"Ik hou ook van jou." Ik had geen idee of het waar was, of ik echt van hem hield. Maar zijn woorden deden iets met en misschien had hij wel gelijk. Misschien had hij meer voor me betekend dan ik al die tijd me kon voorstellen. Hij sloeg zijn arm om me heen, alsof hij me begreep, terwijl ik nog niet zeker wist of dat waar was. Die vicieuze cirkel was wel heel mooi gezegd allemaal, en ik wist ook wel dat hij gelijk had, maar volgens mij besefte hij niet dat het moeilijk was om hem te verbreken dan hij dacht. Want ik wist dat morgen alles weer was zoals vanochtend.
"Waarom ben je eigenlijk weggelopen? Ik bedoel, wat was de aanleiding? Wat was de laatste druppel?" Ondanks dat hij zo dicht bij me lag en ik het eigenlijk bloedheet zou moeten hebben, kreeg ik het ijzig koud toen die vraag tot me door drong. En ondanks dat hij zo dicht bij me lag voelde ik alsof ik zo ver weg was. Even was ik weer terug in Groningen, zat ik thuis en besefte ik wat ik gedaan had. Ik besefte dat ik niet meer terug naar school kon en pakte mij spullen die ik lang geleden al ingepakt had. Maar ik werd misselijk bij de gedachte eraan en probeerde me te concentreren op de warme hand van Hidde die op mijn bovenarm lag. Zijn duim streelde me en ik kreeg er een soort van kippenvel van. Ik wist dat deze vraag ooit nog moest gaan komen. Net toen ik na begon te denken of ik moest antwoorden of niet, werd alles zwart.
Wat is dit? Ging ik dood? Het einde van de wereld? Of hadden mijn hersenen zichzelf uitgeschakeld? Maar ik voelde Hiddes hand nog steeds op mijn arm liggen, ook al bewoog hij niet meer. Ik moest nog leven. Maar voor hoelang?
"Wat is dit?" hoorde ik hem vragen, maar zijn stem klonk ver weg, terwijl ik wist dat hij zich op minder dan tien centimeter van mijn hoofd moest bevinden, omdat ik zijn ademhaling nog wel in mijn nek voelde. Ik wist niet meer of ik nog goed kon nadenken of niet, maar het lukte me niet om te antwoorden. Ik wou zeggen dat ik het niet wist en dat ik bang was, maar mijn ademhaling deed niet meer wat ik wou. Normaal had de Citalopram de meeste angst uit mijn lichaam kunnen halen, zodat ik nog kon nadenken, maar dat lukte nu niet. Hoe meer ik naar lucht hapte, hoe meer ik het gevoel had dat iemand mijn keel dichtkneep. Het leek alsof ik mijzelf met mijn eigen ademhaling aan het vermoorde was, langzaam zodat ik het allemaal voelde.
"Lana, doe rustig," hoorde ik van nog verder weg. Ik had niet meer door dat het mijn handen waren die ik voor mijn mond sloeg en ik had niet meer door dat ik rechtop was gaan zitten en mijn lichaam tegen de bank aan duwde.
Ik kon natuurlijk heel poëtisch gaan zeggen dat wanneer onze lippen elkaar raken dat alles rustig werd in mijn hoofd. Dat ik weer wist hoe ik moest ontspannen, maar natuurlijk was dat niet zo. Volgens mij sloeg ik hem toen hij met zijn handen mijn hoofd stevig vastpakte. Toen nog meer handen mij probeerden te verstikken. En toen hij mijn hoofd stevig tegen de mijne drukte had ik al geen gevoel meer in mijn lichaam. Pas toen we zo zeker meer dan een minuut zaten kon ik ook mijn mond openen om hem terug te zoenen. Ik probeerde hem te bedanken want het voelde alsof hij op deze manier mijn leven had gered.
Ik werd wakker van de kou. Mijn hele lichaam rilde en mijn handen en neus voelde ijzig aan. Het was nog donker, maar toen ik door het raam keek zag ik dat het in de verte al licht begon te worden. Het was vijf voor acht volgens de klok aan de muur. Ik wilde zo graag nog even verder slapen, want het doffe gevoel van slaaptekort brandde achter mijn ogen. Maar mijn lichaam kon niet ontspannen, zelfs niet wanneer ik zo dicht mogelijk tegen Hidde aan kroop, in de hoop dat zijn lichaamswarmte mij in kon laten slapen.
Ik stond op om in de slaapkamer een deken te pakken. Daniëls slaapkamerdeur zat dicht, dus ik dacht dat hij nog wel zou slapen, dus schrok ik me dood toen ik hem in Hiddes bed zag liggen. Ik bedacht me dat hij hier gisteravond in slaap was gevallen toen we ons kerstdiner hier hadden, en ik besefte dat het eerste kerstdag was.
JE LEEST
Nooit heb ik ooit
Teen FictionHet idee was om naar Australië te gaan en nooit meer terug te keren, maar ze kwam niet eens verder dan Amsterdam. Wanneer ze haar laatste nachtje in Nederland moet doorbrengen, komt Lana per ongelijk terecht bij twee bekende jongens, waarvan ze er e...