Met een woestijn noord en zuid een oceaan ligt Eastern City vredig in het gebied van de Eastern City clans. Vroeger had iedere clan zijn eigen handelsstad, maar nu zijn ze verenigt tot een grote staat. Het is nog maar moeilijk te zien welke familie bij welke clan hoort. De stad is groot met veel rijke mensen, op een klein gebiedje na. In de hoek van het territorium, tegen de woestijn aan is een klein gebiedje bewoont door de armen. Kleine huisjes gemaakt van gevonden puin, zoals karton en golfplaten, zijn daar op elkaar gestapeld. Het is er armoedig, maar de mensen zijn aardig en verliezen nooit hun hoop.
Op dat kleine gebiedje na is Eastern City een grote, prachtige rijke stad. In elke wijk is wel een marktplein met ieder een fontein met een beeld van de koning. In het midden van de stad zijn twee gebieden met hoge muren afgezet, genaamd de verboden gebieden. Tussen de muren van het gebied het dichtst bij de zee, ligt het paleis van de koning van de Eastern City clans. De muren zijn goed onderhouden en mooi wit geverfd. Tegen de muren groeien klimopjes met mooie gekleurde bloemen. Voor de poort van de muur ligt het grootste marktplein van de stad. Mensen komen daar niet alleen voor hun dagelijkse boodschappen, maar ook voor hun koning. Om dit marktplein wonen ook de rijkste van de rijkste mensen. Als je geld genoeg hebt om elke maand een extra belasting te betalen, heb je recht om zo dichtbij de koning te wonen. In Eastern City draait namelijk alles om geld.
De muren om het tweede verboden gebied zijn minder goed onderhouden. Soms vallen er ook stenen naar beneden, omdat de muren niet sterk genoeg meer zijn om te blijven staan. Voor de poort naar dit gebied staan altijd wachters, dag en nacht, maar zelfs zij hebben geen idee wat er gebeurd binnen de muren. Zelfs zij mogen niet weten wat ze beschermen. De mensen van de stad weten ook niet wat er is. Sommige mensen beweren dat ze een jongen om de muren zagen staan, maar niemand geloofd hen.
