Hoofdstuk 15: De dood van Wolfs

203 4 0
                                    

Eva:

Ik ben zo blij dat hij nog 2 jaar langer bij ons kan zijn. We genieten van elke seconde van elkaar en van ons gezin. We doen leuke dingen en gaan vaak weg. Wolfs wil de komende 2 jaar genieten en niet teveel aan zijn ziekte te denken. We genieten met volle teug van elkaar. De 2 jaar gaan heel snel voorbij, maar het waren zeker weten hele mooie jaren, jaren die we zeker niet meer zouden vergeten. Nu in totaal is het 3 jaar geleden dat hij te horen kreeg dat hij een tumor heeft en zal sterven. We hebben prachtige 3 jaren achter de rug, maar waar ik al voor vreesde is de dag aangekomen voor Wolfs en hij voelt het ook. Hij neemt afscheid van Fleur, Elena en Floriane. Na een uur loopt Fleur met haar 2 andere zusjes huilend de kamer van Wolfs uit. Fleur ziet mij dan. “Ik kom zo. Ik ga alleen Elena en Floriane naar hun kamer brengen. Na een uur komt ze terug. “Ze slapen eindelijk. Het is niet eerlijk Eva. Waarom moet papa sterven?” Ik krijg tranen in mijn ogen. “Ik weet het ook niet. Kom we gaan naar binnen.”

De meisjes worden huilend wakker. “Ga jij maar naar Wolfs Eva. Ik blijf bij de meisjes. Hij heeft jou het harst nodig.” “Je hebt gelijk.” Ik ga naar binnen en ga op zijn borstkas gaan liggen. Wolfs streelt mijn haren. “Wolfs, ik wil niet dat je dood gaat.” Nu stromen de tranen over mijn wangen. “Eva, ik wil ook niet dood. Weet je, ik ben al blij dat ik nog langer heb kunnen leven. Het waren prachtige 5 jaren. Ik ben getrouwd met de prachtigste vrouw en samen hebben we prachtige kinderen. Ik sterf gelukkig.” “Ik blijf de hele tijd bij jou.” We kussen elkaar heel passioneel, maar het voelt anders. Het is ook anders. Deze kus was geen gewone kus, maar een afscheidskus. Fleur komt toch langs en kruipt ook in haar vaders armen. Daar lagen we dan met z’n drieën, wachtend op zijn dood. We praten de hele tijd over hoe wij samen zijn gekomen. We praten 4 uur lang aan een stuk door en toen was de tijd aangekomen. “Fleur en Eva, ik hou enorm veel van jullie en beloof me dat jullie doorgaan met jullie leven. Denk aan de mooie momenten.” We beloven het hem en dan sterft Wolfs in onze armen. We huilen allebei. De volgende morgen liggen we nog steeds bij Wolfs.

Fleur:

“Eva, de bel gaat. Eva!” Ze reageert niet. Ze staart alleen maar wat voor haar uit. Ik besluit dan maar zelf de deur open te maken. Met een betraand gezicht open ik de deur. “Hey Fleur. Nee is hij….” Voor ze haar zin kan afmaken knikte ik van ja en val ik huilend in haar armen. Een uur later. “Je kan best naar Eva gaan Marion. Ze heeft  jou meer nodig. Ze ligt nog steeds bij Wolfs.” Zeg ik heel ongerust. “Ik zal naar haar toe gaan.” En Marion ging naar boven. Ik ook maar ik ging naar de meisjes.

Marion:

Ik kom de kamer binnen en zie Eva liggen. Ik roep haar naam, maar ze reageert niet. Ik pak haar vast en ze schrikt op. “Kom Eva, we gaan naar beneden.” “Nee, ik blijf bij Wolfs.” “Eva kom nou.” “Nee, ik blijf bij hem!” Eva moet weg bij hem. Met pijn in mijn hart moet ik Eva voor haar best wil bij Wolfs wegtrekken. “Nee Marion! Laat me bij hem!” Haar geschreeuw gaat door merg en been, maar het moet. Na twee uur krijg ik haar eindelijk beneden. Ze is wat rustiger. Die blik in haar ogen, een blik vol van verdriet en pijn. Eva zal het heel moeilijk krijgen, maar ze staat er niet alleen voor. Wij zijn ervoor haar, maar het doet me enorm veel pijn om haar zo te zien. Volgende week is de begrafenis van Wolfs. Eva rent opeens terug naar boven, naar Wolfs en kruipt weer bij hem. Ik krijg het niet over mijn hart om haar weer bij hem weg te halen. Ze blijft bij hem loggen tot hij begraven wordt.

Eva:

Vandaag is de begrafenis van Wolfs. Ik huil de hele tijd. Het dringt denk ik nu pas tot me door. Als de pastoor gedaan heeft met praten, ga ik naar het altaar en begin te praten. “Het rare is dat ik zijn dood lang aan zag komen omdat hij steeds magerder en zwakker werd. Maar toch toen hij uiteindelijk dood ging voor mijn eigen ogen en in mijn armen, kon ik het niet geloven. Ik heb hem samen met Fleur vastgehouden tot hij koud aanvoelde en het in mijn hoofd ontkend. Het was niet waar, dit kon niet waar zijn. Wolfs kon mij niet voorgoed hebben verlaten. Het was verbazend om zijn moed te zien en zijn passie en ik mis hem nu al en ik zal hem nooit vergeten. Hij is en zal altijd in mijn hart leven.” Marion komt naar me toe en pakt me vast. De tranen blijven over mijn wangen stromen. Na de mis wordt hij begraven. Daarna gaan we naar Deponti. Iedereen is aan het praten maar ik hou me afzijdig. Ik heb geen zin om te praten. Als het 20uur is wensen ze me nog veel sterkte en gaan ze naar huis. Ik ben heel blij dat ze naar huis gaan. Ik ga direct naar boven, naar ons kamer.

Ik pakt een hemd van hem uit de kast en kruip in bed. Ik hou het hemd dicht tegen mij aan en daar komen de tranen weer. Ik pak mijn mobiel en bel naar Wolfs. Het was natuurlijk zijn voicemail, maar ik moet zijn stem horen. Ik blijf naar zijn gsm bellen en uiteindelijk val ik in slaap. Weken gaan voorbij, maar ik blijf in mijn bed. Ik eet niet meer, was me niet meer. Niets had nog zin zonder Wolfs.

Hoe moet het nu verder?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu