Hoofdstuk 2

83 8 0
                                    

{ No lie can live forever. }

De ernstigheid in haar stem beangstigd me. "Wat bedoel je?.." Vraag ik stil. "Ik kan de spreuk niet meer doen, omdat we hem al tevaak gedaan hebben." Zegt ze gestrest, zoekend naar een ander boek. "Nee, dit meen je niet." Ik schiet ook in de stress. "Maar mam, ik moet over 10 minuten op school zijn" zeg ik. "Ga maar alvast, ik kom eraan als ik een betere spreuk heb gevonden." Antwoord ze snel, en ze zoekt nogsteeds in de boekenkast naar andere spreuken. Snel pak ik mijn tas en vlieg naar buiten richting de school. Onderweg kom ik mensen tegen die ik herken. "Heb je je haar gestyled?" Vraagt Alissa opgewonden als ik kom binnenvliegen. Alissa is een van mijn beste vriendinnen, maar ze let wel een beetje veel op haar uiterlijk. Maarja als zij dat leuk vind moet ze dat lekker doen. "Euh ja soort van, waar hebben we les?" Antwoord ik. "In gang 5 lokaal 3" zegt ze, en we vliegen samen die kant op. We zitten al een tijdje in de les als de bel weer gaat om aan te geven dat het einde les is. Alissa en ik vliegen naar ons volgende lokaal, maar dan val ik opeens keihard naar beneden. Heeft iets mijn vleugel geraakt? Ik kijk naar achter, en tot mijn grote verbazing zijn mijn vleugels nog heel. Maar ik kan ze niet meer bewegen. "Sudara? Wat gebeurt er? Sta op doe niet zo dom." Zegt Alissa een beetje alsof ze zich schaamt voor me. "Ik kan niet meer omhoog komen" schreeuw ik. "Oh god, HELP IEMAND!?" Schreeuwt Alissa iets té overdreven. Maar dat is ook wel fijn want al snel komen er mensen van de zorg naar me toe. "Wat is er gebeurd meisje?" Vraagt een vrouw met een lieve stem. "Ik kan mijn vleugels niet beweg...." Alles word al zwart voor mijn ogen voordat ik mijn zin kan afmaken.

Als ik wakker word, hoor ik vage stemmen die steeds harder worden. De meeste stemmen zijn geschrokken. "Schandalig!" En "hoe konden we het niet doorhebben?!" Word door de ruimte geschreeuwd. Als ik mijn ogen opendoe word ik verblind door het licht. "Ha-ha kijk, het meisje leeft nog!" Schreeuwt Bulo, een grote dikke engel. En waar ik het meeste bang voor was is gebeurd. Mijn vleugels zijn weg, en de hele school weet mijn geheim. "Ik ben half engel hoor.." Mompel ik terwijl ik overeind kom. Om het te bewijzen beweeg ik mijn handen in de richting van Bulo en tover vuurballen zijn kant op. "Zoiets zouden engelen nooit doen!" Word er naar me geschreeuwd. Maar het boeit me allemaal niks meer wat mensen van me denken. "Sudara, hou op!" Schreeuwt Alissa. Ik zie dat ze zich schaamt. Ik kan er niet tegen als mensen zich schamen voor me. Ik heb ook geeneens kans om van Bulo te winnen. Hij is groter, sterker, heeft veel meer vrienden die hem verdedigen, en hij heeft vleugels. Langzaam zak ik in elkaar op de grond. Mensen schreeuwen naar me, gooien dingen naar me. En niemand doet er wat aan. Waarom is het zo erg, een engel zonder vleugels? Kan ik er wat aan doen. In de normale mensenwereld heeft niemand vleugels, daar is het normaal. Ik zie dat Alissa wegvliegt naar haar andere vrienden. Ik voel me in de steek gelaten, nu heb ik niemand meer. Alleen mijn moeder. Oh ja! Mijn moeder! Daar kan ik heen! Snel ren ik de school uit, weg van alle ellende, en ga zo snel mogelijk naar huis. Onderweg word ik raar aangekeken. Veel engelen schrikken van me en draaien zich om als ze me zien, omdat ze niks met me te maken willen hebben. Maar ik trek me er niks van aan. Als ik bij mijn huis ben aangekomen ren ik gelijk naar binnen. "Mam!" Roep ik, en ik barst in huilen uit. "Mam alsjeblieft, je bent de enige die ik nog heb." Huil ik. Eigenlijk huil ik niet zo snel, alleen als het om dierbaren gaat. Stilletjes komt ze de woonkamer binnengevlogen. "Sudara." Zegt ze bot. "Ik wil geen dochter die zich zo voor schut heeft gezet tegen de andere engelen." Ik ben stil, heel lang. Het enige wat ik kan doen is haar aanstaren. Heeft ze dat nou écht gezegd? "Je mag hier nog een paar dagen blijven, en dan moet ik je verzoeken te vertrekken." Zegt ze, en ze loopt weer weg. Stilletjes blijf ik alleen achter in de kamer en ik besluit om maar vast te gaan slapen zodat ik kan beslissen wat ik morgen ga doen.

Die ochtend is het rustig, mijn moeder is niet thuis en ik heb besloten dat ik niet naar school ga, ik wil niet nogmeer gepest worden. Ik had vanochtend bedacht, dat ik als de school uit is, naar Alissa toe ga. Mijn moeder wil me niet meer hebben dus dan kan ik alleen nog naar haar toe. Ik maak me klaar en als het zover is, loop ik naar haar huis toe. Nogsteeds word ik raar aangekeken op de straat. Langzaam loop ik naar haar deur en klop er zachtjes op. Alissa doet open. "Wat moet je" zegt ze bot. "Ik wil met je praten, mag ik binnenkomen?" Vraag ik. "Uh.. Okay" antwoord ze, en we lopen naar binnen. Alissa heeft mooie vleugels, ze zijn wit, en zo groot dat ze de grond raken als ze loopt. "Waar wil je over praten dan?" Vraagt ze, "uh nou, mijn moeder die wil me nietmeer als dochter hebben en ik vroeg me af of ik hier even mocht slapen.." Zeg ik stil. "Nou euh liever niet." Antwoord ze bot. "Maar je bent de enige die ik nog heb.." Zeg ik "Je hebt me niet meer als vriend, je hebt me nooit gehad. Ga nu weg, ik wil niet met je gezien worden. Je hebt me al genoeg voor schut gezet." "Hoe bedoel je, ik heb je nooit als vriend gehad?" Er vormen tranen in mijn ogen. "Ik was er alleen voor je omdat je niemand anders had, en zodat het lijkt alsof ik iedereen z'n vriend ben en dat iedereen me aardig vind. Nu oprotten, trut." Ze duwt me naar achter waardoor ik op de grond val. Waarom.. Waarom heb ik dit.. Ik heb niemand meer.. Waar moet ik heen? Niemand houd toch van me dus waarom zou ik het nog proberen om vrienden te worden. Mijn vader zei altijd; 'je hebt een hele handleiding nodig om je te snappen' maar de meeste mensen doen geen moeite meer om te kijken wie ik écht ben. Het boeit toch niemand. Snel ren ik Alissa's huis uit en ren zo snel mogelijk naar huis. Ik pak een rugzak in, en loop naar buiten. Ik weet nog niet waar ik heen ga, maar ik moet weg van hier, en wel nu meteen.

Devil in heavenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu