De sleutel kraakte in het sleutelgat. Ik haalde de sleutel eruit en deed een stap naar achteren, zodat ik naast Mia stond. We keken beide naar het slotje, wat nu tussen alle andere slotjes op het hek van de brug bevestigd was.
Mia had een klein, koperen slotje uitgekozen, in de vorm van een ster. Het viel niet echt op tussen de andere sloten, maar hij was wel uniek. Als we hier ooit terugkwamen, zouden we hem vast wel terug kunnen vinden.
Mia keek naar de sleutel in mijn hand. "Nu moet je die weggooien." zei ze.
Ik knikte. Ik besefte me dat ik zojuist voor het eerst had toegegeven dat we vrienden waren en nu kon ik er nooit meer op terugkomen.
Tevreden staarde ik naar het slotje voor ik naar de rand van de brug liep. Ik staarde nog even naar de sleutel en gooide hem toen in het water. Er klonk een zachte plons en de sleutel verdween in het water.
Mia kwam naast me staan en glimlachte. "Dank je." zei ze.
Ik keek haar onbegrijpend aan.
"Dat je zei dat we vrienden zijn." legde ze uit.
Ik glimlachte onbewust. "Jij bedankt," begon ik, "jij hebt onze vriendschap laten ontstaan."
Ik weet eigenlijk niet of ik haar daarvoor moet bedanken, of juist boos zijn op haar. Maar op dit moment voelde ik niets anders dan blijheid.
"Er valt iets bijna uit je zak." Mia wees op mijn jaszak. Ik keek naar beneden en zag tot mijn grote schrik het kleine notitieboekje van Mia uit mijn zak steken.
"O, je hebt gelijk." Zei ik, weg draaiend bij Mia, zodat ze het boekje niet zou herkennen. Ik stopte het snel terug in mijn zak.
Mia keek me verbaasd aan, maar ze zei niets. Ze leunde met haar handen op de reling van de brug.
"Je moet niet te dicht op de rand gaan staan, direct val je nog." Ik weet ook niet waar dat vandaan kwam, maar ik had plotseling het gevoel alsof ik haar moest beschermen.
Mia grinnikte. "Zo lomp ben ik nou ook weer niet." zei ze koppig.
Dat frustreerde me. Ik liep op haar af en legde mijn armen om haar middel. Ik trok haar naar achter. Mia verstijfde in mijn armen, maar haar handen verlieten eindelijk de reling van de brug. Schrok ze hier nou echt zo van?
Ik keek naar Mia's gezicht en zag dat het rood was. "Is er iets?" vroeg ik.
Mia schudde haar hoofd snel. "N-nee."
Ik kon niet anders dan glimlachen om haar schattigheid. Was ze nou zenuwachtig geworden van mijn armen om haar heen?
Ik besloot er verder niet op in te gaan. "Laten we naar het hotel gaan. Het wordt al donker." stelde ik voor.
Mia knikte en we begonnen te lopen. Ik weet niet waarom, misschien was het alleen maar om haar reactie te zien, maar ik sloeg mijn arm om haar schouders. We hadden al vaker zo gelopen, maar het leek elke keer opnieuw vreemd op te doen. Alsof ik niet goed genoeg had nagedacht over mijn acties.
Mia keek naar de grond en liet haar haar voor haar gezicht vallen. Ik draaide mijn hoofd weg en glimlachte.
We kwamen aan in ons hotel en we liepen onze hotelkamer in. Mia begon haar tas uit te pakken, maar plotseling werd haar gezicht spierwit.
Als ze maar niet-
"Heb jij mijn notitieboekje gezien?"
Shit.
Ik wil niet liegen, maar.... Wat moet ik dan zeggen? Dat ik het uit haar tas heb gepakt? Nee, dat kon echt niet.
Ik zette een onschuldig gezicht op. "Nee?" Het spijt me, Mia, het spijt me.
Mia begon haar tas verder door te zoeken, maar ze kon het niet vinden. En daar was ik de reden van.
"Misschien moet je nu gewoon gaan rusten en dan vind je het morgen wel terug." zei ik geruststellend.
Mia keek op en keek bedenkelijk. Gelukkig knikte ze. "Ik hoop dat je gelijk hebt."
Ze ging snel naar bed en deed het licht bij haar bed uit. Ik wachtte tot ik haar ademhaling rustig hoorde worden.
Zou ze nu slapen?
Ze bewoog niet meer, dus waarschijnlijk wel.
Ik voelde een opgewonden gevoel opkomen en ik stond voorzichtig op uit mijn bed. Ik liep naar de kapstok en voelde in mijn jaszak. Ik voelde de brief van mijn ouders en ik zuchtte. Ik zocht verder en toen vond ik het boekje.
Mia's boekje.
Ik nam het mee naar mijn bed en ik ging met mijn rug naar Mia toe liggen, zodat ze, als ze wakker zou worden, niet zou kunnen zien wat ik aan het lezen was.
Ik hield het boekje vast in mijn handen en staarde ernaar. Het zag er niet bijzonder uit, maar waarom voelde het voor mij zo bijzonder?
Ik legde mijn hand op de kaft en ik was klaar om het boekje te openen, toen plotseling een schuldig gevoel me overviel. Moest ik dit wel doen? Het zijn wel Mia's eigendommen.
Ik kon het beter niet doen. Ik legde het boekje onder mijn kussen en sloot mijn ogen. Na tien minuten schoten ze weer open.
Mijn nieuwsgierigheid had het gewonnen.
Ik greep het boekje onder mijn kussen vandaan en hield het stevig vast in mijn handen.
Sorry, Mia.
JE LEEST
Lost Stars (Jeon Jungkook ff)
Fanfiction"De prachtigste plek op aarde, ik heb het al gevonden, nu is het jouw beurt." vertelde mijn vader. En ik ging die plek vinden, hoe lang ik ook moest reizen en hoe ver, het maakte niet uit. Ik ga het vinden.