Hoofdstuk 1

179 10 0
                                    

{ Ain't youth meant to be beautiful? }

Ik staar naar mezelf in de spiegel. Verdrietig? Nee, eerder teleurgesteld met mezelf. Niemand is volmaakt, dat weet ik. Maar ik mis iets wat alle andere engelen hebben. Ze zeiden dat het wel goed ging komen, dat het gewoon wat later kwam bij mij. Maar ze hadden het fout. Ben ik wel een engel? Of ben ik gewoon iets anders? Ik denk dat ik er nooit achter kom. Mijn moeder komt mijn kamer binnenvliegen met het enthousiasme en de twinkeling in haar ogen die ze altijd heeft. "Hallo schoonheid." Zegt ze, met haar perfecte engelenstem. "Ik ben niet mooi. Ik ben mislukt." Antwoord ik bot. "Hoezo dat?" ze is een beetje geschrokken. "Uhm. Nou 1 woord zegt al genoeg, vleugels." Antwoord ik. "Liefje, sommige mensen hebben nou eenmaal geen vleugels, daar kan je niks aan doen. En zolang ik kan toveren, zorg ik ervoor dat je de mooiste vleugels van allemaal hebt." "Maar die zijn niet echt. Ik wil échte vleugels." Mijn moeder kijkt naar de grond. Ze weet dat ze me die niet kan geven. Vleugels heb je, of je hebt ze niet. Ik ben bang dat de andere engelen er ooit achterkomen, want wie is nou een engel zonder vleugels? Nou ik dus. Ik heb me altijd al anders gevoeld. Ik zie er ook precies het tegenovergestelde uit dan alle andere engelen. Ik heb niet, mooi blond krullend haar, en helderblauwe ogen. Ik heb zwarte krullen, en ik heb zeegroene ogen. Maar niemand mag dat weten, zelfs mijn vriendinnen niet. Dus iedere dag moet ik contactlenzen en een pruik op. Omdat ik mijn geheim moet verbergen.

Er gaan geruchten rond dat er vaker engelen zonder vleugels waren. En toen de andere engelen daar achter kwamen, werden ze nooitmeer teruggevonden. Sommige mensen zeggen dat ze bij de duivels gingen wonen, en weer andere mensen zeggen dat ze vermoord zijn. Ik wil dus geen risico lopen, want bij de duivelkant is het slecht. beweerd mijn moeder dan.

Mijn vader had ook geen vleugels. Dat weet ik omdat hij me dat vroeger een keertje verteld had. Ik weet nog precies de dag dat hij me dat vertelde, want dat was ook de laatste dag dat ik hem gezien had. Hij had voor mij, en voor zichzelf vleugels getoverd, en we waren naar het bos gevlogen. Ik was nog maar 11 jaar oud, dus ik kon nog niet zo goed vliegen. Op een gegeven moment zaten we op een boomstronk, en vertelde hij mij dat het niet 'normaal' was om geen vleugels te hebben. Want engelen hebben altijd vleugels, geen uitzonderingen. en hij leerde me ook dat ik het verborgen moest houden. Ik woonde al zolang ik me kon herinneren bij mijn vader. Ik was eraan gewend dat hij vleugels voor me toverde, zodat ik kon oefenen met vliegen. Maar dat kon niet vaak, want anders zouden mensen het door hebben. Mensen ja, want ik heb ik de mensenwereld gewoond. Maar daar voelde ik me ook al niet thuis. Toen mijn vader klaar was met vertellen, vlogen we weer naar huis toe en gingen we samen koken. Het leek een gewone dag. Totdat ik die volgende ochtend wakkerwerd. Mijn vader was verdwenen. Ik heb het hele huis afgezocht, op zoek naar sporen van hem. Maar ik kon hem niet vinden, nergens.

Dagenlang heb ik gehuild, in de hoop dat hij terug zou komen, me niet in de steek zou laten. Maar hij kwam niet, hij zou nooit meer terugkomen. Toen ik van plan was mijn leven weer een beetje op te pakken, kwam ik voor het eerst in tijden, mijn bed weer uit. Ik liep naar beneden en zag dat er een brief op de tafel lag. Ik opende de brief en dit stond erin:

"Beste Sudara, we moeten u mededelen dat u vader is overleden. Het spijt ons dat we hem niet konden redden. Groetjes de engelenraad"

Sprakeloos was ik. Konden ze niet even naar me toekomen ofzo? En wat was er met mijn vader gebeurd? Wat moest ik nu doen? Op dat moment bedacht ik me dat ik naar mijn moeder toekon. Het was de enige die ik nog had. Maar die had ik 5 jaar geleden voor het laatst gezien, dus dat was nog maar de vraag of ze me wel bij haar in huis wilde. Uiteindelijk, zoekend in alle kastjes in huis, had ik haar telefoonnummer gevonden en haar gebeld of ik bij haar mocht wonen. Eerst vond ze het geen goed idee, ik zou me er niet thuisvoelen zei ze. En ik zou nooit meer terugkunnen naar de mensenwereld. Maar ik luisterde niet. Ik was zo verdoofd met pijn vanwege de dood van mijn vader, dat ik het geen een dag meer uit zou kunnen houden in de wereld waar ik toen in leefde.

Sindsdien woon ik bij mijn moeder. We hadden het in het begin heel moeilijk samen. Ze vond het moeilijk om met iemand in huis te wonen die niet is opgegroeid als engel. Maar ik was in staat alles te doen om er een te worden. Iedere dag deed ik oefeningen, om mijn vleugelgroei te versnellen. Speciale shakes, om de groei nogmeer te stimuleren. Maar ze kwamen niet. Ze gaan nooit komen. En zolang ik ze niet heb, zal ik me nooit een echte engel voelen. Mijn kleine engelenwereld is trouwens wel perfect, als ik mijn pruik, en nepvleugels heb. Mijn nepvleugels zijn een betovering. Ik zeg altijd dat ze speciaal zijn, maar eigenlijk zijn ze verre van speciaal. De betovering werkt maar 5 uur. Dan moet de betovering opnieuw gedaan worden. Ik kan de betovering niet zelf, ik kan alleen de basisdingen toveren. Alweer een ding waar ik slecht in ben. Ik weet dat ik hier zelf voor gekozen heb, maar misschien moet ik de volgende keer eerst nadenken voordat ik keuzes maak.

Het is natuurlijk best raar, dat ik als mens, in de engelenwereld leef. Maar ik ben niet een normaal mens, ik ben half engel. Ik kan namelijk wel toveren, en ook vliegen, als ik mijn vleugels heb tenminste. Ik zit op mijn bed, starend naar het donker. Het donker geeft me rust, omdat het een mysterie is wat er zich allemaal in kan verschuilen. "Sudara?" Mijn moeder komt de kamer binnen gevlogen. "Waarom zit je in het donker?" Gelijk doet ze het licht aan. Zonder naar mijn gezicht te kijken komt ze naar me toe. "Nou ik had dus een probleem he, je cijfers op school.." Begint ze. Maar ze stopt als ze mijn behuilde gezicht ziet. Ze weet nooit hoe ze daarmee om moet gaan, dat snap ik wel, want ik kan het ook niet. Mijn moeder is stil en staart naar haar handen. "Wat is er.." Zegt ze stilletjes na een tijdje. "Niks hoor, ga maar gewoon weer weg." Antwoord ik. "Sudara, niet steeds verdrietig zijn om hetzelfde, dat is nergens voor nodig." Zegt ze. "Hier kijk," Ze beweegt haar vingers sierlijk in mijn richting en er vliegen kleine vonkjes vanaf. Ik zie dat er achter op mijn rug twee glinsterende vleugels vormen. "Hier heb je vleugels." Zegt ze trots, in de hoop dat het me blij maakt. "Maar deze werken maar 5 uur." Zeg ik bot. Stiekem ben ik wel blij dat ze me gelukkig probeert te maken, met de nadruk op proberen. "Je weet dat ik geen vaste vleugels kan toveren. Dat kunnen allen hoge engelen.." Het is even stil "en duivels.." Vervolgt ze. Oh ja, nog iets waar mijn moeder niet graag over praat, de duivels. De "donkere" kant. Ik vind het allemaal maar meevallen hoe erg ze zijn, ze geven juist balans. Niet álles kan goedgaan in de wereld ik bedoel, dan word het leven veel te saai. De duivels zien alles negatief, vinden de engelen. Maar zelf zien ze het anders. De duivels zorgen voor onrust in het 'gewone' mensenleven. Ze zorgen voor orkanen, aardbevingen, en andere 'natuurverschijnselen' die eigenlijk gewoon veroorzaakt worden door de duivels. En dan zijn er de beschermengelen, die ervoor zorgen dat het niet uit de hand loopt en dat er vermaak is. Zodat alles in balans blijft. Maar de engelen zien het anders, ze zien het juist dat de duivels het erger maken. Maar ze hebben niet door dat niet alles altijd maar gelukkig kan zijn, veel engelen snappen dat niet.

Na het gesprek met mijn moeder is ze stilletjes weggevlogen naar de woonkamer. En ben ik me klaar gaan maken voor school. Ik moet een hele transformatie ondergaan om er zo normaal mogelijk uit te zien, nouja, engelachtig. Eerst mijn pruik, contactlenzen, en make-up. Ik heb 2 pruiken, een blonde met stijl haar, en een met krullen. Vandaag ga ik voor stijl. Ik heb zo'n 2 uur nodig om me klaar te maken, en dan heb ik het nog nieteens over mijn make-up. Maarja, alles om het verborgen te houden. Als ik mijn tas heb ingepakt, vlieg ik naar beneden met de vleugels die mijn moeder me vanochtend had gegeven. "Mam ik ga naar school." Zeg ik en ik vlieg naar buiten. "Succes!" Roept ze. "Oh nee wacht! Kom nog even terug." Roept ze me nog na. Ik draai me gelijk om. Ze maakt een gebaar naar mijn vleugels. Van schrik val ik bijna op de grond. Shit, mijn betovering moet nog verlengd worden. Ik vlieg zo snel mogelijk weer naar binnen. Mijn moeder beweegt wat met haar vingers richting mijn rug. Maar er gebeurt niks. Helemaal niks. "Mam.." Zeg ik een beetje verbaast en bang tegelijk. "Het.. Het lukt niet.." Mijn moeders stem klinkt beverig. Snel vliegt ze naar de boekenkast toe en haalt het spreukenboek eruit. "Oh nee.." Mompelt ze. En ze slaat het boek hard dicht. "We hebben een probleem.."

Devil in heavenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu