~Hoofdstuk 20~

49 1 0
                                    

Het was compleet stil. Alleen het geluid van onze voetstappen op de ongelijke tegels waren hoorbaar.

Mia's greep mijn hand steviger vast en ik hoorde haar zuchtten. "Ik ben hier nog nooit geweest."

Ik hoorde dat ze zenuwachtig was, maar tegelijk ook verdrietig.

"Waarom niet?" vroeg ik voorzichtig, terwijl ik naar haar gezichtsuitdrukking keek. Mia bleef voor zich uitkijken met een serieuze blik.

"We hebben nooit genoeg geld gehad om te gaan." zei ze verdrietig.

Ik keek haar aan met een spijtige blik. "Weet je zeker dat je dit moment met mij wilt meemaken?" vroeg ik.

Mia draaide haar hoofd langzaam, zodat ze me aankeek. "Ik weet het zeker. Je gedrag naar mij toe is veranderd toen je me had verteld wat er met jouw ouders is gebeurd. Ik wil je ook toelaten in mijn verleden."

Haar woorden gaven me een warm gevoel en ik keek haar dankbaar aan.

Langzaam liepen we verder. Plotseling stopte Mia en ze draaide zich naar de zijkant. "We zijn er." zei ze langzaam.

Mia keek naar de steen met een gepijnigde blik. Ik bleef naar haar kijken en na een tijdje zag ik een traan over haar wang rollen.

Ik ging naast haar staan en sloeg een arm over haar heen. Ik veegde de traan van haar wang.

Zo bleven we staan voor een lange tijd. We zeiden niets, maar het was ook niet nodig. Ik denk niet dat er iets in woorden uit te drukken was. De stilte zei genoeg.

Plotseling begon Mia te lopen. "Ik denk dat het tijd is om te gaan." zei ze en ik knikte. Ik weet niet eens meer hoe lang we daar hebben gestaan, maar mijn knieën begonnen behoorlijk veel pijn te doen.

Ik wist wel dat ik in de tijd dat ik daar met haar stond, niet één keer aan mijn problemen heb gedacht. Ik dacht alleen maar na over manieren om haar zich beter te laten voelen.

Toen we terugliepen zag ik dat Mia gestopt was met huilen. Haar ogen waren nog steeds rood, maar de tranen waren gestopt.

"Voel je je beter?" vroeg ik. Mia knikte.

"Ik was bang om hierheen te gaan, maar ik ben toch opgelucht. Het is alsof ik dit deel van mijn verleden eindelijk heb kunnen afsluiten." zei ze. "Dankjewel dat je mee wilde. En dankjewel dat je me troostte. Ik denk dat er geen ander is waarmee ik dit had willen meemaken."

Ik glimlachte, haar woorden raakten me. "Jij bedankt. Ik ben blij dat ik dit speciale moment met jou mocht delen." zei ik.

Zodra we de poort uitliepen, was de bedrukte stemming compleet verdwenen.

"Er beginnen zich wolken te vormen," zei Mia en ze wees naar de lucht, "Ik denk dat het zo gaat regenen."

Ik knikte. "Ik denk dat je gelijk hebt. Ik heb denk ik ergens nog wel een paraplu." Ik zocht in mijn koffer en al snel vond ik mijn paraplu.

"Gevonden." zei ik met een glimlach en ik stak de paraplu omhoog.

Mia glimlachte ook.

"Wat?" vroeg ik verbaasd.

Mia werd rood. "Ik wil gewoon dat je vaker lacht, dat je vaker blij bent. Het voelt goed om je zo te zien."

Ik keek naar de grond en ik glimlachte. Ik kon ook niets anders op dit moment.

Op dat moment viel de eerste regendruppel. Ik sloeg mijn arm om Mia's schouder en drukte haar tegen me aan, terwijl ik de paraplu opende.

Mia keek me geschokt aan. Ik besefte me dat dit de eerste keer was dat we zo dicht bij elkaar waren, op het bijna auto-ongeluk na dan.

Ik glimlachte. "Sorry." zei ik.

"Maakt niet uit." zei Mia en ik zag dat ze een glimlach probeerde te onderdrukken.

Ik hield de paraplu boven ons hoofd en zo liepen we richting het bewoonde gedeelte van Parijs, op zoek naar een hotel.

Lost Stars (Jeon Jungkook ff)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu