Hoofdstuk 2.

31 3 0
                                    

POV EMMA⬆️

Ik schrik me kapot als Welmoed opeens 'Ross' schreeuwt, dwars door ons gesprek heen, maar waarschijnlijk ook dwars door alle gesprekken in de hele school.

Ze rent op een (vrij knappe) jongen af en springt in zijn armen.

'Okey,' zeg ik, 'ik zal niet zeggen dat dit ongemakkelijk is, maar dat is het wel.'

De anderen reageren niet, te geschokt om op zijn minst hun mond dicht te doen.

Zoals ik al zei is de jongen eigenlijk behoorlijk knap, ongeveer een jaar ouder, schat ik. Blond haar, bruine ogen en een lach vastgeplakt op zijn gezicht.

Heel even staan alle mensen stil te kijken naar Welmoed en Ross, totdat hun hoofden naar elkaar toe bewegen en ik het gevoel krijg dat ik moet kotsen.

'Even naar het toilet,' mompel ik tegen niemand in het bijzonder voordat ik snel wegren.

Eenmaal daar aangekomen is de misselijkheid al wat weggetrokken. Rustig sluit ik mezelf op in een hokje en ga zitten om na te denken.

Wie is Ross?

Iemand spoelt door.

Wat doet hij hier?

Een deur gaat open.

Ik weet zeker dat ik hem nog nooit gezien heb.

De deur gaat weer dicht.

Misschien moet ik maar weer terug, het einde van het verhaal horen.

God, wat was dat ranzig, ik word alweer misselijk als ik eraan denk. Ik snap niet dat mensen zich zó aangetrokken kunnen voelen tot een persoon. En dan nog dat zóénen, gadverdamme. Weten ze niet hoeveel bacteriën worden uitgewisseld? Hoeveel speeksel? Ik kan er niet langer aan denken zeg, ieuw.

...

Ik krijg nooit een vriendje.

'Moet jij niet allang in de les zijn?'
Ik maak een sprongetje van schrik. Langzaam draai ik me om terwijl de persoon achter me verder praat met een snerpende stem die zo door steen zou kunnen snijden.

Meneer De Wolf.

'Ja, schrik maar. Wees maar bang. Ik heb alles in de gaten en bij jou, bij jou ga ik dit jaar extra opletten. Één fout en je bent er geweest. Ik heb jou echt wel door. En denk maar niet-'

Ik ren weg, naar het lokaal. Niet te geloven, wat een engerd. Mijn hart klopt razendsnel en meteen kijk ik achterom om te kijken of hij me is gevolgd. Niets te zien.

'Denk maar niet dat je me kan ontlopen.' Plotseling staat hij vlak voor me, met een gezicht witheet van woede.

'Niemand kan mij ontlopen.'

Een moment is het stil. Dan loopt hij rustig verder, terwijl hij een bezem uit het niets tevoorschijn tovert. 'Prettige dag verder.'

Te geschokt om een woord uit te brengen en met een gevoel dat ik elk moment door mijn benen kan zakken loop ik naar de les.

Terwijl ik voor het lokaal sta ga ik de bedreiging, want dat was het, nog eens door in mijn hoofd. Hij stond daar, lichtblauwe overall, maar iets klopte er niet. Niet zijn hele overall was blauw. Op zijn rechterbeen zat een vlek, een rode vlek.

Een bloedvlek.

Mijn benen, die toch al als pudding voelden, voelen nu als water en het is een wonder dat ik nog rechtop sta.

Er is vast een logishe verklaring voor. Hij heeft vast kersen gegeten voor lunch. Die vlekken krijg je er nooit meer uit.

Maar vanbinnen weet ik dat dat niet waar is. Het is bloed. Mensenbloed. Wow, Emma, calm down, dat slaat nergens op. Maar toch, ik herken mensenbloed heus wel, mijn moeder werkt in een ziekenhuis.

Plotseling bekruipt me een angstaanjagend gevoel. Ik ken niemand in deze klas. De kinderen uit mijn oude klas waren verschrikkelijk. Dat betekent dat ik hier met niemand over kan praten.

Prettig.

Wat moet ik doen?

Met overdreven neppe kalmte loop ik het Nederlands lokaal binnen.

'Aha, en jouw naam ken ik ook!' De lerares loopt op me af. 'Het was...'
Snel kijkt ze op het scherm waar onze namen op staan en zegt dan: 'Welmoed toch?'

'Eh nee,' mompel ik, 'Emma.'

'Ah. Oké. Ga zitten.' Met een gekwetste uitdrukking gaat ze weer voor het bord staan terwijl ik naast een meisje met bruin haar en een bril (Thirsa?) ga zitten.

'Nu ik alle namen ken, is mijn naam mevrouw Doornstra, dus bijna jouw naam, Luka van Toorn!'

'Lucas, van Doorn.' Hij lacht verlegen.

'Ah, wat zei ik dan? Maakt niet uit! Zoals ik al zei ben ik mevrouw Doornstra, maar jullie mogen me Rita noemen hoor.'

Geen idee of ze wacht op een reactie, maar de hele klas blijft haar stil aanstaren.
Mevrouw Doornstra, of "Rita", kucht even en gaat dan weer verder.

'En natúúrlijk gaan we níét leren, maar we gaan lekker de he-le dag spelletjes spelen, jeej!'

Het blijft nog steeds stil.

'Oké, geen spelletjes. We kunnen een vragenrondje doen!'

Iedereen steekt een hand omhoog.

'Ehm, oké, Paula.' Rita wijst het meisje naast me aan.
Sinds wanneer hebben we een Paula in de klas?

'Eh, mevrouw, het is Thirsa.' Had ik toch gelijk.

Rita en Thirsa kijken elkaar even aan voordat Rita weer kucht om de ongemakkelijke stilte te verbreken.

'Kun je dat nog een keer zeggen? Ik heb de vraag niet begrepen.'

'Mevrouw, het was geen vraag,' bemoei ik me ermee, 'ze zei dat u haar naam verkeerd had.'

'Niet praten voor je beurt, Welmoed. En noem me Rita, alsjeblieft.'

'Mijn naam is Emma, mevrouw.'

'Welmoed, nog één brutale opmerking en ik stuur je eruit. Thirsa, wat was je vraag?'
What the fuck, ze zegt mijn naam gewoon expres verkeerd! Vieze bitch.

'Hoe oud bent u?'
Meteen gaan alle handen naar beneden. Ik moet zeggen dat "Rita" er inderdaad veel te oud uitziet om les te geven.

'Ehh, volgende vraag!'

'Mevrouw,' zeg ik nadrukkelijk, 'waarom geeft u eerst niet gewoon antwoord op Thirsa's vraag?'

'En nu is het genoeg Welmoed!'

'Emma!!'

'ERUIT!!' Met een woest gebaar zwaait Rita haar arm naar de deur. Ik hoop dat haar schouder uit de kom is.

'Niet voordat Thirsa's vraag beantwoord is.' Ik sta op en sla koppig mijn armen over elkaar. Het boeit me niet dat dit de eerste schooldag is en ik er meteen uitgestuurd word, dit is een takkewijf.

'Ik ben 67,' weet Rita eruit te persen met uiterste zelfbeheersing, 'en nu gaan.'

Rustig sta ik op en wandel ik de klas uit. Bij de deuropening sta ik stil en kijk ik even de klas rond. Iedereen staart me aan met open mond; dat ik zoiets doe op de eerste schooldag! Als Sinterklaas zwaai ik langzaam en met deftige stem zeg ik : 'Dag, hoor.'

Dan vertrek ik met een knipoog en laat iedereen stomverbaasd achter.

Kamer 422Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu