemand vrolijk aan mijn arm te trekken. Je zou denkend dat als je een lijk ziet liggen op de vloer, je op zou passen voor alles. Maar nee hoor, niet voor mij. "Dylan! Ze komt dichterbij, we moeten weg!" Schreeuwt een stem in de verte. Veel versta ik er niet van, ik voel me afgesloten van de hele wereld. Misschien is iedereen weer levend als we levend het huis uitkomen. Yeay, right. Grote fantasie. Ach ja, ik had ook nooit gedacht dat dit ooit zou kunnen gebeuren. Een rake klap op mijn wang maakt dat ik weer in de werkelijkheid terecht kom. Meteen grijp in naar mijn iets rode wang, met een gebroken blik in mijn ogen. "Waarom de-" Verder kom ik niet, want hij trekt me al bijna huilend weg. De weg naar de keuken kijk ik achterom. Niks meer. Niet eens meer het lijk. Voorzichtig kijk ik naar Appie, die me de keuken bijna ingooit. Hij ziet eruit alsof hij alle deuren zou willen barricaderen met hout en spijkers. Ik vind het rot voor hem. Natuurlijk ook voor mezelf. Het liefst hang ik mezelf meteen op dit moment op, maar dan laat ik Eva achter. Dan sterf ik als een lafaard. En ik moet het proberen, voordat ik het laat vallen. Zuchtend laat ik mezelf tegen de houten muur aan naar beneden zakken. 1 ding is zeker, als ik hieruit kom, is het enige waar ik nog bang voor ben is mijn oma naakt zien. Ja en als die naakt ziet, dan heb je toch dit alles 3 keer meegemaakt. Eigenlijk ben ik op dit moment niet eens echt verdrietig. Ik denk dat het de shock is. Alles gaat ook langs me heen, alsof ik ben opgesloten in mijn eigen gedachte. Voorzichtig wrijf ik over mijn eigen gezicht heen. Ik wil dood. Ik ben mijn vader kwijt, waarschijnlijk mijn moeder en bijna al mijn beste vrienden. Als ik hier uit kom word ik toch beschuldigt van... 1... 2... Euhm... 8 moorden denk ik. Wat heeft het dan nog voor zin om verder te gaan in dit leven? 19 jaar en nu al is alles van me afgepakt. Ik heb alleen nog maar een... Zus. Mijn zus! Meteen spring ik op en begin aan de deuren te trekken. Ik moet haar helpen, waar ze ook is. Maar hoe moet ik haar helpen? Ik weet niet waar ze is, ik kan hier niet uit. Ook bij mij beginnen tranen in mijn ogen te springen. Bij Appie rollen ze al over zijn gebruinde wangen. Voorzichtig val ik op de grond en veeg mijn tranen ruw weg. Alles, werkelijk alles, zit tegen. Alles is hopeloos.

-

Volgens mij heb ik een vrij vreemde schrijfstijl hahaha.

Xxx Lisa.

The living house.Where stories live. Discover now