Hoofdstuk 9

511 22 0
                                    

De zon kwam langzaam door boven de zee. Het was prachtig. Ik draaide me om naar Sam. Hij lag diep te slapen in het hemelbed. Soms hoopte ik dat ik ook kon slapen. Niet dat ik vermoeid was, maar het leven is saai als je niet soms een nacht kan overslaan. Niet dat ik deze nacht kon vergeten. Sam lag op zijn rug en zijn mond een beetje open. Het deken lag half over hem heen geslagen. Ik liep zachtjes naar het bed. En streelde zijn arm. De blauwe plekken waren al heel snel aan het genezen, maar het maakte een gevoel van schuld in me los. Ik stond weer op. Op deze manier kon ik niet bij hem zijn. Ik draaide me weer naar het grote raam. Sam zou over een paar uur wakker worden. Dan zou ik iets voor hem maken. Maar nu, het enige waar ik naar kon kijken was de zee en de opkomende zon. Uren verstreken. Ik hoorde de adem van Sam versnellen. Hij kwam uit zijn remslaap. Binnen 10 minuten was hij wakker. Ik liep de trap af en pakte wat brood. Er was hier niet veel eten, maar genoeg voor een groot persoon. Ik roosterde de broodjes en bakte een ei. Nog een croissantje met kaas en koffie. Voor mezelf alleen toast met boter. Ik hoorde dat Sam wakker werd. Hij trok was kleding aan en stommelde de trap af. “ Goedemorgen.” Zei hij vrolijkt. Hij sloeg zijn armen om me heen en gaf me een kus op mijn wang. “ Hoe voel je je?” zei ik. Het bleef even stil. “ Nooit beter geweest.” Zei hij terwijl hij kauwde op zijn toast. “ Je weet wat ik bedoel Sam.” “ Nee echt schat, het maakt niks uit. Ik genees snel.” Hij grinnikte. Ik glimlachte flauwtjes terug. “ Het spijt me.” Zei ik maar Sam smoorde me mond met zijn toast. Ik trok de toast uit mijn mond. Hij legde zijn hand op mijn arm. Gelukkig kan ik jouw geen pijn doen. Ik lachte en zoende hem op zijn mond. Na het ontbijt liepen we richting het strand. Het was te koud om te gaan zwemmen. Niet dat het voor ons iets uitmaakte, maar het was raar om te zwemmen. Het water stroomde langs onze enkels. Ik vond het jammer, dat ik het nooit kon voelen. Wel de temperatuur, maar het gevoel van warmte en kou. “ Vindt je het niet jammer?” Ik durfde Sam niet aan te kijken.” Wat moet ik jammer vinden?” “ Dat ik eigenlijk je natuurlijke vijand bent. Dat ik geen warmte of kou kan voelen. Dat ik zo koud ben.” Sam bleef even stil. “ Waarom denk je dat? Want ik merk er helemaal niks van. Je bent ook half weerwolf en je eet. Daardoor wordt je kou minder en je geur ook. Ik raak eraan gewend.” Hij draaide zich naar me toe. “ Ik heb jou en mijn keuze geen moment jammer gevonden.” Hij  legde zijn handen op mijn wangen. Ik pakte er een. “ We zijn niks voor niks zielsverwanten.” Vulde hij zijn zin aan. Ik gaf hem een kus op de hand en keek ondertussen naar mijn horloge. Sam zag mijn blik. “ We moeten terug.” fluisterde hij. Ik knikte en hij tilde me weer op. Samen ruimde we het huisje op en stapte in de auto. Samen terug. Wat privacy deed onze relatie goed. Niet dat we ooit uit elkaar zouden gaan, maar onze relatie ging ook niet over rozen. De terugreis ging snel. Te snel. Ik had gehoopt dat we nog even samen waren, maar hij bracht me meteen naar de Cullens “ Edward vroeg of je kon komen.” Ik knikte. “ Ach ja, ik had graag nog bij je willen zijn.” Hij stopte de auto op de oprit en gaf me een kus. Ik stapte uit en hij ook. Edward en Jacob stonden samen op me te wachten. Ik liep naar Sam en gaf hem een lange kus. Daarna liep ik naar Edward. Hij lachte zelfgenoegzaam. “ Vraag me niks.” “ Ik heb alles al gelezen in Sam’s gedachte.” Ik rolde met mijn ogen. Hij wist het nu dus al. Ik had hem eigenlijk moeten blokkeren, maar nu was het al te laat. Jacob glimlachte naar me. Ik keek om, maar de auto was al weg. Ik haalde diep adem. “ Oke, dan.” Ik knikte naar Edward en liep achter hem aan. Jacob volgde ons. Ik voelde me alsof ik twee bodyguards nodig had. In de achtertuin zag ik dat Bella druk aan het oefenen was. Boven hoorde ik Carlisle zuchten. Wat is er met hem? Vroeg ik aan Edward in gedachte. Edward zocht de gedachte van boven. Hij is bezorgd. Vooral om jou. Praat met hem. Ik knikte en sprong op het balkon. Jacob keek naar boven. “ Laat maar Jake.” Hoorde ik Edward zeggen. Ik keek door de glazen ruit. Carlisle zag me staan. Omdat ik niet wilde dat Edward alles wist blokkeerde ik hem maar. Gelukkig ging hij er niet tegenin. Ik schoof het raam open. “ Hey.” Zei ik voorzichtig. Carlisle keek verbaasd op uit zijn gedachte. “ Oh, hoi Liv.” Ik schoof het raam weer dicht, zodat we echt alleen waren. “ Carlisle? Wat is er?” Als hij had kunnen huilen, zou hij het doen. “ Ik voel me schuldig Liv. Waarom help je ons?”  Ik ging naast hem zitten. “ Ik wil meevechten met Sam.” “ Ze zullen je gevangen nemen. Je tegen ons gebruiken. Ik voel me schuldig. Ik heb nooit iets voor jouw gedaan. Jij alles voor ons. Ik heb je niks gegeven. Jij ons alles en nu weer.” “ Wel!” Zei ik fel. “ Je hebt me zo lang mogelijk beschermd! Je hebt me meteen weer onderdak geboden toen ik jullie terug vond. Je kunt niet denken dat je niks hebt gedaan voor me.” Ik begon nu te huilen. Carlisle keek op. “ Kun je nu ook al huilen?!” Ik knikte. Zijn gezicht werd weer somber. “ ik kon veel voor je doen. Ik was er toen Laurent kwam. Ik heb hem je zelfs zien meenemen. Ik nam niet eens de moeite om je te zoeken. Ik ben verschrikkelijk. Ik weet dat je bent komen opzoeken bij de Volturi. Ik had toen daar weg gekund. Ik deed het niet. Ik ben nooit goed voor je geweest.” Ik huilde nu heel veel. Langzaam stotterde ik:” Je had me kunnen redden voor Laurent Carlisle. Weet je wel hoeveel pijn hij me heeft gedaan. Hoeveel ik voor hem heb moeten doen. Je kon het tegengaan. Je deed niks!” Ik schreeuwde de woorden uit. “ Ik weet het! Sorry.” Hij was nu opgestaan. Ik ademde in en toen weer uit. Daarna opende ik mijn ogen en keek hem aan. “ Het verleden is geweest Carlisle. Je kunt er niks meer tegen doen. Ik vergeef het je.” “ Echt? Ga je ons helpen?” Hij keek me aan met een glimlach. “ Ik zal er alles voor doen om Sam veilig te houden. Als dit de manier is.” Zijn gezicht veranderde weer. Ik draaide me naar het raam toe. “ Ik heb nooit bij de clan gehoord Carlisle. Tuurlijk zal ik jullie beschermen, maar als het er op aan komt zal ik alleen Sam veilig houden.” Carlisle knikte. “ Laten we maar terug gaan. Benjamin wil graag van je leren.” Hij knipoogde naar me. Ik knikte. Samen liepen we de trap af. Buiten hoorde ik mensen Bella toejuichen, omdat haar schild werkte.  Buiten gekomen kwam Benjamin op me aflopen. “ Hey Liv, ik zou graag van je leren.” Hij keek me aan met grote rode ogen. Ik walgde. De geur van alle vampiers samen was pikant en ongelofelijk smerig. Hoe moest Sam het in het begin hebben gevonden? Ik slikte en zette een glimlach op. “ Natuurlijk, wat zou je willen leren?” “ Het contoleren, het echt als wapen gaan gebruiken.” Zei de jongen enthousiast. Ik knikte en liep naar de grens van het bos. De rivier stroomde. “ Welke vind je het makkelijkst?” “Lucht, water, aarde, vuur.” Ik grinnikte. Vuursturen was leuk.” Oke, laten we beginnen. Zijn er een paar vrijwilligers?” Ik keek naar Emmet. Hij knikte. Ik had al vaker met hem geoefend. Hij stapte naar voren. “ Water bestaat overal.” Ik keek om me heen toen draaide ik rond en zoog al het water uit de grond. Benjamin keek verwonderd. “ Probeer maar.” Hij probeerde en het lukte, half dan. Het water viel meteen weer terug. Na een aantal keer lukte het. Ik juichte. “ Het makkelijkste om water de gebruiken is als een schild om je heen. Klaar voor Emmet?” Hij knikte. Ik pakte het water uit de rivier en vormde een soort octopus om me heen. “ Door de stengels juist te gebruiken kun je jou tegenstander aanvallen.” Ik schoot naar voor er raakte Emmet tegen zijn schouder. Hij viel op de grond. Ik gaf het water over aan Benjamin. Zo gingen we door met oefenen tot het lukte. Rond zes uur namen we pauze. “ Eet je mee Liv?” Stoorde Jacob ons. “ Oke, tot zo Benjamin.” Ik liep achter Jacob aan. Binnen rook ik de geur van eieren en spek. Op tafel stonden twee borden. “ We hadden niet veel meer. Ik ga morgen boodschappen doen.” Zei Esme vriendelijk. “ Het is goed genoeg Esme.” Ik glimlachte naar haar. Jacob viel gelijk het eten aan. Ik at langzamer. “Jake, hoe ben jij aan die geur gewend geraakt?” Hij keek op van zijn eten en begon te lachen. “ Het is lastig, dat wel. Maar na een tijdje wen je eraan. Dan valt het wel mee.” Ik knikte. Hij vervolgde. “ Gelukkig heb ik Nessie en jouw nu.” “ Hoe is mijn geur dan?” Vroeg ik onzeker. “ Goed hoor, nog een beetje mengsel met vampier, maar veel minder als eerst.” Ik glimlachte. Zijn eten was al op, maar dat van mij nog niet. “ Moet je dat nog?” Vroeg hij. Ik begon te lachen. Snel pakte ik de toast van het bord. “ Eet maar op.” Hij grinnikte dankbaar. Mijn telefoon rinkelde. “ Hey Sam!” zei ik oprecht blij. “ Blij om jouw te horen.” Zei de stem aan de andere kant. Ik lachte daarna werd mijn stem ernstig. “ Ik mis je Sam.” Een traan rolde over mijn wang. “ Kun je niet langskomen.” Een zucht aan de andere kant. Zijn stem trilde. “ Hou vol schat. Ik ben de wolven aan het trainen.” Ik zuchtte. Een traan viel op de grond. Na een snel afscheid hingen we op. Ik huilde nu volle tranen. Een warme hand pakte me vast en sloeg zijn armen om me heen. “ sst Liv, niet huilen nu.” “ Ik mis hem.” Snotterde ik. “ Hij tekent ze eigen doodt. Hij mag niet dood.” Jacob streelde me over mijn hoofd. “ Verman je Liv. Je moet sterk zijn.” Ik knikte en droogde mijn tranen. Sterk zijn. Ik liep de deur uit. “ Ben je er klaar voor Benjamin?” 

Liv.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu