Het geluid van rollende koffers vulde de gang toen ik de voordeur uitliep. Ik draaide me om en keek naar Mia, die met een trieste blik in de deuropening stond.
"Weet je zeker dat je wilt gaan?" vroeg ze met een onzekere blik.
"Ja." zei ik resoluut. Misschien loog ik. Ik wilde niet gaan, ik moest gaan.
"Dan is hier ons afscheid." zei Mia. Ze zag eruit alsof ze elk moment kon gaan huilen, wat ik niet begreep. Waarom kon het haar zoveel schelen dat ik wegging? Ze kende me twee dagen en ik was nou niet bepaald de aardigste tegen haar geweest.
Ik wilde me omdraaien, maar Mia's blik deed me pijn. Ik gaf haar een stevige knuffel. "Het spijt me als ik je pijn heb gedaan door weg te gaan, maar het is beter zo. Het was beter geweest als je me nooit had ontmoet, ik zou je namelijk nooit duidelijk kunnen maken waarom ik je moet verlaten." fluisterde ik in haar oor.
Toen ik haar weer losliet, zag ik dat ze tranen in haar ogen had. "Sorry." fluisterde ik nogmaals en daarna draaide ik me om. Toen ik verder de gang inliep dacht ik dat ik haar hoorde huilen, maar ik liep stug door.
Toen ik aan het einde van de gang was, hoorde ik haar deur dichtvallen. Ik stond er weer helemaal alleen voor. Waarom lijkt de wereld nu weer een stuk groter?
Met elke stap die ik zette, vroeg ik me opnieuw af of ik de juiste keuze had gemaakt om weg te gaan. Ik probeerde het uit mijn hoofd te zetten.
Ik liep het gebouw uit en kwam weer aan in de straat. Ik dacht dat ik iets zag bewegen vanuit mijn ooghoeken bij Mia's raam, maar toen ik keek zag ik niets.
Ik liep door, maar ik had het gevoel alsof de wereld weer grijzer was geworden zonder Mia.
Ik denk dat ik het nu begrijp. Ik had haar beter nooit kunnen ontmoeten, dan had ik mijn reis kunnen doorzetten zonder ook maar een enkel pijnlijk afscheid.
Ik liep in de richting van een bushalte en keek naar het bord. Het vliegveld was hier vlak in de buurt en de bus zou over tien minuten al komen.
Ik ging zitten op het bankje in het bushokje. Er was niemand hier.
Na tien minuten kwam de bus de straat inrijden. Ik stond op zodra de deuren zich openden en ik stapte in. De buschauffeur groette me, maar ik groette niet terug. Ik zat weer veel te veel in mijn gedachten.
De bus was bijna leeg en ik besloot om achterin te gaan zitten. De deuren van de bus sloten zich weer en de bus begon te rijden. Ik keek uit het raam, maar sloot toen mijn ogen.
Mijn reis naar Brazilië zou nu beginnen.
"Stop!" De deuren van de bus werden geopend. Wat was er aan de hand?
Ik hoorde de buschauffeur met iemand praten en toen wees hij naar mij met zijn duim. Ik schrok. Wat was er met mij aan de hand?
Toen zag ik een bekend iemand de bus instappen met een serieuze blik.
"Ik kan je niet alleen laten gaan." fluisterde Mia, terwijl ze de plek naast me innam.
JE LEEST
Lost Stars (Jeon Jungkook ff)
Fanfiction"De prachtigste plek op aarde, ik heb het al gevonden, nu is het jouw beurt." vertelde mijn vader. En ik ging die plek vinden, hoe lang ik ook moest reizen en hoe ver, het maakte niet uit. Ik ga het vinden.