Hoofdstuk 9

666 24 3
                                    

-       Pov. Liv. –

Ik was net een film aan het kijken met Sam toen er op de deur geklopt werd. Ik schrok op, maar Sam duwde me hoofd weer zachtjes op zijn borst. “ Mijn vader doet wel open.” Hij kust me zachtjes op mijn kruin. Ik hoorde een stem beneden praten en daarna iemand de trap oplopen. De vreemdeling klopte op onze deur. “ Kom binnen” zei Sam zonder zijn ogen van het scherm te halen. De deur ging langzaam open en weer  dicht. “ uhm, hallo.” Ik schrok. “ Jacob! Wat doe je hier.” Ik ging rechtop zitten en Sam ook. Jacob liep de kamer wat verder in. “ Ik kom jullie wat vragen, namens de Cullens.” Hij had het blijkbaar moeilijk met zijn woorden. “ Vertel Jake.” Zei Sam direct. “ Nou…, dit kan beter snel. De Cullen’s vroegen zich af of je mee wou vechten. Met jouw maken we een kans om te winnen.” Hij slikte. “ Jacob! Hier hebben we het al over gehad. hoe durf je dat te vragen! Ze vecht niet mee!” Zei Sam kwaad. Hij was tegenover Jacob gaan staan. “ Verlaat mijn huis nu!” “ Wacht Sam.” Zei ik. Ik ademde in. “ Ik wil met ze praten. Jij vecht ook Sam. Ik ga liever vechtend dood dat we samen, dan jij alleen.” Hij keek me gekweld aan. Het duurde een paar minuten voor hij antwoordt gaf. “ Oke.” Jacob glimlachte. “Edward vroeg zich af of je nu al mee kon komen. Hij wil het je uitleggen enzo. “ Ik knikte weer. “ Ik kleed me even om.” Ik rende naar mijn kamer en trok snel wat kleding aan. Een Spijkerbroek met een hemd er boven. Daarover droeg ik een gilet. Ik rende naar buiten waar Jacob al in zijn Wolfgedaante stond te wachten. Sam gaf me de kleding van Jacob. “ ik ben voor het eten thuis!” “ Het is je geraden.” Hoorde ik Sam nog zeggen. Vlak voor het huis van de Cullens gaf ik Jacob zijn spullen terug. hij kleedde zich aan en liep naar me toe. “ Deze gaf Sam me nog voordat we weggingen. “ Hij liet me een doosje zien met gouden lenzen. Ik pakte ze aan en deed ze in. Het prikte ongelooflijk, maar voor Sam. “ Dankje.” Hij duwde me langzaam richting het huis. Ik hoorde andere vampieren in de tuin. “ Hoeveel zijn er ?” “ 17 en ze stinken ongelooflijk.” “ Jacob? Stink ik ook?” ik dacht er nu pas aan hoe Sam zich dan de hele tijd voelde. “ Nu je normaal voedsel eet niet meer. dus weer maar gerust.” Ik ademde weer uit. Jacob duwde me weer verder en deed de deur open. De Cullen’s hadden blijkbaar iedereen naar buiten gestuurd, want het huis was leeg. Ik liep naar binnen en Esme viel me om de armen. “ Liv, ik heb je gemist.” Zei ze. Rosalie knuffelde me ook. “ Welkom Liv, fijn dat je komt.” Zei Carlisle. Emmet liep naar me toe. “ Geen nep – ogen hier.” Hij gaf me een klap op mijn achterhoofd. Een zachte, maar mijn lenzen vielen uit. “ Emmet! “ maar ik moest wel lachen. Ik opende mijn ogen en de meeste schrokken. Mijn helder blauwe ogen waren blijkbaar veel voor ze. “ Dat was het enige paar dat ik hier had!” zei ik. Emmet lachte nu bulderend. “ Waarom zulke ogen verbergen?” Ik beet zachtjes op mijn lip. “ Hoe komt het Liv?” vroeg Carlisle die gelijk overging in de dokterstand. “ Ze eet normaal voedsel.” Zei Jacob. “ Dat stinkt ze niet zo voor Sam.” Ging hij verder. Hij grinnikte om zijn eigen grap. “ Hij heeft gelijk. Sam vond het geen fijn idee als ik bloed dronk en dat was ook lastig voor zijn familie, dus heb ik normaal voedsel geprobeerd en het werkt. Mijn oogkleur wordt ook weer zoals die van vroeger. Bloed is wel beter voor me, maar ik overleef het goed zo. “ “ en de afvalstoffen?” Ik lachte. “ Iedere voedingstof wordt gebruikt. Ik hoef nooit naar het toilet” In de hoek stond Bella me verwonderd aan toe kijken. “ Hey Bella en Edward.” Ik richtte me weer op Carlisle. “ Waarom was ik nodig?” “ de volturi komt voor ons. De andere vampieren zijn er om voor ons te getuigen dat Renesme geen onsterfelijk kind is.” “ Maar wat als ze niet luisteren. Dan gaan we vechten.” Maakte ik de zin van Carlisle af. Edward, die de hele tijd samen met Bella en Renesme in de hoek had gestaan, kwam op me af lopen. “ Liv. Jij bent gecreëerd met het doel de Volturi te doden. Nog nooit is er zo’n grote groep met vampieren samen geweest. Zulke gave’s. als we verliezen horen we allemaal bij de volturi. maar we maken een kans. Met Bella, en Zafrina en alle andere. En met jouw.” Hij zette me voor het blok. Als ik nu nee zei werd hij laaiend. “ Ik kijk wat ik kan doen. Zolang ik maar bij Sam ben. Als hij dood gaat..”  Ik wou er niet aan denken. “ Kom, je zult de andere vast leuk vinden. “ zei Emmet. Hij duwde me zachtjes naar buiten. Buiten was de groep gestopt met oefenen en keek me verwonderd aan. “ Ze zijn wel aardig. Alleen die stank.” Jacob was naast me komen staan en hield mijn hand vast. Hij wist zeker hoe eng ik het vond. “ Waar heb ik ja tegen gezegd. Nu ik geen bloed meer drink stinken ze inderdaad. Jij ruikt veel beter!” Mompelde ik. “ Doe het voor Renesme.” Ik moest niks met dat kind. Jacob had het gemerkt. “ Voor mij dan.” Ik glimlachte. “ Voor Sam Jacob. Ik doe het voor Sam. En oke, misschien een beetje voor jouw en je vriendinnetje.” Jacob gniffelde. Carlisle stapte naar voren. “ Dit is Liv. De vrouw waar we het over hadden.” De mensen knikten hoi, maar een vampier kwam op me aflopen. “ Wow, naar jouw zoekt de volturi al jaren.” Riep hij uit. “ Dit is Elzear. Hij ziet welke gave andere vampieren hebben.” Zei Jacob. Ik knikte. “ ZE merkte het anders niet toen ik bij ze was. “ Zei ik. “ Wauw, je bent nog krachtiger dan ik dacht. Je heelt, en jij vernietigt, je kunt de vier elementen besturen en je kunt met andere gave’s omgaan! Geweldig.” Hij begon te ijsberen door de tuin. “ Hoorde ik daar iemand vier elementen zeggen?” Er kwam een Egyptische jongen aanlopen. “ Hallo, ik ben Benjamin.” “ Hey Benjamin, ik ben Liv. Ik kan inderdaad water, aarde vuur en lucht besturen.” “ Ben je goed?” “ Ze is super! Je kan nog veel van d’r leren.” Zei Elzear weer. “ Oh echt? Leer me!” Zei hij tegen me. Ik keek naar de jongen die me verwachtingsvol aankeek. “ Morgen. Ik moet zo weer weg.” “ Geluk voor jouw.” Mompelde Jacob. Ik sloeg hem zacht op zijn achterhoofd. Hij lachte en stompte me in mijn zij. We begonnen allebei te lachen. “ Uhm hey, dit is Renesme.” Zei Bella die nu op ons af kwam lopen. Mijn ogen werden groter. Dit kind. Ik deed een stap naar achter en klampte me vast aan een boom.” Renesme” Fluisterde ik. Edward stond voor me. “ Ze is niet onsterfelijk.” De andere vampieren waren beschermend om Renesme gaan staan. “ Oh dat is geloof ik graag.” “ Wat is het dan?” “ Halfmens, half vampier. Ik ken er zo een.” Ik keek nu naar Edward. “ Je hebt er zelf een opgevoed.” Zijn ogen werden groot. “ Hoe bedoel je Edward?” Vroeg Esme. “ In een periode van mijn leven heb ik zo een opgevoed. Joham heette hij. Hij kwam met een kind naar me toe en vroeg of ik haar wou opvoeden. Hij had nog drie meiden en een jongen. Dit was weer een meisje, maar daar had hij niet zo veel aan. Daarom kwam hij en gaf het aan mij. “ Ik deed nu een stapje weg van de boom richting Renesme. “ Het duurde zeven jaar, voor ze volwassen was. daarna veranderde ze niet meer. ik heb haar nooit meer gezien nadat ik haar had terug gebracht naar Joham.” Ik stond nog maar een paar meter van Renesme verwijderd. “ Je bent mooi Renesme wist je dat? Je hebt de ogen van je moeder.” Ik keek op naar Bella en toen weer terug naar Renesme. “ Hoi Liv.” Ze kwam met haar handje naar mijn wang en legde hem erop. Meteen zag ik beelden. Hoe iemand haar moeder heelde en ik hoorde mijn eigen stem. Ik zag mezelf  met mijn ogen dicht bij het half – dode lichaam van Bella staan met mijn ogen dicht. Haar handje verliet mijn wang weer en ik keek haar aan. “ wat liet ze je zien?” vroeg Bella. “ haar herinneringen aan mij en als laatste de vraag of ik help.” Edward zuchtte. “ Ik zal bij jullie zijn Renesme. En morgen kom ik ook weer en overmorgen en zo verder.” Mompelde ik. “ Liv, ik denk dat je moet gaan.” Ik keek geschrokken op naar Jacob. “ Sam wacht op je.” Ik glimlachte. “ Ik spreek jullie morgen wel weer. Doeg allemaal!” Zei ik. Daarna rende ik de berg op en sprong over de rivier. Sam vroeg zich zeker af waar ik bleef. Ik zag hem al staan bij de grens. “ Hoe was het? Ze hebben je toch niks gedaan? Was Edward aardig?” Ik glimlachte. “ Alles was goed Sam.” Hij knikte en gaf me een kus. “Kom snel naar huis. eten is klaar.” Ik pakte zijn hand en we liepen samen verder. Het was ongeveer twintig minuten lopen. In mensen tempo aangezien Sam niet van gedaante veranderde.  Aangekomen was alleen zijn vader thuis. Ik zuchtte opgelucht. Zijn vader wist van Sam’s gedaante en mij, maar zijn moeder niet. omdat ik niet veel at had ze het er wel eens over dat ik anorexia kreeg. Sam grinnikte. Ik rook de geur van macaroni en rode saus. De saus was pikant en de macaroni iets te lang gekookt. Sam’s vader was niet zo’n hele goede kok. Ik liep het huis in. Sam ging snel zitten. “ Je hoeft niet de eten hoor Liv.” Zei de vader van Sam. Hij knipoogde naar me. Ik glimlachte dankbaar. “ Alsjeblieft wel!”  mompelde Sam. Als ik geen normaal voedsel at rook ik sterker naar vampier. Ik glimlachte en pakte wat macaroni. “ Vertel Liv.” “ Wat?” “ Hoe was het?” Vroeg zijn vader. “ Nou ja, mijn lenzen werden meteen uitgeslagen. Verder was het vooral raar om terug te zijn. Edward leek alsof hij me iets schuldig was en Bella leek meer op haar hoede. Ik heb een jongen ontmoet die ook de vier elementen kan besturen.” Sam fronste. “Oke, Liv. Nou heb ik een vraag.” “ Vraag maar.” Zei ik tegen Sam’s vader.” Mag ik jou verleden weten?”  Ik glimlachte. “Natuurlijk. Ik ben geboren in Engeland, 1647. Mijn leven was niet echt bijzonder. Ik was vrij populair. Toen ik  net 17 was had ik het gevoel dat ik werd gevolgd. Op een avond liep ik naar huis. Ik was alleen thuis en ging snel slapen. Het was vrijdagavond en redelijk warm. Die nacht staarde ik doelloos voor me uit toen ik 2 gouden ogen in het donker zag. Ik schrok me rot. De gouden ogen waren plots dichterbij en snoerde me de mond. Hij had een koude had. Carlisle bleek op me af te zijn gekomen door mijn geur. Voor hem was ik een zanger. Beter had hij me vermoordt, dat had me veel gescheeld.” Sam legde een hand op mijn arm.”Hij vertelde me die nacht over de vampieren en wie hij vroeger was geweest. Hij vertelde me dat hij me niet vermoordde, maar juist wou beschermen omdat ik bijzonder was. Zo kwam ik te weten over vampieren en hun bestaan. Tenminste hoeveel Carlisle ervan wist. Een paar maanden ging het goed, maar Carlisle merkte een andere vampier in mijn buurt.” Ik slikte even.” Het was Laurent. Carlisle hield hem in de gaten, maar een avond toen ik op kamp was met school en Carlisle was jagen, pakte Laurent me. Hij ontvoerde me naar een plek. Daar bond hij me vast en beet me. De afgrijselijke pijn, de vlammen, ik voel ze nog. Nadat ik wakker werd, was ik vastgebonden, ik had geen uitweg. Laurent vertelde me zijn plan. Hij mishandelde me soms, maar was ook aardig. Ik wist niks van mijn krachten. Na een paar maanden kwam James. Hij was erger dan Laurent. Hij vond het leuk om me pijn te doen. Op een dag, terwijl ze aan het jagen waren, brak ik uit. Ik was woedend. De muren braken van mijn kracht. Ik vluchtte, maar wist dat ik een spoor achterlaatte. Daarom zocht ik naar water. Daar kon de geur weg gaan. Na mijn uitbraak heb ik lang alleen geleefd.” “Heb je mensen vermoordt?” Vroeg de vader van Sam. “ Nee, toen niet. ik had van Carlisle geleerd over hertenbloed.” De vader van Sam keek me bijzonder aan. “Ga verder.” Zei hij vriendelijk. Ik knikte. “ Na een tijd vond ik een oud geur spoor van Carlisle. Heel oud, maar nog steeds goed te ruiken. Ik vermeed mensen en volgde het spoor. Soms ging het de zee in en moest ik aan de andere kant van de zee goed ruiken, maar ik kwam uit in Italië. Daar werd de geur sterker. Ik vond een groot kasteel. Daar wist ik de toren op de klimmen en door een raam te kijken. Ik hoopte dat ze me niet roken en ze deden dat ook niet, later kwam ik erachter door mijn gave. Ik zag vampieren bloed drinken. Mensenbloed. Ik zag Carlisle. Hij stond triest te kijken naar de doden lichamen van de mensen. Ik was verslagen door het idee dat Carlisle mensenbloed dronk en rende weg. Ik heb een tijd rondgezworven, vond kleding op straat en trok het aan. Ik kwam in de Republiek uit, nu Nederland. Het was er mooi, maar ik verstond ze niet en ze vonden me raar. Aangezien ik niet in het zonlicht kon komen. Na een tijdje ben ik naar Denemarken gegaan. Daar vond ik weer een geur van Carlisle, maar ook van onbekende vampieren. Na een tijd werd de geur super sterk en vond ik een huisje in het bos. Verassend was Carlisle daar, samen met Esme, Edward, Rosalie en Emmet. Jasper en Alice kwamen later. Ik mocht bij hen wonen, maar had vaak ruzie met Edward. Op een dag hoorde ik hem in mijn hoofd. Zijn gedachten weergalmde door mijn hoofd. Ik was zo geschrokken dat ik hem raakte met mijn andere gave, net zoals die van Jane. Carlisle wist me te kalmeren en zo gingen we kijken wat mijn andere gave’s waren. We vonden de andere, vier elementen, helen, andere gave’s bepalen en mijn connectie met Edward, maar tussen mij en Edward ging het niet meer goed. We hadden vaak ruzie, omdat hij mijn gedachte opzocht. Na een paar jaar ben ik met ruzie weggegaan. Ik had geld meegenomen en vond een baan in Amerika. Ongeveer de 19e eeuw bij een advocaten bureau. Mijn baas was ook een vampier. In die tijd, omdat ik mijn krachten dan beter kon beheersen, dronk ik mensenbloed.” Ik keek naar mijn schoenen. “ Het is het verleden.” Zei Sam bemoedigend. Ik richtte mijn hoofd op en ging weer verder. “ In de 20e eeuw kwam donorbloed. We besloten om dat te drinken en ook op dieren te gaan jagen. Ik en mijn baas zijn nooit verliefd geweest, gewoon goede vrienden. Net, een paar jaar geleden was een stem in mijn gedachte sterker. Het waren Edward, Alice en Jasper samen. Ik sloot de twee af en besloot naar Edward te luisteren. Hij vroeg of ik langskwam en na lang nadenken deed ik het. Weer een fout. Ik was woedend toen ik over Bella hoorde. Bijna had ik mezelf niet meer onder controle, maar Emmet zorgde ervoor. De rest weten jullie wel denk ik. “ Ik keek naar Sam. Zijn ogen glinsterde. “Wauw, zoveel eeuwen geleefd. Fansinerend.” Zei Sam’s vader. “ Maar, jullie moeten gaan.” Ik keek hem raar aan. Had ik iets gemist? “ Waar gaan we heen?” “ Verassing.” Zei Sam grijnzend. Ik wou nu echt dat ik Edward gave had zodat ik wist waar naartoe we gingen. “ Even serieus, waar moeten we heen?” Vroeg ik terwijl Sam me naar de auto tilde. “ Je zult het zelf zien.” Grinnikte hij. “ Kun je wel wakker blijven?” Vroeg ik. We reden nu langzaam de oprit af naar de grote weg. “ Ik heb geslapen terwijl jij weg was, dus maak je geen zorgen.” Ik lachte. We reden weg van Forks, richting Seatlle. “Hoelang moet we rijden?” Vroeg ik. “ Wist je het maar.” Ik hield niet van geheimen. Helemaal niet zelfs. “ Vertel het me maar!” “ Nee.” Was zijn antwoordt natuurlijk. Na twee uur rijden stopte we bij een tankstation, omdat Sam moest uitrusten. Het was ondertussen acht uur en ik begon me af te vragen waar hij me nu heen reed.  “Wanneer zijn we er nou?” Vroeg ik licht geïrriteerd. “ Je zult zien lieverd.” Om half 9 uur stopte we weer. We waren nu al voorbij Port Angeles. We waren dicht in de buurt van Seattle. In Seattle reden we naar het strand. We reden weg van de bewoonde huisjes en kwamen uit bij een klein oud huisje uit. Sam tilde me uit de auto en liep richting de deur. Binnen was er een kleine openhaard die het verwarmde binnen. Ik liep langzaam naar de woonkamer. Alles was knus en gezellig ingericht. “ Sam, dit is geweldig!” fluisterde ik zachtjes. Hij liep naar me toe en sloeg zijn armen om mijn middel. Ik rook zijn geur. Plots tilde hij me op. Ik gaf een gil. Hij tilde me de trap op. Daar stond een groot twee persoon bed en een heel groot raam. Je had uitzicht over de zee. Sam zette me neer. “Geweldig!” was het enigste wat ik kon uitbrengen. Sam draaide zich om en kuste me op mijn mond.

Liv.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu