4

24 2 0
                                    

Net voordat moeder Elizia op de deur wilt kloppen, wacht ze. Naar een paar seconde twijfel klopt ze toch. Wel stapt ze snel achteruit. Ellen is ergens aan het rondlopen verderop in de straat. In de zelfde straat lopen ook veel mariniers rond. Nase staat schuin achter Eliza. Hij hoopt dat wat ze heeft gezegd klopt en dat hier inderdaad zijn moeder woont. Achter Elzia en Nase staat een klein team van de organisatie die de kinderen mee heeft genomen, maar waar Nase nog steeds de naam niet van kent. Het huis voor hun ziet er uit en armoedig uit, zoals de rest van de huizen in de buurt. Voor de muur liggen wat losse stenen, die uit het metselwerk zijn gevallen. Er zitten her en der scheuren in het dak en onder de dakrand. De deur gaat op een kier open, met luid gekraak. De bekende zachtblauwe haren komen erachter vandaan. Ook haar liefelijke velblauwe ogen zijn voor Nase niks veranderd. Langzaam komt de jongen achter moeder Elizia vandaan en stapt naar voren. Zijn moeders opent haar ogen verder van verrassing, opent dan de deur verder en zakt op haar knieën. Ze trekt haar zoon in een knuffel.

“Nase…”

De vrouw legt haar handen plat op de wangen van haar kind.

“Kijk dan hoe groot je bent geworden!”

Ze legt haar voorhoofd tegen de zijne. Nase voelt haar tranen langzaam over zijn wangen heen rollen. Hij veegt ze met een glimlach weg. Moeder giechelt zacht.

“ik heb je gemist…”

Nase glimlacht en legt zijn hoofd tegen zijn moeder. Het valt Ellen nu pas op dat haar moeder de deur heeft open gedaan en komt ook eens kijken. Ze zit helemaal onder de modder een heeft wat plantjes in haar haar. Nase’s glimlach verdwijnt en hij kijkt haar met grote, verbaasde ogen aan. Dan lacht hij. Zijn zus verandert echt nooit. Ook moeder laat een onderdrukt lachje horen. Ze aait over haar dochters hoofd, terwijl ze Nase nog steeds in haar andere arm geklemd heeft.

Elizia kucht een keer. Niet omdat ze moest hoesten, maar om de aandacht van moeder te krijgen.

“korporaal Kimmi.”

Moeder kijkt verbaast op naar de andere vrouw, terwijl ze nog steeds op haar knieën haar kinderen vasthoud. Elizia vervolgt.

“Bent u bereid om voor deze kinderen te zorgen?”

Kimmi knikt snel en trekt haar kinderen nog dichterbij. Nase glimlacht en legt zijn hoofd tegen zijn moeders borsten.

“Dan zijn wij gedwongen om uw huis door te zoeken en het in dien nodig veilig te maken voor u kinderen.” Antwoord Elizia. Kimmi opent haar ogen wijd van verbazing. Dan zoekt ze haar kalmte weer op en antwoord koel:

“Daar heeft u huiszoekingsbevel vo…”

Voordat Kimmi haar zin kan afmaken trekt Elizia een document uit haar jaszak en houd het voor het gezicht van de andere vrouw. Dan wijst ze vier mannen uit haar team aan. Twee pakken Kimmi onder haar armen en tillen  haar op. De blauwharige vrouw is klein en licht, dus zo veel moeite hoeven de mannen niet te doen. Ze zetten haar naast haar deur, in haar tuin weer neer. Kimmi bijt op haar lip als ze Elizia in haar ooghoeken naar binnen ziet lopen, gevolgd door de rest van haar team. Nase gaat voor haar benen staan en leunt zachtjes tegen haar aan, terwijl Ellen gewoon achter Elizia aan is gelopen. Kimmi laat zich langs de muur op de grond glijden en laat haar zoon dan in haar schoot vallen. Ze slaat haar arm om hem heen en drukt hem tegen haar. Ze aait met haar andere hand Nase’s pony naar achter en geeft een kus op zijn voorhoofd, zoals ze altijd al heeft gedaan.

“Dus wat kom jij hier opeens doen?” vraagt Kimmi met een glimlach.

Nase laat zijn hoofd weer rusten op zijn moeders borsten en zucht. Dan vertelt hij alles wat er is gebeurd. Vanaf het moment dat zijn vader weer op kwam dagen na een lange tijd en zei: “Kom, we gaan.”. Nadat Kimmi hem wat gerust stelt, komt er van alles aan bod. Nase vertelt over school, en over zijn beste vriend die hij daar heeft ontmoet. Hij vertelt hoe hij de leider van de clan altijd boos maakt en hoe hij dan weer op zijn donder krijgt. Ook praat hij over hoe de rest van de clan altijd voor hem heeft gezorgd sinds zijn vader hem alleen liet en hoe lekkere cupcakes de buurvrouw maakt. Kimmi luistert de hele tijd met een vrolijke glimlach en glimmende lieve ogen.

Nase is nog lang niet klaar met praten als Elizia weer naar buiten komt. De mannen die met haar mee waren, trekken Nase weg bij Kimmi. Nase probeert tegen te vechten, maar hij kan de kracht van de gespierde mannen niet aan. Kimmi staat op en kijkt bot Elizia’s kant op. Moeder Elizia pakt handboeien uit haar schoudertas en loopt richting de blauwharige vrouw.

“We troffen daar wel heel veel geld aan, Korporaal. Indrukwekkend, waar heb je dat verdiend?” Elizia kijkt gemeen, waardoor Kimmi beseft dat ze zichzelf niet meer kan redden. Dan grijnst ze net zo gemeen terug.

“Uit de basis. Zo goed zijn Mariniers niet in geld beveiligen.”

Elizia’s gemene blik veranderd in een verbaasde.

“Met mijn status, kon ik het gewoon meenemen!”

Kimmi lacht wanneer ze ziet dat Elizia haar sprakeloos aankijkt.

“Waarom zou ik er geen gebruik van maken?”

Al snel wordt Kimmi door verschillende mannen vast gepakt, als Elizia dat commandeert. Kimmi vecht terug door een van de mannen een trap in zijn kruis te geven. Ze breekt de arm van een andere man wanneer hij haar handboeien om wilt doen. Opeens voelt ze de achterkant van een speer tegen haar benen, en struikelt ze. Ze land plat op haar buik, en voelt dan meteen een van de mannen’s voet in haar rug. Ze bijt in het been dat zich vlak bij haar hoofd bevind. Ze laat pas los als ze de stem van Elizia weer hoort: “Ellen, kom eens hier.” Ze ziet in haar ooghoeken dat haar dochter gehoorzaamt en richting de andere vrouw loopt. Elizia lacht bedrukt en trekt een handpistool uit haar schoudertas, die ze vervolgens op het jonge meisje richt. Kimmi’s ogen openen zich wijd en duwt zich met haar handen van de grond af. Elizia lacht luider.

“Geef je over Korporaal. Of ben je toch niet bereid om voor haar te zorgen?”

Kimmi’s ogen vullen zich met tranen en ze laat haar spieren ontspannen. Meteen worden haar polsen vast geketend met handboeien en wordt ze van de grond getrokken.

Nase wordt nog steeds vast gehouden door een man, die hem simpel over zijn schouder heeft hangen. De kleine jongen schopt tegen de man’s rug aan en begint te schreeuwen. Ellen raakt in de war door Nase’s geschreeuw. Ze weet dat als haar broertje schreeuwt, er iets goed mis is. Ze komt er langzaam achter wat er aan de hand is. Kimmi wordt onder haar armen gepakt en meegesleurd. Nase schreeuwt alleen maar meer. Er is een hoog gehalte scheldwoorden te horen. Kimmi kijkt naar de grond. Plots blokkeert ze de mannen door haar naaldhak in het harde zand te steken. Ze weet zich om te draaien en kijkt naar haar kinderen.

“Ellen, Nase…”

Nase stopt met schreeuwen als hij zijn moeder hoort. Kimmi tilt haar hoofd, zoals ze wel vaker doet. Haar glimlach groeit breder.

“Ik hou van jullie. Echt…”

Er klinkt een doffe dreun, waarna Kimmi’s ogen sluiten en haar lichaam futloos in elkaar zakt. Achter haar staat een van de mannen van het team met zijn strijdhamer nog steeds gelift.

Nase verstijft van schrik, tranen vullen zijn ogen.

“Mama…?”

Nase schreeuwt harder dan dat hij al deed.

”MAM!”

naamloos (Nederlands/Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu